Hoe kun je zijn wie je bent als iedereen toch al met zijn oordeel klaarstaat?
‘Ga maar niet te veel met die Tomas om. Die jongen heeft altijd wat. Die heeft ADHD of zoiets.’ Tomas zit nogal eens op de gang of in zijn kamer. Om af te koelen. Hij probeert wel eerst na te denken voor hij iets doet, maar vaak lukt dat niet. Dan vergeet hij van alles en is hij te luid en te druk, en soms zo woedend dat hij ergens tegenaan schopt.
Als Tomas op een dag de portemonnee van tante Julia verstopt, denkt iedereen dat die gestolen is. Tomas heeft spijt. Hij wil hem aan haar teruggeven en alles weer goed maken, zo snel mogelijk. Dus hij stapt op de trein en probeert goed na te denken en niets te vergeten.