- Gratis verzending vanaf €50,-
- Gratis retourneren binnen 14 dagen
- Veilige en makkelijke betaalopties
- Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
- Makkelijk bestellen ook zonder account
Auteur(s) | Florian Jacobs |
ISBN | 9789024448432 |
Bindwijze | Paperback |
Aantal pagina's | 392 |
Publicatie datum | 20220713 |
NRC Recensie | 3 ballen |
Breedte | 150 mm |
Hoogte | 230 mm |
Dikte | 28 mm |
Is leven voor de kunst het enige ware leven?
Filosofie In tijden van genotzuchtige reizigers zonder vliegschaamte brengt Florian Jacobs de lezer terug naar het oude Europa van Rilke waar kunst en filosofie nog de boventoon voerden.
‘Als de essentie van onverschilligheid en de massa is dat zij eenzaamheid niet erkennen, dan bestaan liefde en vriendschap omdat ze voortdurend gelegenheid geven tot eenzaamheid.” Het is een van de vele, dubbelzinnige citaten van Rainer Maria Rilke (1875-1926) die direct tot denken aanzetten. Al is het maar omdat Rilke vrijwel al zijn werk, van de wereldberoemde De elegieën van Duino tot De aantekeningen van Malte Laurids Brigge, in totale eenzaamheid schreef.
In zijn boek Blijven is nergens. Het Europa van Rilke reist dichter en filosoof Florian Jacobs Rilke achterna, vindt zijn verblijfplaatsen en zoekt er naar schimmen van een van de meest ongrijpbare dichters en denkers van de twintigste eeuw. Via dit schaduwspel brengt Jacobs de lezer van Praag naar Duitsland, via Rusland naar Parijs en van Italië naar Spanje en Zwitserland. Hij beschrijft hoe Rilke nooit langer dan een paar maanden op dezelfde plek blijft en zelden in het bezit is van eigen meubels of gemoedsrust. Dat is merkbaar aan de ontwikkelingen in zijn poëzie, die aan de hand van de plaatsen waar hij leeft verandert van toon, symboliek en inhoud.
Rilkes gedichten zijn vaak een directe reflectie van zijn gemoedstoestand, van zijn ‘binnenwereldruimte’, een door Rilke zelf gemunte term. Is het oorlog, dan is zijn toon stram en benauwd of verstomt zijn stem zelfs jarenlang. Is er huiselijkheid met vrouw en kind, dan gaat zijn werk over de geneugten van eenzaamheid voor het scheppen van kunst. Is er reislust of passievolle liefde, zoals met de beroemde Lou Andreas-Salomé (die ook het hart van Nietzsche en Freud veroverde), dan snap je ineens waarom Rilke onder de belangrijkste lyrische dichters ooit wordt geschaard. Niet verwonderlijk natuurlijk, want wie wordt er niet beïnvloed door de grillen van tijd, plek en situatie?
Rilke brengt dat credo echter naar een hoger plan: hij ziet verandering en vergankelijkheid als datgene bij uitstek wat ons bestaan waardevol maakt. Dat noopt Jacobs er terecht toe op te merken dat ‘wie zich in de kunst van Rilke verdiept […] is als de reiziger die de verandering tegemoet treedt.’
Rilke als goeroe
Die reiziger krijgt ondertussen nogal wat voor de kiezen: volgens Rilke moeten we het gehele menselijke bestaan esthetisch benaderen. Kunst creëren is een opdracht, een gebod welhaast, de enige manier om betekenis te vinden, blijkt uit Jacobs’ analyse van Rilkes levensloop. Rilke belijdt namelijk een nietsontziende kunstreligie die hij voedt door het reizen, door het opdoen van nieuwe indrukken en ervaringen en door te pogen die te verheffen tot kunst. Want een goed gedicht bestaat niet uit verwoorde gevoelens, „maar uit in taal gevangen ervaringen”, aldus Rilke. Leven voor de kunst, ervaringen creëren, verandering vangen in taal, dat is zijn opdracht en geeft een mensenleven waarde. In Jacobs’ woorden: „Zolang we scheppen en zingen, promoveren we het menselijk kunnen tot iets wat zich in het licht van de kosmos kan rechtvaardigen.” Ga er maar aan staan.
De meeste mensen zullen Rilke kennen van zijn Brieven aan een jonge dichter, nog steeds een van de beroemdste boeken vol adviezen aan beginnende kunstenaars. Rilke als goeroe, als leraar, alom bekend om zijn feilloze handschrift en perfect gestileerde zinnen. In Blijven is nergens weet Jacobs hem op liefdevolle wijze van dat voetstuk te halen. Rilke blijkt naast geniaal kunstenaar vooral een (zichzelf) zoekende man. Grillig, klagend, ziekelijk en rusteloos, wars van politiek en sociaal contact.
Aan de hand van Rilkes ontelbare brieven en gedichten (die Jacobs zelf vertaalt), nuanceert, bekritiseert en diept Jacobs het karakter van Rilke verder uit. Zo blijkt de leraar liever leerling, is de geniale dichter vaak genoeg jarenlang stil en breekt de zo vurig begeerde eenzaamheid Rilke ook op: „Toen voelde ik mij alsof ik niemand zou herkennen die mij zou bezoeken, en alsof ook ik een vreemdeling voor iedereen was.”
Binnenwereldruimte
Jacobs heeft een bij vlagen meeslepend boek geschreven dat eenzelfde sfeer ademt als een roman. Toch verliest het boek gaandeweg vaart. Hoewel het goed past bij de vaak plechtige verzen van Rilke, komt Jacobs’ taalgebruik soms gezwollen over. Zoals wanneer hij over De elegieën van Duino schrijft, Rilkes magnum opus dat hij begon in 1912 in het kasteel van Duino aan de Adriatische kust en in een creatieve uitbarsting van enkele weken afschreef in 1922. Een tijdsbestek dat niet geheel toevallig de Eerste Wereldoorlog overspant – een periode die Rilkes binnenwereldruimte verandert, waardoor zijn gedichten zich meer richten op ‘deze niet langer door mensen maar door engelen geziene wereld.’ Rilkes religieuze, bombastische taal verleidt Jacobs tot eenzelfde toon. Helaas werkt het bij hem vaak minder dan bij zijn grote voorbeeld: ‘Simpel gezegd kunnen we stellen dat waar Rilke in ander werk aspecten van het menselijke bestaan verdicht, hij in De elegieën van Duino de condition humaine überhaupt in dichtvorm giet.” Je raakt eraan gewend, maar het leest traag.
Daarbij steekt die ietwat hoogdravende toon schraal af tegen zijn verslaggevende passages. Ondanks dat Jacobs erin slaagt de lezer te laten wegdromen bij het Europa van Rilke, boet het boek in aan kracht wanneer Jacobs observaties doet door middel van dooddoeners als ‘Het is goed toeven aan de De’ Medici fontein in Jardin du Luxembourg.’ In verhouding tot zijn esthetisch filosofische uiteenzettingen en analyses van Rilkes werk wordt de algehele toon van het boek op die manier nogal inconsequent. De leeservaring voelt als een reis: zowel zwaar en warrig als verrassend en vernieuwend.
Al reizend biedt Jacobs ons echter wel handvatten om te denken over de vanzelfsprekendheid waarmee we over ons continent trekken. In tijden van vliegschaamte, coronamaatregelen en een nieuwe oorlog op het Europese continent in het achterhoofd, resoneren Jacobs’ woorden over het Europa van Rilke na de Eerste Wereldoorlog. De dichter leefde toen in een veranderde wereld waarin ‘de argeloze, genotzuchtige, ietwat doelloze houding’ van de reiziger ‘niet meer vol te houden is.’
Met Rilke drukt Jacobs ons op het hart dat enkel de kunst en de filosofie de zoektocht naar betekenis in een versnipperde wereld dienen. ‘Het is de kunst die ons herinnert aan onze gemeenschappelijke achtergrond.’
23-09-2022 Jonasz Dekkers