Een puttengraver en zijn jonge leerling hebben de opdracht gekregen om water te vinden op een droge vlakte in de buurt van Istanbul. Terwijl ze afzien in de zomerse hitte ontstaat er een hechte band tussen de oudere man en de jongen, wiens vader verdween nadat hij gearresteerd werd voor politiek-subversieve activiteiten. De twee leren op elkaar te vertrouwen en vertellen verhalen om de tijd te doden. Maar dan stuit de jongen op een
avond in een nabijgelegen dorpje waar ze proviand kopen op een afleiding die hij niet kan weerstaan: een roodharige vrouw, lid van een rondreizend theatergezelschap. De fascinatie lijkt wederzijds en zijn wildste dromen worden bewaarheid, maar tijdens zijn afwezigheid wordt de oude puttengraver getroffen door een tragische gebeurtenis.
De vrouw met het rode haar is een verleidelijke roman over familie en romantiek, over het Oosten en het Westen, en over traditie en
de moderne wereld, geschreven door een van de grootste vertellers van onze tijd.