Patricia Wessels groeide op in de volkse Jordaan, in het Amsterdam van de jaren 70. In die tijd zijn haar ouders hippies. Het leven van Patricia en haar broertje Lukas zit vol avontuur, maar ook vol onzekerheden en onveiligheid. Na de scheiding van haar ouders blijkt Patricia’s moeder zeer creatief in het leven in armoede. Haar vader komt elke twee jaar een paar maanden ‘thuis’ en speelt zijn rol als vader en held dan met verve. De illusie van een gezin wordt met zorg in stand gehouden.
Wanneer er weer rust en regelmaat komt als haar moeder een nieuwe liefde vindt, vraagt Patricia zich echter af waar haar loyaliteit ligt.