Dr. Hendrik Muller
Hendrik Muller Wat deze handelsman zo interessant maakt zijn zijn reizen over de hele wereld en zijn ontmoetingen met tal van hooggeplaatsten. Dat blijkt uit de intrigerende biografie van Dik van der Meulen.
Als Hendrik Muller hoort dat Sarah Bernhardt de volgende dag in Liverpool zal zijn, weet hij wat hem te doen staat. ‘Sarah Bernhardt!’, schrijft Mullers biograaf Dik van der Meulen. ‘De meest bejubelde actrice van haar tijd’ en ‘verleidster van zowat alle Europese mannen’. Parfums, kammen, waaiers, knopen zijn naar haar vernoemd. Ook de 21-jarige Hendrik Muller, werkzaam in Manchester, is in haar ban. Hij springt op de trein naar Liverpool en krijgt voor elkaar ‘waarvan duizenden alleen maar konden dromen’: een ontmoeting met de actrice.
‘Vaderlief!’, schrijft hij op 30 juni 1880 aan zijn vader in Rotterdam. ‘Ik heb haar gezien & gesproken, 10 minuten lang, Sarah Bernhardt. Ze was charmant en heeft mij haar portret beloofd, te zenden van Londen naar mijn huis. Ik ga nu dadelijk naar kantoor terug & ben te nerveus om meer te schrijven.’
Er figureren meer beroemde tijdgenoten in Dr. Hendrik Muller. Wereldreiziger voor het vaderland (1859-1941), de meesten in de politieke sfeer. En dat terwijl de naam van de hoofdpersoon niet direct tot de verbeelding spreekt. Wat deed Dik van der Meulen (1963), die eerder bekroonde biografieën schreef van Multatuli (AKO Literatuurprijs) en koning Willem III (Libris Geschiedenis Prijs), besluiten dat er een boek zat in de relatief onbekende Muller?
Wereldreizen
Het zijn niet de uiteenlopende functies van Muller – begonnen als handelaar, geëindigd als diplomaat, en tussendoor verantwoordelijk voor de opvang van Belgen tijdens de Eerste Wereldoorlog – die hem maken tot een interessant hoofdpersoon voor een vuistdikke biografie. Maar dat is hij wél door de vele reizen die hij maakte door een wereld die aan de vooravond stond van grote veranderingen, reizen waarvan hij uitvoerig verslag deed en die hem naar alle continenten (met uitzondering van Australië en Antarctica) voerden.
Hij trok door keizerrijken in Europa en langs hoven in het Verre Oosten, over grenzen die spoedig zouden gaan verschuiven. Waarbij hij graag contact zocht met de mensen die het voor het zeggen hadden. Daarover schreef hij met succes een aantal boeken en vele brieven. ‘Chroniqueur van een tijd op drift’, noemt Van der Meulen hem. Het leverde een boek op vol treffende tijdsbeelden en anekdotes.
Carrière in de handel
Aanvankelijk wees alles erop dat Muller voorbestemd was voor een carrière in de handel, net als zijn vader, de Rotterdammer Hendrik Muller Szn. Het bracht hem in 1882 naar Zanzibar, slechts zestien jaar eerder nog de uitvalsbasis voor de laatste tocht van David Livingstone naar de Afrikaanse binnenlanden. Via het huidige Mozambique reisde hij door naar Zuidelijk Afrika.
Muller onderscheidde zich van zijn tijdgenoten, aldus Dik van der Meulen, door ‘de grote oprechte belangstelling waarmee hij Afrikaanse volkeren tegemoet trad. Waar bijna alle andere handelslui zich zover mogelijk verwijderd hielden van de zwarten, bedienend personeel en arbeidskrachten uitgezonderd, zocht Muller hen op. Hij voerde gesprekken met hen over andere zaken dan alleen handelswaar en kroop in hun rokerige hutten om hun rituelen en gewoontes te bestuderen’.
Diplomatenbaantje toeschuiven
Het verhaal van Hendrik Muller heeft wel wat van twaalf ambachten, dertien ongelukken – al kwam hij in materiële zin nooit iets tekort. Hij maakte ook nog een korte uitstap naar de wetenschap (volkenkunde), die hem de doctorstitel opleverde.
Eerder al was Mullers interesse gewekt voor de diplomatie. En hier biedt het boek een intrigerend kijkje in de keuken van de negentiende-eeuwse handelselite. Mullers vader was consul-generaal van (het tamelijk onbeduidende) Liberia. Dat wilde de jonge Muller ook wel worden. Maar zijn vader gunde de titel aan zijn broer Bram. Zo ging dat toen: handelaren schoven elkaar baantjes toe zonder ooit een voet te hebben gezet in het land dat zij vertegenwoordigden.
Later schopte Hendrik Muller het tot consul-generaal van Oranje Vrijstaat en toen leek hij zijn roeping te hebben gevonden. Tijdens de Boerenoorlog (1899-1902) ontpopte hij zich als woordvoerder van de van oorsprong Nederlandse kolonisten die in Oranje Vrijstaat en Transvaal vochten tegen de Britten. In deze hoedanigheid wist hij tijdens een reis door Noord- en Midden-Amerika ook toegang te krijgen tot het Witte Huis, dat hij omschreef als ‘een laag, niet groot en niet indrukwekkend gebouw’. ‘De ontvangst paste wel bij die betrekkelijke soberheid: Muller werd verzocht zijn jas, overschoenen en paraplu, nat van de regen, gewoon bij zich te houden, waarna hij een vertrek betrad waar mensen, eveneens met hun jassen nog aan, met elkaar in gesprek waren.’ Toen hij ‘na een flinke poos’ vroeg waar president Roosevelt toch bleef, werd hij erop gewezen dat die al die tijd al bij de haard stond te praten.
IJdelheid
Intrigerend is hij wel, Hendrik Muller, maar het is niet iemand voor wie je als lezer direct sympathie krijgt – en vermoedelijk ook niet als biograaf. ‘Een eigenschap die hem telkens weer in de weg zat, was – naast zijn ijdelheid – zijn gevoel van miskenning’, merkt Dik van der Meulen op. Een ijdelheid die blijkt uit de enorme waarde die hij hechtte aan titels, ook zo’n onderdeel van een wereld die inmiddels verdwenen is. Muller deed vergeefse pogingen om zijn naam te ‘verdubbelen’ tot Muller van Voorst. En één van zijn levenspartners – trouwen deed hij nooit – stelde hij steevast voor als ‘de prinses’, iets wat zij niet was.
Tegen het einde van zijn werkzame leven kreeg hij toch nog een echte titel: hij werd ambassadeur, eerst in Roemenië, daarna in Tsjecho-Slowakije. In een ‘bescheiden winkeltje’ in Praag ging hij op jacht naar een pyjama. Hij liet het ene na het andere nachtgewaad te voorschijn halen en vond er uiteindelijk één die naar zijn wens was. Maar bij het afrekenen liep de transactie spaak. Vanwege ‘zijn rang’ verlangde hij een korting. En die kreeg hij niet.
Wat had Muller kunnen bereiken als hij zijn bezigheden minder had versnipperd? Hij kon zich nooit binden aan één bezigheid of werkkring, en zelfs voor het huwelijk bleek hij ongeschikt: zijn openlijk samenleven met twee vrouwen – bekend als de ‘zomervrouw en de wintervrouw’ – ervoeren zijn naasten als uitgesproken ongepast. Zijn grillige loopbaan ten spijt vergaarde Muller een aanzienlijk kapitaal, dat in 1941 de basis werd van het Dr. Hendrik Muller’s Vaderlandsch Fonds, dat nog altijd bestaat.
ISBN | 9789021419305 |
---|---|
Aantal pagina's | 488 |
Datum van verschijning | 20200326 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 149 mm |
Hoogte | 224 mm |
Dikte | 39 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres