Een onverschrokken leven
Niet vaak lees je hoe een vrouw begin twintigste eeuw haar huwelijksnacht beleeft
Familiegeschiedenis Aan de hand van een domineesvrouw die verliefd wordt op haar Chinese kostganger en haar gezin verlaat, vertelt Lidy Nicolasen een veel grotere geschiedenis.
Het is niet vaak dat je leest hoe een vrouw aan het begin van de twintigste eeuw haar huwelijksnacht beleefde. Schrijfster Lidy Nicolasen wijdt er zelfs een heel hoofdstuk aan in Een onverschrokken leven, haar biografie van Fernanda Willekes MacDonald. Die vertelde ‘zonder enige terughoudendheid’ over haar eerste keer. Het was een drama. ‘Je weet wat er nu gaat gebeuren’, zei haar echtgenoot Barend toen ze de ochtend na hun bruiloft in bed lagen. Maar Fernanda wist helemaal niks. ‘Ze schrok en verzette zich toen Barend haar overweldigde’, schrijft Nicolasen.
Een onwaarschijnlijke liefde: het is altijd een goed uitgangspunt voor een boek. Annejet van der Zijl bewees het onlangs met Fortuna’s kinderen, over een Nederlandse immigrant in Amerika die aan het begin van de negentiende eeuw een jonge slaafgemaakte kocht, vrijliet en huwde. Ook Lidy Nicolasen schrijft een verhaal over liefde, onwaarschijnlijk maar waargebeurd.
In 1913 trouwt Fernanda Willekes MacDonald met een conservatieve dominee, Barend ter Haar Romeny. Ze krijgen twee kinderen. Maar hun relatie is niet best, onder meer door de grove wijze waarop Barend eist dat zijn vrouw haar echtelijke plichten nakomt. Fernanda is weinig enthousiast als Barend voorstelt een kostganger in huis te nemen, Thung Tjeng Hiang, een Chinese student uit Nederlands-Indië. ‘We hebben het al moeilijk genoeg’, zegt ze. Maar Barend zet door, ze kunnen het geld goed gebruiken. ‘Fernanda moet in het begin hebben gedacht er een derde kind bij te hebben gekregen’, schrijft Nicolasen.
De passages over seksualiteit en racisme geven het kleine verhaal een extra dimensie
Hiang is een verlegen jongen, vier jaar jonger dan Fernanda. Hij weet weinig van het christelijke geloof. Als Fernanda haar echtgenoot voorstelt de student op te nemen in zijn bijbelkring reageert de predikant afwijzend. Hij heeft al genoeg gevorderde leerlingen, Hiang is een beginner. ‘Doe jij het dan zelf, dat kun je ook’, zegt Barend. Hij zal er spijt van krijgen. Terwijl hospita en kostganger zich over de bijbel buigen worden ze verliefd. Fernanda verlaat haar man, en uiteindelijk zelfs haar eerste twee kinderen, om haar leven te kunnen delen met Hiang.
Zo’n klein verhaal – de hoofdpersonen zijn geen beroemdheden – wint aan kracht als een auteur het af en toe weet te verbinden met de ‘grote’ geschiedenis. Twee thema’s springen er wat dat betreft uit in dit boek. Interessant is allereerst het inkijkje dat Nicolasen biedt in de seksuele moraal en de man-vrouw-verhoudingen in vooroorlogs Nederland.
Stiefbroer
Als Fernanda zich tijdens haar puberjaren aangetrokken voelt tot een oudere stiefbroer – haar vader is vroeg overleden, haar moeder is hertrouwd met een weduwnaar – wordt ze naar een huishoudschool in Duitsland gestuurd. Niet dat een diploma ertoe doet, zegt haar moeder. ‘Ach kind, jij hebt die scholen helemaal niet nodig. Je gaat later toch trouwen.’
Twee jaar voordat Fernanda trouwt met Barend is er in Nederland een Zedelijkheidswet aangenomen, die onder meer pornografie en de verkoop van voorbehoedsmiddelen verbiedt. ‘Publiciteit of voorlichting over seksualiteit zagen christelijke politici als een bedreiging voor de beschaving’, schrijft Nicolasen. Als Fernanda aan het begin van haar huwelijk steeds misselijk is in de ochtend en moet overgeven heeft ze geen idee wat er aan de hand is. ‘Kind’, zegt haar moeder. ‘Je bent zwanger.’ Mooi zijn ook de passages over culturele verschillen. Nadat Fernanda heeft gekozen voor de liefde bouwt ze samen met Hiang een nieuw leven op in Nederlands-Indië. Dat is voor de oorlog een sterk gesegregeerde samenleving. Omdat Fernanda volbloed Hollandse is behoort het stel, en de twee kinderen die ze krijgen, tot de elite. Net als andere Europeanen hebben ze personeel: een djongos (huisbediende), een kokkie, een chauffeur, een kebon (tuinman) en een baboe voor de kinderen. Fernanda behandelt hen als gezinsleden en betaalt hen beter dan andere Nederlanders, wat scheve gezichten geeft.
Tijdens een verlof in Nederland worden de kinderen nageroepen en uitgemaakt voor ‘pindachinees’. In Indië behoren ze tot de bovenlaag, in het moederland houden andere ouders hun kinderen weg bij deze ‘halfbloedjes’.
Redding
Tijdens de Tweede Wereldoorlog, die het gezin doormaakt in Indië, is de Chinese achtergrond van Hiang juist hun redding. Ze zien dat hun Europese vrienden één voor één afgevoerd worden naar de kampen van de Japanse bezetters, maar als ‘Aziaten’ worden ze redelijk ongemoeid gelaten. Via Chinese familie – middenstanders – kunnen ze ook aan eten komen wanneer dat voor het grootste deel van de bevolking steeds moeilijker wordt. Later zal worden berekend dat in deze periode vijf procent van de Javaanse bevolking omkomt van de honger. Dat zijn 2,4 miljoen mensen.
De passages over seksualiteit en racisme geven het kleine verhaal van Fernanda een extra dimensie. Maar soms zijn de verbanden die de auteur aanbrengt tussen de kleine liefdesgeschiedenis en de grote geschiedenis van Nederland en Indonesië een tikje gezocht. Zoals wanneer ze een brief van een vriendin, die het schopt tot hofdame, aangrijpt om de Greet Hofmans-affaire nog eens uit de doeken te doen. Wel is het vermakelijk om te lezen dat Fernanda op latere leeftijd nog eens via een achterdeur Soestdijk wordt binnengesmokkeld om koningin Juliana bij te praten over het communisme in China.
Fernanda ontwikkelt zich in de loop der jaren van christen-socialist tot communist. Als Hiang een uitnodiging krijgt van een Chinees onderzoeksinstituut gaan ze samen naar China, waar ze zelfs Mao Zedong een hand mogen geven.
Fernanda is een kleurrijke vrouw, en ze liet een schat aan materiaal (brieven, dagboeken) na voor een biograaf. Je kunt het niet gek vinden dat Lidy Nicolasen een boek over haar schreef – vrouwen zijn tenslotte altijd nog onderbelicht in de geschiedenis. En toch, toen ik het uit had, betrapte ik me erop dat ik nog veel meer wilde weten over Hiang. Hoe moet het voor hem zijn geweest om na een lange bootreis aan de andere kant van de wereld in een predikantengezin terecht te komen? Veel Chinezen zullen er niet zijn geweest in het Limburgse plaatsje Gennep. Voelde hij zich een bezienswaardigheid? Hoe was het voor hem om verliefd te worden op een mondige Hollandse vrouw terwijl zijn familie thuis al een huwelijkskandidaat voor hem had? Hiang hield zich niet alleen staande in dat culturele geweld, hij maakte carrière en werd een autoriteit op het gebied van plantenziekten. Hiang was de eerste Nederlandse hoogleraar virologie, lezen we bijna terloops. Fascinerend. Over hem zou ik ook best een biografie willen lezen.
03-12-2021 Jeroen van der Kris
ISBN | 9789463821834 |
---|---|
Aantal pagina's | 272 |
Datum van verschijning | 20211022 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 135 mm |
Hoogte | 215 mm |
Dikte | 23 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres