- Gratis verzending vanaf €50,-
- Veilige en makkelijke betaalopties
- Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
- Makkelijk bestellen ook zonder account
'Een innemende, persoonlijke reis door het Adriatisch gebied.' Peter Frankopan, auteur van De zijderoutes
Al eeuwenlang vormen de landen rond de Adriatische Zee een knooppunt van culturen, talen, ideeën en handel. Om het belang van deze regio voor de rest van Europa te kunnen doorgronden reist Robert D. Kaplan af naar Italië, Slovenië, Kroatië, Montenegro, Albanië en Griekenland. Waar dit gebied in de media veelal onderbelicht blijft, toont Kaplan dat het juist het middelpunt is van veel van de grootste uitdagingen van onze tijd, waaronder de opkomst van het populisme, de vluchtelingencrisis en de strijd om fossiele brandstoffen.
Op basis van dertig jaar verslaggeving over de landen langs de Adriatische kust onderzoekt Kaplan de veranderingen die de regio in de recente geschiedenis heeft doorgemaakt. Door zijn historische visie te combineren met een analyse van de culturele en geopolitieke situatie onthult hij het belang van het gebied voor de rest van Europa en ontdekt hij dat juist hier de grenzen tussen Oost en West lijken te vervagen. Daarmee schetst hij niet alleen de terugkeer van Zuidoost-Europa als internationaal handelscentrum, maar biedt hij ook een indringende kijk op de toekomst van Europa en zijn betrekkingen met China en Rusland.
Robert D. Kaplan schreef meer dan twintig boeken over buitenlandse politiek en reizen, waaronder Moesson en Balkanschimmen, waarvan wereldwijd vertalingen zijn verschenen. Hij is voorzitter van de afdeling Geopolitiek bij het Foreign Policy Research Institute en Senior Advisor bij Eurasia Group. Hij werd twee keer opgenomen in de Top 100 Global Thinkers van Foreign Policy.
Over Robert Kaplan:
'Kaplan is een soort rondreizende buitenlandpolitiekexpert die zijn zienswijze niet door zijn inlevingsvermogen laat beïnvloeden.' The Wall Street Journal
'Kaplan verplaatst zich probleemloos van indrukken, geluiden en gesprekken naar de nalatenschap van geschiedenis.' Foreign Policy
Auteur(s) | Robert D. Kaplan |
ISBN | 9789000354184 |
Bindwijze | Paperback |
Aantal pagina's | 416 |
Publicatie datum | 20220324 |
NRC Recensie | 2 ballen |
Breedte | 141 mm |
Hoogte | 213 mm |
Dikte | 38 mm |
De schrijver van een invloedrijk Balkanboek geeft dertig jaar later zijn critici gelijk
Geopolitiek In zijn nieuwe boek komt journalist en Balkankenner Robert D. Kaplan nederig terug op de standpunten van dertig jaar geleden in zijn bestseller Balkanschimmen.
De 69-jarige Robert D. Kaplan heeft spijt. Tijdens een reis over de Balkan, begin jaren negentig, schreef de Amerikaanse journalist een boek, Balkanschimmen, dat aanvankelijk nauwelijks werd opgemerkt. Tot Bill Clinton het de lucht in hield. Het boek zou de president lange tijd ervan hebben weerhouden, zei hij zelf, om militair in te grijpen in de oorlog in en tussen de voormalige republieken van Joegoslavië.
Balkanschimmen was op slag een bestseller én steen des aanstoots onder wetenschappers die deze regio bestuderen. Kaplan tekende overal haat op en plaatste die in een eeuwenlange, diepgewortelde strijd tussen bevolkingsgroepen. Ten onrechte, aldus zijn critici. De breed uitgedragen identiteiten waren veelal het gevolg van recente ophitsing door politici die daar goed garen bij sponnen. Sterker, de identiteiten (destijds ‘etniciteiten’ genoemd) waren helemaal niet eeuwenoud. Weinig populaire boeken kregen er in vakkringen zo genadeloos van langs.
Bijna dertig jaar later reisde Kaplan opnieuw door nagenoeg hetzelfde gebied, langs de Adriatische kust. In het reisverslag geeft hij zijn critici gelijk. Vaak en ruimhartig. ‘Een fout die ik als jongere schrijver in de Balkan maakte was dat ik zulke uiterste efemere identiteiten als vastliggend en permanent beschouwde. Ik was journalist en reisschrijver en noteerde wat mensen me vertelden.’
Sindsdien heeft hij gelezen. Gedachten over volksaard, meent Kaplan nu, zijn als bladeren in de wind. De landen rond de Adriatische Zee vormen de wereld in het klein en de mensheid groeit naar ‘een synthese’. Het nationalistische populisme ‘dat de media ons laten zien’ is een secundair verschijnsel, schrijft hij. We gaan steeds meer op elkaar lijken. Kaplan: ‘Het gebied rond de Adriatische Zee, met zijn subtiele verschillen, vormt daardoor een klaagzang voor een categorie van verschillen die ik een groot deel van mijn leven heb geobserveerd.’
Specialisten
In zijn De Adriatische Zee. Een geopolitieke reis door Zuidoost-Europa neemt Kaplan talloze opvattingen van specialisten op. Vooral in de eerste helft van het boek vertelt hij wat hij leest over de plaatsen die hij aandoet. Ook komen dichters als Ezra Pound, Rainer Maria Rilke en Joseph Brodsky voorbij, de kunsthistoricus Bernard Berenson en de Britse avonturier Rebecca West. Problematisch is wel dat hun teksten hem een excuus lijken te verschaffen om observaties nooit te laten opvolgen door serieus onderzoek, in een archief of met mensen wier levens, mits uitgebreid onder de loep genomen, meer zouden kunnen vertellen over de plaatsen die hij bezoekt. Kaplan beperkt zich tot reisjes door de boekenkast en mijmeringen tijdens ommetjes rond de gerieflijke hotels waar hij verblijft. Later interviewt hij ook politieke hoofdrolspelers, in Montenegro en Albanië. Maar helaas tekent hij uit hun mond louter platitudes op.
‘Reizen moet ertoe leiden dat we aan onszelf gaan twijfelen. En ik zit vol twijfels.’ Dat is sympathiek, zeker, maar het levert niet als vanzelf een boeiend boek op. Bovendien is het niet overtuigend, omdat Kaplan dit soort zinnen telkens laat volgen door de boude beweringen die nu eenmaal in hem opkomen – het zal zijn persoonlijkheid zijn. Zoals: religieuze mensen hebben geen goede smaak. Of, als toegift bij een alinea waarin hij de ondergang van het Habsburgse Rijk verklaart: ‘Lot is datgene wat we onszelf aandoen terwijl we een kracht van buitenaf de schuld geven’.
Oké. Tegelijk is het die polemische bravoure die Kaplan ooit een fascinerende auteur maakte. Bij vlagen is daar nog iets van te zien. Bijvoorbeeld als hij, tegen de tijdgeest in, positief oordeelt over militair-imperialistische ambities. Het zijn ‘de imperialisten geweest’, schrijft hij, ‘die vreemde oorden uit de eerste hand hebben ervaren, en bijgevolg een genuanceerdere opvatting hebben over buitenlandse systemen dan de provinciale thuisblijvers.’
Stelligheid
De stelligheid die tussen de zelfverklaarde onzekerheid doorschemert lijkt een goede illustratie van een oude wijsheid: ‘Als mensen iets over zichzelf zeggen, is doorgaans het omgekeerde waar.’
Ver over de helft schrijft Kaplan plotseling: ‘Hoe meer ik las, hoe onzekerder ik me voelde omdat ik mij realiseerde hoe onwetend ik al die tijd was geweest en hoe weinig ik had bereikt, vergeleken met de auteurs die ik nu las.’
Kaplan heeft een vaardige pen, ook in vertaling, maar op dit punt aangekomen is het moeilijk hem nog te geloven. Het vermoeden groeit dat het hier gaat om indekken tegen kritiek: je kunt mij niets verwijten want ik weet dat ik tekortschiet.
Of het is een klassieke humblebrag, wat beter bij Kaplan past. Zo van: ‘ik zeg dat ik niets voorstel vergeleken bij de auteurs die ik lees. Ik bedoel: moet je eens horen wat voor fascinerende schrijvers ik tot mij neem.’
06-05-2022 Pieter van Os