- Gratis verzending vanaf €50,-
- Veilige en makkelijke betaalopties
- Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
- Makkelijk bestellen ook zonder account
Who cares?
Interessanter dan hoe Rutte uitgroeide tot de onaantastbare premier die hij nu is (of waar en met wie hij met vakantie gaat), is de vraag wat het zegt dat Nederland zich al een decennium laat leiden door een politicus die er prat op gaat geen langetermijnvisie te hebben en geen grote overtuigingen. Heeft Nederland die dan ook niet?
In De gelukkigste man van Nederland schrijft Joost de Vries over hoe politiek onze cultuur beïnvloedt - en omgekeerd. In speelse, wervelende essays over onder meer Mark Rutte en Badr Hari, Voetbal Inside en De luizenmoeder, Rutger Bregman en Ilja Leonard Pfeijffer portretteert De Vries een land dat graag klaagt, maar als het erop aankomt diep tevreden lijkt met zichzelf.
In De gelukkigste man van Nederland stelt Joost de Vries de hamvraag: wat betekent het om overeind te blijven in een wereld die steeds sneller verandert?
Joost de Vries (1983) is adjunct-hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer. Sinds zijn debuutroman Clausewitz in 2010 geldt hij als een van de toonaangevende schrijvers van zijn generatie, van zowel romans als essays. Zijn essaybundel Vechtmemoires werd genomineerd voor de Jan Hanlo Essayprijs. Zijn roman De republiek werd onder meer bekroond met de Gouden Boekenuil en werd in meer dan tien talen vertaald.
Over De republiek:
‘Een wervelende leeservaring, vol verwijzingen naar Mulisch, Hitlergrappen, knipogen naar hedendaagse cultuur en vermakelijke literaire spielerei.’
DE MORGEN
Over Vechtmemoires:
‘Hij schrijft jaloersmakend glashelder, soepel, grappig en bedriegelijk eenvoudig. Subliem.’
DE STANDAARD ****
Over Rustig aan tijger:
‘Joost de Vries bewijst opnieuw dat hij een van de opwindendste schrijvers van zijn generatie is.’
HUMO
Auteur(s) | Joost de Vries |
ISBN | 9789044647648 |
Bindwijze | Paperback |
Aantal pagina's | 224 |
Publicatie datum | 20210129 |
NRC Recensie | 2 ballen |
Breedte | 138 mm |
Hoogte | 215 mm |
Dikte | 20 mm |
Waarom valt Rutte hier zo in de smaak?
Joost de Vries De vragen die Joost de Vries stelt in zijn essaybundel over Mark Rutte zijn interessant en ambitieus. Helaas toont hij weinig intellectuele moed en wordt de lezer nooit een verrassende richting op gestuurd.
Stralend als een zonnetje loopt Mark Rutte ons vanaf de cover van De gelukkigste man van Nederland tegemoet. Hij heeft de pas er in en doet een beetje denken aan een deelnemer aan de vierdaagse van Nijmegen: olijk, met die zwierende armen en militair (dat tempo) tegelijk. Die man (1967) is al meer dan tien jaar de minister-president van Nederland. Dat komt in de buurt van Lubbers, die het als langstzittende premier ooit bijna twaalf jaar volhield. En die man is het onderwerp van een derde deel van de nieuwste essaybundeling van Joost de Vries.
Maar niet op de persoonlijke manier zoals u nu misschien verwacht. Want, zo valt in de catchy geschreven tekst op de achterflap te lezen, op de vraag wie ‘de echte Mark Rutte is’, is maar één antwoord mogelijk: who cares? Met andere woorden, voor een karakterschets, voor het lichten van zijn doopceel of voor interviews met zijn naasten moet u elders zijn. Omdat anderen die taak al volbrachten (zoals NRC-journalist Petra de Koning en Volkskrant-journalist Sheila Sitalsing), maar ook omdat De Vries geïnteresseerd zegt te zijn in iets anders, namelijk wat het nu juist over Nederland zegt dat Rutte er zo in de smaak valt. Want er was en is van alles dat om verbetering schreeuwt, het klimaat, om maar iets te noemen, maar Rutte greep niet of niet afdoende in. En dat vindt het electoraat blijkbaar (of blijkens, gezien de regeerperiode) helemaal prima. Rutte kan hard werken, maar wat hij ook goed kan – dixit De Vries – is wegkijken. We lopen met Rutte weg, maar kijken we ook met hem weg?
De vraag die De Vries stelt is, laat dat voorop staan, interessant. Maar ook erg ambitieus, want je neemt je immers voor om de geest van een compleet volk te peilen. Als je al weet waar te beginnen (waaide die Rutte-eske geest altijd al door Nederland, of is het begonnen bij, om maar wat te noemen, Fortuyn?), dan moet je ook nog weten waar de duiding moet eindigen, aangezien je een land nu eenmaal door allerlei lenzen kunt bekijken. Kiest De Vries voor de sociologie? De filosofie? De antropologie misschien? Het antwoord luidt: geen van allen. Die cocktail van disciplines was misschien meer iets voor Bas Heijne, die lange tijd op wekelijkse basis in deze krant de ziel van Nederland temperatuurde.
De Vries blijft in wezen dichtbij Rutte, wijkt veel minder van zijn zijde dan aangekondigd. Zo valt hij best vaak terug op de boeken van De Koning en Sitalsing. Die we zelf wel kunnen lezen, dus dat is teleurstellend. Wat beter werkt is zijn toepassing van fictie om grip op Rutte te krijgen – en in het verlengde daarvan de andere top dogs van de VVD. Stuk voor stuk figuren die je dan ook zo in een roman van De Vries zou kunnen tegenkomen. On top of the world, maar ook zelfgenoegzaam en de indruk wekkend dat slechts een deel van de wereld het overwegen waard is.
Chique jasje
De gelukkigste man van Nederland belooft een verzameling essays te zijn, maar dat is een te chique jasje. Stukken over Robert Caro of Ilja Leonard Pfeijffer, tja, dat zijn gewoon langere boekbesprekingen, hoeveel moeite De Vries in het geval van Caro ook doet om hem aan Rutte te koppelen. Met Philip Huff naar Badr Hari gaan, die het in het Duitse Oberhausen (eventjes) opnam tegen Rico Verhoeven, zoiets heet een reportage.
Er zit iets eigens in de toon van De Vries (zo typeert hij een bepaald boek als een ‘verhitte lepel en een naald voor politieke junkies’) en hij weet ook veel over zijn onderwerpen, maar hij is ook iemand met een al te comfortabele positionering in het maatschappelijke debat. Anders gezegd: je hebt het boek uit en je bent nul keer richting een verrassend of gewaagd standpunt geduwd; een standpunt dat intellectuele moed verraadt en zich diametraal verhoudt tot de thans zo knellende communis opinio van breed uitwaaierend medelijden.
De mannen van Voetbal Inside zijn mannen op hun retour en Jordan Peterson zou zich toch eens in Thomas Piketty, James Baldwin, Simone de Beauvoir en Yuval Noah Harari moeten verdiepen, want dan zou hij echt heel anders over de economie, zwarte mensen, vrouwelijke mensen en mensen in het algemeen denken. Ja, net als De Vries zeker, die zich, blijkens dit leeslijstje usual suspects, ook nog maar net op dit soort terreinen heeft georiënteerd. Zelf denken!
12-03-2021 Sebastiaan Kort