Tijdens het regime van Katharina de Grote wordt de jonge Grinjov door zijn ouders ingeschreven voor het leger. Onderweg van Sint-Petersburg naar de kleine vesting waar hij gestationeerd wordt, raakt hij verdwaald in een sneeuwstorm. Langs de weg staat een vreemdeling, die hem uit de storm helpt en zo zijn leven redt. Uit dankbaarheid geeft Grinjov hem zijn pels, niet wetende dat dat het begin is van een avontuur vol intriges, liefde en verraad.
Historische feiten en pure fictie zijn door Poesjkin met elkaar verweven tot een tijdloze vertelling. Zijn humor, levendigheid en scherp oog voor de menselijke natuur maken deze novelle tot een heus sleutelwerk van de Russische literatuur.