De Perzische poëzie is een van de rijkste in de wereldliteratuur. In ruim duizend jaar heeft zij grote dichters voortgebracht als Ferdousi, Omar Chajjaam, Roemi, Saadi en Hafez. Hun werk is in veel talen nagevolgd en vertaald.
De eerste Perzische dichters leefden twee eeuwen nadat Perzië door de Arabieren was geïslamiseerd. Zij maakten zich los van de Arabische poëzie en schiepen nieuwe vormen en genres: naast lofdichten van hofdichters, verhalende poëzie over koningen, helden en beroemde liefdesparen uit voorislamitische tijd, korte liefdesgedichten (ghazals), kwatrijnen vol levenswijsheid en lange leerdichten met een schat aan verhalen.
J.T.P. de Bruijn (1931) is emeritus hoogleraar Perzisch aan de Universiteit Leiden en publiceert vooral over de klassieke Perzische literatuur. Over zijn vertaling van Saadi's Rozentuin schreef De Volkskrant: nuchter Nederlands, maar met poëtische precisie.