- Gratis verzending vanaf €50,-
- Gratis retourneren binnen 14 dagen
- Veilige en makkelijke betaalopties
- Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
- Makkelijk bestellen ook zonder account
Auteur(s) | Jan Paul Schutten |
ISBN | 9789045031286 |
Bindwijze | Hardback |
Aantal pagina's | 752 |
Publicatie datum | 20220113 |
NRC Recensie | 2 ballen |
Breedte | 161 mm |
Hoogte | 238 mm |
Dikte | 54 mm |
Overspel, afpersing en onenightstands
Constantijn Huygens jr. Als secretaris van stadhouder Willem III nam hij in 1688 deel aan diens invasie van Engeland. Hij tekende de gebeurtenissen op in zijn dagboek, waar Jan Paul Schutten nu een bewerking van heeft gemaakt.
Meedoen aan een invasie in een buurland: Constantijn Huygens jr. werd in 1688 met de nodige tegenzin ervaringsdeskundige. Hij wist dat het een brutale daad was. Maar de retoriek van die dagen moest iedereen geruststellen: de Engelse bevolking was haar katholieke koning Jacobus zat, en wilde diens protestantse dochter Mary op de troon. Kwam het even goed uit dat ze getrouwd was met de machtige en ambitieuze Nederlandse stadhouder Willem III, die niet terugschrok voor een militair avontuur meer of minder. Constantijn Huygens (1628-1697) was zijn secretaris en had geen keuze; hij voer in de 1688 mee met een enorme vloot over Het Kanaal naar Torquay in Zuidwest-Engeland.
Van daar marcheerde het Nederlandse leger naar Londen. Er werd nauwelijks een schot gelost. Langs de marsroute was het rustig. In dorpjes en steden stonden nieuwsgierigen toe te kijken, regelmatig met duidelijke tekenen van instemming, zoals het tonen van oranje strikjes of doodgewoon sinaasappels op een stokje. Op 21 april 1689 werden Willem en Mary ingehuldigd als het nieuwe koningspaar dat, met instemming van het Parliament, mocht gaan regeren over Engeland, Schotland en Ierland.
Scheve schaatsen
Constantijn Huygens (1628-1697) tekende de stroom gebeurtenissen aan in zijn dagboek, kort en nuchter, zonder veel te analyseren of te commentariëren. Iedere dag een paar regeltjes of alinea’s. Ongekunsteld, hoewel Huygens eerst grove aantekeningen maakte, die hij op een rustig moment alsnog in het net overschreef. Waarom? Wat wilde hij met zijn dagboek? Moest het dienen als geheugensteun om naderhand zijn jaren aan het hof nog eens te kunnen herbeleven? Of had Huygens een dwangmatige neiging de belevenissen van de dag te recapituleren? Het bijhouden van een dagboek deed hij onder aansporing van zijn vader, de beroemde dichter Constantijn Huygens sr., al sinds zijn kinderjaren. De eerste bewaard gebleven aantekeningen dateren uit 1649. De dag puntsgewijs samenvatten werd zijn tweede natuur. Hij is wel vergeleken met de beroemde Londense societyfiguur Samuel Pepys, die ongeveer gelijktijdig een dagboek bijhield waarin grondig zelfonderzoek en een schandaalkroniek elkaar onstuimig afwisselden.
Ook Huygens smult van de scheve schaatsen in zijn nabije omgeving: overspel, ongewenste zwangerschappen, afpersing en onenightstands worden met merkbaar plezier geboekstaafd. Het hof blijkt te wemelen van de vrouwen die wel in zijn voor een avontuur, of anders zichzelf behelpen met een dildo. Huygens noteerde het. Seks is een rode draad door het hele dagboek. Of en hoe Huygens zijn eigen kuisheid wist te bewaren, blijft wat mistig. Er komt wel héél vaak een juffrouw Tondi op bezoek, maar nadere details blijven achterwege.
Maar de dagboeken bieden nog zoveel meer: familiezaken als gesteggel over huwelijken en erfenissen, maar ook een zoon die in het Leidse studentenleven totaal ontspoort. Constantijn Huygens is intussen zelden thuis. In het koude deel van het jaar verblijft hij veelal in Londen, in het warme deel van het jaar trekt hij met Willem III langs de strijdtonelen in de Zuidelijke Nederlanden, waar negen jaar lang een chaotische oorlog met de troepen van Lodewijk XIV wordt uitgevochten. Huygens wordt door Willem III buiten de echte staatszaken gehouden. Hij is niet meer dan een veredelde klerk. Die kwaliteit geeft ook het dagboek zijn charme.
Onder kenners gelden de dagboeken van Constantijn Huygens jr. als een goudmijn voor ons begrip van het toenmalige hofleven. Juist door de koel registrerende beknoptheid is het een onuitputtelijke bron voor fijnproevers. Wanneer je het leest en herleest, blijf je ontdekkingen doen. Tussen 1876 en 1888 verscheen in vier dikke delen een editie van het dagboek in een wetenschappelijke reeks, waaruit de ergste schunnigheden waren weggecensureerd, maar er bleef genoeg prachtigs (en ook schunnigs) over.
Stikchagrijnig
Mooi zijn de steeds terugkerende observaties van het doen en laten van zijn baas Willem III. Huygens blijkt als secretaris nogal afhankelijk van de luimen van de stadhouder-koning. Hij wordt betaald per brief of paspoort die door hem wordt uitgeschreven. Meerdere secretarissen proberen steeds in de gunst van hun baas te blijven, en juist dat maakt dat Huygens hem goed observeert. Willem III wisselde nogal eens van humeur. Soms stikchagrijnig, dan weer opgeruimd. Maar ook een man met charisma; Huygens raakte niet op hem uitgekeken. En hij kon ook geestig zijn; toen Huygens een keer aan het einde van de middag met zijn baas een wandelingetje maakte, merkte Willem op ‘dat ik me gedroeg als de kikvorsen; die komen ook pas tegen de avond tevoorschijn’.
Dat dit dagboek nooit in een moderne editie voor een wat breder publiek beschikbaar is gekomen, valt nauwelijks te begrijpen. Maar nu ligt er dan Schaduwleven, met een ruime selectie uit het dagboek van Constantijn Huygens jr., beginnend in oktober 1688 en eindigend met Huygens’ laatste aantekening van 2 september 1696. Bewerker Jan Paul Schutten, bekend als auteur van kinderboeken (meerdere Gouden Griffels), maakte de keuze van de passages en vertaalde deze zelf in modern Nederlands. Zijn toelichtingen zijn summier, hier en daar last hij een beschouwing in over het leven en de omgeving van Huygens, en af en toe staat er tussen de passages een korte uitleg, of jolig en nogal overbodig commentaar als ‘we mogen nooit meer klagen over vertraging op Schiphol’.
Racekak
Schutten heeft op allerlei manieren de tekst naar zijn hand gezet. Schijnbaar ingewikkelde mededelingen worden versimpeld, zinnen worden verplaatst. Om dit project ‘behapbaar’ te maken, moest Schutten de dagboeken ‘wel bondiger samenvatten’.
De eerste vraag is: wordt het dagboek daardoor prettiger leesbaar? De eenvoudige waarheid is: dit dagboek is geen -pageturner en zal het ook nooit worden, ook in de bewerking van Schutten is het dat niet. De tweede vraag is belangrijker: doet zo’n aanpak recht aan de tekst? En daar wordt het problematisch. Het mooie van Huygens’ dagboek is dat het in al zijn rommeligheid zo heerlijk levensecht is. Het ene moment heeft hij de racekak en even later zit hij weer bij de koning een brief met militair-strategische informatie op te stellen. Schutten heeft een en ander willen stroomlijnen door heel veel details weg te laten. De vergelijking met het origineel is onthutsend: er wordt van alles verhaspeld, Willem III en Lodewijk XIV worden door elkaar gehaald, of er staat Tilburg waar Breda bedoeld is, en dit, vooral in de eerste helft, aan één stuk door. Ook in de finesses gaat het mis. Er staat vaak subtiel iets anders; wanneer bij Huygens ‘meyd’ staat in de betekenis van huispersoneel, dan maakt Schutten er een ‘jongedame’ van. Om in dit genre te blijven: waar bij Huygens ‘jong ding’ staat, dan is dat spreektaal van nu nog precies hetzelfde – al is het vast niet al te woke. Misschien om die reden wordt het bij Schutten heel suf en neutraal ‘jong meisje’.
Heeft Schutten Huygens een beetje willen kuisen? Je zou het bijna denken. Huygens geeft soms details die behoorlijk ontluisterend zijn, zoals over een verkrachtingszaak, waar Schutten een deel van het verhaal weglaat. Waarom? Elders vertelt Huygens een verhaal over een huisbazin die een kamer aan een vrouw verhuurde, en die vele malen door een gat in de vloer had gezien dat iemand met deze vrouw ‘vogelde’. Dit wordt door Schutten vertaald als ‘scharrelde’. Dit is toch al te onnozel. Vertaal het als neuken, naaien, rampetampen, alles is goed, coïteren desnoods, of vozen. Maar scharrelen?
Kuis woordenboek
De juiste betekenis van ‘vogelen’ staat gewoon in het doorgaans zo kuise Woordenboek der Nederlandsche Taal. Hier wreekt zich een gebrek aan vakkennis bij de vertaler, die zich overduidelijk niet terzijde heeft laten staan door een specialist. Dat had Rudolf Dekker kunnen zijn, die de afgelopen jaren meerdere publicaties wijdde aan deze dagboeken (zoals in Constantijn Huygens jr. en de uitvinding van het moderne dagboek uit 2013, nog altijd verkrijgbaar).
Veel ingrepen van Schutten zijn onbegrijpelijk: Huygens noteert steeds wat de dag van de week is, Schutten laat dat weg. Waarom? Of het zondag of maandag is, bepaalt onwillekeurig de kleur van de tekst. Er staat ook regelmatig totale onzin: iemand die eerst door een vuurpeloton wordt geëxecuteerd en daarna wordt gewurgd. Het staat dan ook niet in het origineel. Wat resteert is een nogal wazige zwart-witfoto van een heel kleurig zeventiende-eeuws tafereel.
En dan ontstond er een paar weken geleden een relletje rond Schaduwleven. Al genoemde Huygens-kenner Rudolf Dekker publiceerde op neerlandistiek.nl een aanklacht dat hij veel van zijn eigen vondsten zag terugkeren in Schuttens werk, zonder fatsoenlijke bronvermelding. Schutten zou ze voor eigen research willen laten doorgaan. Dekker spreekt van „opvallende overeenkomsten” en zelfs van „plagiaat”. Bij nader inzien blijken Dekkers grieven meer te zitten in het achterwege laten van bronvermeldingen dan in het overschrijven. Verder laat zich eenvoudig vaststellen dat Schutten toch vooral op eigen kompas vaart en fouten maakt waaraan Dekker zich nooit zou bezondigen.
18-03-2022 René van Stipriaan