Miki ontdekt op het dak van haar huis een oude vrouw. Het is Chris, die daar een tent heeft gebouwd en samen met haar hond Bux een geheim leven leidt.
Miki woont nog niet zo lang in de stad, ze komt uit Dedemsvaart, daar hebben ze geen dames op daken. Ze moet er dus even aan wennen.
Wat het allemaal niet makkelijker maakt, is dat de moeder van Miki op het punt staat op reis te gaan. Nóg meer verandering, en Miki vindt dat maar niks. Totdat ze ontdekt dat Chris haar nodig heeft. Dat is voor het eerst, Miki is nog nooit nodig geweest. Ze besluit het diepe in te duiken en samen met Chris en Bux op een boot te stappen. Een zeevrouw, een zeehond en een zeemeermeisje.
Jowi Schmitz schreef met 'Zeemeermeisje' een boek over een wereld waarin de dingen niet zwart-wit zijn, maar veelkleurig. Of ‘modderig’, zoals Miki het liever noemt. Een boek over het verleggen van verlangens en over het onder ogen zien van de modderigheid van het leven – en er nog blij van worden ook.