De baldadige Lecompte laat opnieuw van zich horen met een subversieve dichtbundel. Over taxidermie en chantage. Over mummificatie en seks. Over zelfkastijding en kerst. Maar ook over haar heilzame en/of verte(de)rende ontmoetingen met lankmoedige boemannen, weerbarstige zeepzieders, achteloze stierenvechters, transseksuele coniferenscheerders, anemische hoefsmeden, gierige blikslagers, valse vogelwichelaars en profetische varanen.
De moeder blijft de onbereikbare lustgodin. De vader is nu eens een weglopende buikspreker, dan weer een snaarzieke tuinman. De oude kruisboogschutter, de partner en muze, heelt en deelt goede raad uit. Maar Delphine legt de goede raad naast zich neer en volhardt in de branie, en in de tomeloosheid. Probeer haar niet te temmen!