De eerste vrouw
Wat wil een man? Een vrouw temmen of de zee in kieperen
Jennifer Nansubuga Makumbi Deze Oegandese schrijver zet nadat ze in haar debuut de geschiedenis van de man in fictie omzette, nu die van de vrouw om in fictie. Het resultaat is geweldig
In den beginne was de vrouw ‘formidabel, sterk, onbevreesd, luidruchtig, trots, dapper en onafhankelijk’. Die oerstaat waarin de vrouw verkeerde, werd echter zo snel mogelijk uitgebannen opdat de vrouw eruit ging zien zoals de man wilde dat ze was: mooi, vrucht- en dienstbaar. Heel soms wordt er een meisje geboren dat de oerstaat nog in zich heeft. Dat kun je zien omdat ze fel is en soms uit haar lichaam vliegt om in de lucht vrij te zijn. Dat vliegen is nodig, omdat ze de maatschappij waarin ze leeft niet hele dagen aankan. De samenleving heeft namelijk weinig op met zo iemand en daarom noemen ze zo’n vliegend iets een heks. Heksen wijken af, zijn alleen en daarom vaak boos en wie boos is, is af.
Met dit verhaal over de oervrouw betreedt het dorpsmeisje Kirabo, het hoofdpersonage in De eerste vrouw van de Oegandese schrijver Jennifer Nansubuga Makumbi, het volwassen leven. Kirabo krijgt haar levenslessen van ‘dorpsheks’ Nsuuta, een vrouw die haar streven tot onafhankelijkheid heeft moeten bekopen met blindheid. Naast Nsuuta begeleiden ook de oma en de tante van Kirabo het meisje in haar zoektocht. Die tocht begint klein vanuit een plattelandsdorp, verplaatst zich naar de stad en een kostschool, waar een invasieleger een eind zal maken aan de ‘geborgenheid’ van die wereld.
Kirabo zoekt niet alleen haar bestaansrecht in een land waar dictator Idi Amin de scepter zwaait, maar is ook op zoek naar haar moeder. Opgegroeid bij haar grootouders en een deeltijdvader, heeft ze namelijk geen idee wie haar moeder is. Niemand wil het haar ook zeggen, terwijl Kirabo graag wil weten waarom ze indertijd is afgedankt. Een coming of age roman kortom, waarbij de Muttersuche centraal staat in plaats van de Vatersuche: hoe standaard wil je het hebben?
De oervader
Als we het over de romans van Makumbi hebben dan is het antwoord: standaard bestaat niet. Hier is namelijk niet alleen een geweldige verteller aan het woord, maar ook iemand die kwesties anders weet aan te snijden dan we gewend zijn. Dat komt zowel door haar breed uitwaaierende manier van vertellen zonder dat de aandacht verslapt, als door de soms lichte toon die in de zware thematiek zit.
Makumbi maakt een groot verhaal niet persoonlijk en klein zoals we dat doorgaans graag zien, maar doet juist het tegenovergestelde: kleine verhalen worden groot en hebben haken en ogen in het verleden. Die haken zijn soms ongrijpbaar omdat ze terugvalt op orale geschiedenis en op denkwijzen die voor de westerse lezer minder gemakkelijk zijn.
Neem het feminisme – een rode draad in deze roman – daar is al veel over geschreven, ook vanuit niet-westers perspectief. De Nigeriaanse auteur Ngozi Adichie deed dat goed in We moeten allemaal feminist zijn, waarin ze onder meer vertelde dat een bewaker van een hotel haar niet wilde binnen laten zonder dat duidelijk was voor wie ze kwam: ‘Er wordt automatisch van uitgegaan dat een Nigeriaanse vrouw die een hotel binnenloopt een prostituee is.’ Het zijn persoonlijke voorbeelden die voor ons invoelbaar maken hoe ondergeschikt de positie van de vrouw overal te wereld is. Pijnlijk, maar toch ook herkenbaar.
De meerwaarde van Makumbi is dat ze niet aan herkenbaar doet. Dat bleek al uit haar roman Kintu, waar ze in 2014 mee debuteerde en prijzen mee won (terwijl ze aanvankelijk geen enkele Britse uitgever kon vinden. Het in het Engels geschreven boek was volgens de uitgevers te ‘Oegandees’). In Kintu was het de eerste man die bepalend was voor het lot van vele generaties: oervader Kintu vermoordt in 1750 zijn zoon, waarna er een vloek op de nazaten rust. Het loopt uit op een masculiene roman waarin de geschiedenis van een familie in Oeganda wordt verteld die te kampen heeft met racisme, identiteit, gekte, kolonialisme en ook hier Idi Amin (de vader van Makumbi was een van de slachtoffers van Idi Amin). In De eerste vrouw is het de oermoeder die door de eeuwen getemd is, en haar uitweg zoekt in verzet. Alle vrouwen in deze tweede roman van Makumbi – de mannen zijn weinig opvallende figuren – zijn op hun manier feminist, allemaal halen ze uiteindelijk ook bakzeil.
Schaamlippen
Er zijn naast de opgroeiende Kirabo (die veelzeggend genoeg de bijnaam Mohammed Alice heeft) namelijk ook de oma, de afwezige moeder, een jaloerse stiefmoeder, een tante en een minnares van Kirabo’s grootvader die op hun manier een plek in de samenleving bevechten, hun manier vinden om te overleven. Ze doen dat niet zoals wij dat gangbaar vinden, of met de werken van Simone de Beauvoir in de hand. Hier kiest de een voor opportunisme, ongeacht de schade die daarmee wordt toegebracht aan de ander. De ander kijkt weg of vecht juist tegen de bierkaai. De verhalen van die verschillende generaties vrouwen komen allemaal uit bij Kirabo, die een plek moet veroveren in een land waar de onvoorspelbaarheid en gruwelijkheid van het Idi Amin-regime en clanverschillen soms bijna surrealistisch aandoen. Die ongeloofwaardigheid geldt ook voor de gedeelde geschiedenis van de oma van Kirabo en de ‘heks’ Nsuuta dertig jaar eerder, die evenwel fascinerend is. De hardheid van de wereld waarin een vrouw haar plek zoekt, accentueert Makumbi met onomwonden gesprekken over seks en het oprekken van schaamlippen.
Wie vermoedt dat het vrouwbeeld dat Makumbi presenteert niets met het onze te maken heeft, komt overigens van een koude kermis thuis. Ook in onze verhalen over de oervrouw ging het al om onbevreesde sterke vrouwen, die getemd moesten worden. Nsuuta vertelt smakelijk over de Europese sirenen die de zeemannen tot waanzin konden drijven, maar ook hoe beeltenissen van vrouwen als halfnaakte wezens met schelpen als bikini’s werden gebruikt om de grillige sirenen de baas te zijn. ‘Die arme Zungu-vrouwen uit de oudheid. Dachten hun mannen dat ze kannibalen waren?’ vraagt Kirabo aan Nsuuta. ‘Je hebt geen idee, Kirabo. Sommigen beweerden dat vrouwen in zeehonden konden veranderen.’ Terwijl de twee verder mijmeren over de banaliteit van de man en over hoe angstig ze zijn voor de onvoorspelbaarheid van de vrouw is er een korte historische conclusie die voor elk werelddeel geldt als het erom gaat wat een man met een vrouw aan moet: ‘Je temt ze of je jaagt ze terug de zee in.’
05-08-2021 Toef Jaeger
ISBN | 9789059369511 |
---|---|
Aantal pagina's | 500 |
Datum van verschijning | 20210315 |
NRC Recensie | 5 |
Breedte | 151 mm |
Hoogte | 231 mm |
Dikte | 43 mm |