De voyeur
Christophe Boltanski Een man treft een verzwegen verleden aan in zijn moeders nalatenschap. Werd ze bespied of zag ze spoken?
Een man kijkt door de beslagen ruiten van een Parijs’ café, vlakbij de Sorbonne. Er zitten studenten die de wereld doornemen, flirten en koffie drinken. Het ruikt er naar tabak en chloor, uit de jukebox klinkt Marvin Gaye. In zijn verbeelding ziet de man zijn moeder daar zitten, in haar jonge jaren, toen hij haar niet kende.
Zij is onlangs overleden en met zijn zus heeft hij haar appartement leeggehaald. Een overvol huis waar nooit iets is weggegooid. Ze ontruimden het ‘zoals je een fles leegklokt, zonder iets uit te zoeken’, bijna alles ging de vuilnisbak in. Een paar notitieboekjes werden gespaard. En een paarsblauwe plastic map, met een etiket: dossier detectives.
Die map wekt zijn interesse: moeder had blijkbaar een onvermoede kant. Ze was niet alleen de vrouw die zich de laatste twintig jaar liggend op een matras in haar huis opsloot en daar verdronk in de rotzooi. De vrouw van wie hij zich verwijderde, die nooit om iets vroeg, maar aan wie ‘alles schreeuwde om hulp’. Schuldig voelt de verteller zich, ‘schuldig aan het niet verlenen van hulp aan iemand in nood’. Hij was altijd op reis, druk, bezig. In de notitieboekjes noteerde ze onder meer precies hoe laat ze haar zoveelste sigaret rookte, in de map vindt hij aanzetten tot detectiveverhalen. Een van de onvoltooide krimi’s heeft als hoofdpersoon een man die met een verrekijker de bewoners van een tegenoverliggende flat bespiedt.
Achtervolgingswaanzin
Wat volgt in De voyeur is een klassieke speurtocht naar het leven van de overleden moeder, een populair thema in de literatuur van nu. Een vraag stellen aan een moeder tijdens haar leven blijkt veel ingewikkelder dan puzzelen na haar dood. De moeder van Boltanski was zwijgzaam, wat leek voort te komen uit ‘een soort schaamte over iets onzegbaars’.
Van haar leven als jonge vrouw wist hij niets af, ontdekt hij: was ze actief in het Front de Libération Nationale, dat de vrijheidsstrijd van Algerije ook in Frankrijk zelf ging voeren? Heeft ze een kopstuk van die beweging onderdak verleend? Waarom omarmde ze op latere leeftijd ‘de grote kwestie van haar tijd, die van de ‘lozen’, de werklozen, de statelozen, de thuislozen, de naamlozen’? Waar kwam haar achtervolgingswaanzin vandaan? Onder welke omstandigheden is hij verwekt?
In zijn vorige, met de Prix Femina bekroonde roman De schuilplaats (2016), deed Boltanski, aan de hand van een tekening van een Parijs’ hotel, de bizarre geschiedenis van zijn Joods-Russische familie uit de doeken. Ook nu is het de vorm die je pakt, de wisseling van perspectief, de stappen van de zoektocht die verweven worden met de verbeelding: ‘om iets van hun gesprek te kunnen opvangen duw ik in mijn verbeelding de deur open’. Nu eens zit je tussen studenten die rond 1960 opruiende pamfletten uitdelen, dan weer in een al dan niet fictief verhaal waarin een detective opdracht krijgt een verdwenen persoon op te sporen. Boltanski bezoekt zijn moeders psychiater, spreekt met haar buren, zoekt naar vroegere collega’s.
Was het toenmalige woonadres van zijn moeder nou een schuiladres voor een gezochte Algerijnse activist? Werd die op zijn beurt gevolgd door ‘schimmige figuren in de meest uiteenlopende vermommingen’? En waarom werd iedereen opgepakt, behalve zij? Zat er een kern van waarheid in haar latere complottheorieën of leed ze aan een mentale stoornis? De verteller vraagt zich af uit welke angst haar vele verhuizingen voortkwamen, wat de bron was voor haar detectiveverhalen. Wilde ze ‘de vijand opsluiten in woorden’?
Gegluur
Net zoals bijvoorbeeld in het werk van Patrick Modiano stelt de verteller zijn vragen hardop, legt hij mogelijke verbanden, diept hij veronderstellingen uit: wie bespiedt wie en waarom? Met dien verstande dat al dat gegluur ook nog een puur verzinsel zou kunnen zijn.
De verwarring die dat schuiven met perspectief – (auto)biografie, non-fictie, verbeelding en halfhartige fantasie – met zich meebrengt, zorgt er juist voor dat je meegaat met Boltanski’s zoektocht. Cirkels van heden en verleden draaien langs en door elkaar heen. Ze schuren, botsen en wringen dat je er duizelig van wordt. Zo is De voyeur een spiegelpaleis van de verbeelding, waarin alles verwijst naar alles, waarin de spieder wordt bespied, de observator wordt geobserveerd en waarin fragmenten van waarheid van de ene naar de andere kant schieten. Niets is helder, niets is eenduidig – als het leven zelf.
ISBN | 9789059368804 |
---|---|
Aantal pagina's | 256 |
Datum van verschijning | 20191112 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 125 mm |
Hoogte | 200 mm |
Dikte | 24 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres