De wraak van Poetin
Kort na de terroristische aanslagen in Parijs zegt Vsevolod Tsjaplin, aartspriester van de Russisch Orthodoxe kerk, dat die stad het bloedbad aan zichzelf te wijten heeft. ‘Kan Europa zo nog wel verder leven?’ vraagt hij retorisch. ‘De eeuw van verdraagzaamheid, pluralisme, onverschillige wereldbeelden en de ontkenning van de waarheid is ten einde gekomen. Het is tijd om terug te keren naar de oude zeden.’
Tsjaplin, die bekend staat om zijn onheilspellende anti-westerse commentaren, is een geziene gast in de Moskouse tv-studio’s. Hij vertegenwoordigt dezelfde kerk die wijwater sprenkelt over de Russische bommenwerpers waarmee Poetin sinds enkele maanden Assads grondtroepen van luchtsteun voorziet. Het is de Franse president Hollande die nu in een alliantie met Poetin ‘onze’ oorlog tegen IS de beslissende fase in wil leiden.
Als we Tsjaplin niet hadden, zouden we bijna vergeten dat Rusland en Europa verwikkeld zijn in nog een ander conflict, een oorlog van Rusland tegen Europa, in het hart van het eigen continent: Oekraïne. Hoe paradoxaal dat ook lijkt, de verschuivende allianties in het Midden-Oosten hebben daar alles mee te maken.
‘Er is een nieuwe Koude Oorlog uitgebroken’, schrijft Hubert Smeets in De wraak van Poetin. ‘En die is kouder dan de oude Koude Oorlog, omdat de huidige het continent diepgaander en breder verdeelt dan toen.’ Smeets spreekt van ‘de ernstigste crisis in Europa sinds de bouw van de Berlijnse muur’. Hoe heeft het zover kunnen komen? Hoe kan het, in de woorden van de Russische historicus Joeri Afanasjev, dat in Rusland ‘een orthodox christelijk spionnennetwerk’ heerst dat kan rekenen op de steun van ‘een agressief gehoorzame meerderheid’?
Neofeodaal systeem
Smeets schrijft ruim 25 jaar over Rusland. Hij was erbij in 1991, als correspondent voor deze krant, toen de Sovjet-Unie uit elkaar viel. De laatste jaren zit hij, eveneens voor NRC, bovenop de gebeurtenissen in Rusland en Oekraïne. De wraak van Poetin is een vlijmscherpe en tegelijkertijd ontnuchterende analyse van de complexe situatie die is ontstaan sinds de annexatie van de Krim door Rusland en het gewapende conflict in Oost-Oekraïne.
Smeets laat zien dat Poetin niet zomaar uit de lucht is komen vallen, maar deel uitmaakt van een bestuurlijk continuüm. Hij maakt inzichtelijk wat de belangrijkste eigenschappen zijn van het Poetinisme en ontkracht en passant hardnekkige westerse mythes over Rusland. Zo ging Europa er ten onrechte van uit dat de vrijemarkteconomie, rechtstaat en democratie universele waarden zijn en dat samenwerking voor iedereen een win-win situatie zou zijn.
Europa weet zich geen raad met Poetins assertiviteit. Het venijn en de agressie waarmee hij voor zichzelf een plek opeist op het internationale toneel, komt voor de meesten als een totale verassing. Zaten de Europeanen te slapen?
Om de handelingen van het Kremlin en de ogenschijnlijk almachtige Poetin te begrijpen, plaatst Smeets deze in een historisch perspectief. Van het Europese project waarmee Gorbatsjov en Jeltsin hebben geprobeerd om Rusland te democratiseren en te hervormen tot een sociale markteconomie, is niets terecht gekomen. Ook Smeets geeft toe dat hij lang is blijven geloven in die zogenaamd onvermijdelijke Europeanisering van Rusland. ‘Tot 2011,’ schrijft hij, ‘dacht ik dat Rusland hooguit wat dialectische vertraging had opgelopen op het pad naar Europa.’
Maar Jeltsin was in wezen géén democraat. Hij hield zich bezig met nephervormingen en legde de fundamenten voor een hyperpresidentschap waarop Poetin, profiterend van de almaar groeiende stroom petrodollars, de staat terugbracht in het centrum van de macht. Zijn regime heeft alle politieke en economische activiteit onderworpen aan de ‘verticaal van de macht’. De Russische democratie is ‘soeverein’. Verkiezingen worden nagebootst en staan onder de strikte controle van de politiek technologen in het Kremlin. In het Russische kapitalisme heeft niet de vrije markt, maar de staat de sturende hand.
Gordel van corruptie
Poetins oorlog tegen het Westen draait om een sociaal-cultureel conflict, betoogt Smeets, met aan de ene kant een Europa dat wil geloven in de toekomst van de rechtstaat en aan de andere kant een Rusland dat terug wil naar de negentiende eeuw. Deze clash is te herleiden tot de tegenstelling tussen onderdaan en staatsburger. Voor de machthebbers in het Kremlin is het westerse systeem, waarin het gaat om actief burgerschap, democratie en rechtstaat, een bedreiging voor het Russische neofeodale systeem, waarin de burger een passieve onderdaan is en de wet ondergeschikt is aan de staat. Poetins belangrijkste politieke instrument is corruptie. Als corruptie niet werkt, grijpt hij naar agressievere middelen. De oorlog in Oekraïne is hiervan een goed voorbeeld: een burgerbeweging in dit voormalige Sovjetland probeert zich los te wringen uit Poetins gordel van corruptie – noem het zijn invloedssfeer – en moet dat bekopen met een alles ontwrichtende oorlog.
En er speelt meer. Sinds Poetins terugkeer in het Kremlin in 2012 worden de Russen steeds meer gedreven door paranoia en revanchisme. Ze zien in alles een complot en zijn ervan overtuigd dat westerse mogendheden met elkaar samenspannen om de Russische civilisatie en wereldmacht te vernietigen.
Poetin wil zich wreken op de geschiedenis, hij ziet Rusland als de onrechtmatige verliezer van deze voortdurende geopolitieke strijd. Dit ressentiment, of ‘Versailles-syndroom’, zoals Smeets het noemt, neemt zorgwekkende vormen aan. Poetins voormalige spindokter Gleb Pavlovski zegt hierover dat het op de kalender van het Kremlin altijd 22 juni is, de dag waarop de nazi’s begonnen met Operatie Barbarossa en de Sovjet-Unie binnenvielen.
Met De wraak van Poetin levert Smeets een waardevolle en belangrijke bijdrage aan de discussie over onze strategische relatie met Rusland en onze associatie met andere ex-Sovjetstaten, in het bijzonder Oekraïne. Het boek leest ook als een waarschuwing. Want als Europa zich verder laat intimideren en bereid is om Oekraïne op te offeren voor een vrede onder Poetins voorwaarden, een scenario dat steeds waarschijnlijker wordt nu Poetin zich in Syrië in de positie van de vredesstichter en redder van Europa heeft gevochten, dan zal er tussen Rusland en Europa een groot ‘zwart gat’ ontstaan. Of nog erger: Rusland stoot door en eist een centrale positie op in een desintegrerend Europa.
Poetins neokoloniale strijd in Oekraïne en het spierballenvertoon in Syrië confronteren de Europese leiders met hun eigen strategisch onvermogen. Het is ook een rookgordijn waarmee hij Kremlin de fragiele situatie in eigen land probeert te verhullen.
Volgens de laatste peilingen kan Poetin rekenen op de steun van zo’n negentig procent van de bevolking. Maar wat zegt dat eigenlijk over de stemming in het land? De informatieoorlog heeft geleid tot een klimaat van angst en intimidatie. De propaganda cultiveert een diepe vertrouwenscrisis. Daar komt bij dat de Russische economie in recessie is. Het land is in toenemende mate afhankelijk van olie en gas. In andere sectoren van de economie vallen zware klappen, behalve in het militair-industriële complex. Inflatie en werkloosheid duwen ruim zestien procent van de bevolking onder de armoedegrens.
Dit regime kan zichzelf niet hervormen, niet politiek, niet economisch. De enige legitimering voor de Russische macht is oorlog tegen een fictieve vijand en daarvoor brengt het de bevolking in permanente staat van paraatheid.
Leven na Poetin?
Hoe heeft een onbeduidende KGB-agent kunnen uitgroeien tot een heuse vozjd, een Grote Leider gelijk aan Josif Stalin, die nu zijn stempel drukt op Rusland en de wereld? Het gaat inmiddels zo ver dat het lot van Rusland vervlochten is met dat van Poetin. ‘Er is geen Rusland zonder Poetin,’ zegt Vjatsjeslav Volodin, hoofd van de presidentiële administratie. ‘Wie Poetin aanvalt, doet een aanval op Rusland.’
Wie dit verschijnsel beter wil begrijpen, leest de omvangrijke biografie De Nieuwe Tsaar, door Steven Lee Myers, voormalige bureauchef voor The New York Times in Moskou. Het is een virtuoos samengesteld boek en de meest volledige Poetinbiografie tot nu toe.
Poetin heeft zichzelf altijd een romantische heldenrol toegedicht. Hij is zestien als hij in 1968 de verfilming ziet van de spionageroman Het schild en het zwaard, over een Sovjetagent die in nazi-Duitsland infiltreert bij de SS. Poetin weet het: hij wil spion worden. Dat lukt, maar hij heeft het nooit geschopt tot een prestigieuze positie in het buitenland. Zijn docenten vonden hem teruggetrokken en niet communicatief, pedant, roekeloos en opvliegend. Ze sturen hem naar een onbelangrijke post in Dresden. Veel Poetinkenners zoeken de verklaring voor het wereldbeeld van de Russische president in deze jaren. Hier heeft hij moeten aanschouwen hoe de Sovjet-Unie aan zichzelf ten onder ging. Een traumatische ervaring. Poetin heeft zich verraden gevoeld door Moskou. De val van de Sovjet-Unie noemt hij de grootste geopolitieke catastrofe ooit. Een groot deel van Poetins karakter is inderdaad gevormd door zijn ervaringen bij de KGB en, later in de jaren negentig, als de politieke fixer van de kleurrijke politici Anatoli Sobtsjak en Boris Jeltsin. Maar de daarop volgende vijftien jaar in het nieuwe millennium zijn minstens even belangrijk. Het armoedige eenkamerflatje waar hij tot zijn volwassen jaren met zijn ouders woonde is inmiddels lichtjaren verwijderd van de paleizen die hij als nieuwe tsaar betrekt.
De Poetin zoals we die nu kennen is ook gevormd door de ongekende economische en politieke macht die hij als president heeft vergaard en door de eindeloze Kremlin-intriges en miljardendeals waarin hij optreedt als de ultieme arbiter. Hij is erdoor veranderd, zegt een oude vriend, ‘vermoeid, rigide en dogmatisch, vervuld van wantrouwen en angst, zelfs jegens de mensen in zijn directe omgeving’. Poetin is ‘verbronsd’ zegt een andere ingewijde, kil en afstandelijk, afgehard tot een soort monument. Hij leidt een geïsoleerd bestaan. Hij zwemt, sport en ontbijt in zijn eentje. Alleen zijn hond Koni, een zwarte labrador, is altijd bij hem.
Met deze Poetin moeten we het nog een tijdje doen. Reken zelf maar uit. In 2018 wacht hem een nieuwe presidentstermijn van zes jaar. Concurrenten zijn er niet.
Hubert Smeets (1956) is journalist bij nrc Handelsblad. Tijdens de ondergang van de Sovjet-Unie in 1991 was hij correspondent in Moskou. Van 2003 tot 2007 was hij hoofdredacteur van De Groene Amsterdammer. Hij won de Anne Vondelingprijs voor politieke journalistiek en schreef onder meer Gekrenkte zielen. Vrijheid in Rusland.
‘De wraak van Poetin is een knappe intellectuele en historische speurtocht naar de wortels van de huidige spanningen tussen Rusland en Europa - een speurtocht die Smeets met open vizier aangaat. […] Daarbij ontleedt hij de essentiële organen van dit regime - van het gebruik van de geschiedenis tot de persoonlijkheidscultus rond Poetin - met vaste hand. Het resultaat is een rijke maar ook verontrustende analyse van het “nieuwe” Rusland.’ De Volkskrant ****
‘De wraak van Poetin is een vlijmscherpe en tegelijkertijd ontnuchterende analyse van de complexe situatie die is ontstaan sinds de annexatie van de Krim door Rusland en het gewapende conflict in Oost-Oekraïne. Smeets laat zien dat Poetin niet zomaar uit de lucht is komen vallen, maar deel uitmaakt van een bestuurlijk continuüm. Hij maakt inzichtelijk wat de belangrijkste eigenschappen zijn van het Poetinisme en ontkracht en passant hardnekkige westerse mythes over Rusland. […] Met De wraak van Poetin levert Smeets een waardevolle en belangrijke bijdrage aan de discussie over onze strategische relatie met Rusland en onze associatie met andere ex-Sovjetstaten, in het bijzonder Oekraïne.’ NRC Handelsblad ****
‘Diepgaand, verhelderend, verrassend: Hubert Smeets is, als geen ander, een geschiedschrijver van deze tijd.’ Geert Mak
ISBN | 9789035143678 |
---|---|
Aantal pagina's | 264 |
Datum van verschijning | 20151125 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 137 mm |
Hoogte | 214 mm |
Dikte | 33 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres