De haven van Dover, juni 2000. De Britse douane opent de laadruimte van een Nederlandse vrachtwagen en vindt daarin achtenvijftig dode Chinezen. Tussen deze slachtoffers van mensensmokkel zijn slechts twee overlevenden.
In havenstad Rotterdam, startpunt van de fatale reis, komen verschillende werelden samen. Een jonge vluchteling houdt zich verscholen in een Chinese keuken, dag na dag werkt hij in het restaurant van Mr. Chow. Hij leert de Nederlandse taal via de ondertitels van films en ontmoet een bereisde jonge fotografe die zijn ondergrondse bestaan verlicht. Zijn beste vriend is een Afrikaanse krantenbezorger die leeft met de angst voor ontdekking. Tegelijkertijd ontfermt een verbitterde asieladvocaat zich over een tot prostitutie gedwongen meisje.
In Dover vechten de personages voor een veilige bestemming, een laatste land om te blijven.