Het broze licht
De alledaagsheid in de uren voor een aangekondigde dood
Tomás González Het nieuwe boek van deze Colombiaanse schrijver gaat over de omgang van een vader met de euthanasie van zijn zoon.
‘Ik sliep bijna vier uur achter elkaar, droomloos, tot ik om zeven uur gewekt werd door een steek in mijn buik vanwege de dood van mijn zoon Jacobo, die we voor zeven uur ‘s avonds in Portland, tien uur New York, gepland hadden.’ Op de eerste pagina van Het broze licht, de nieuwe roman van de Colombiaanse schrijver Tomás González (1950), staat die zin, waar ik even van moest slikken. Om dat ultra-praktische ‘gepland’, die tijden, om hoe dat wringt met iets huiveringwekkends als de dood van een zoon. Steeds hanteert González die droge, directe vertelstijl, waardoor Het broze licht nooit pathetisch wordt, maar des te meer onder de huid kruipt.
Beroemde schilder
Hoe verhoudt een vader zich tot de euthanasie van zijn zoon? Over die vraag gaat de roman dus, onder andere. De vader in kwestie is inmiddels een 78-jarige weduwnaar, de euthanasie van Jacobo heeft zich decennia eerder voltrokken. De verteller woont nu in de bergen in Colombia. Ooit was hij een beroemde schilder, maar nu is hij zo goed als blind en overgestapt op schrijven; dat gaat nog net. ‘Ik word met de dag magerder,’ schrijft hij, ‘en verdamp langzaam en word louter geest’. Terwijl ook de behoefte om dingen vast te leggen afneemt, werkt hij door aan een laatste tekst, waarin hij terugkeert naar de loodzware uren die voorafgingen aan de dood van zijn zoon.
Het gezin woont dan nog in New York. Na een auto-ongeluk lijdt Jacobo al jaren vreselijke pijn en dat is niet meer vol te houden. Samen met zijn broer is de jongen nu naar Portland vertrokken, waar euthanasie legaal is. De rest van het gezin wacht in een soort trance op het bericht van zijn dood. Sec en gedetailleerd doet González verslag van de hooggespannen uren in het bedompte stadsappartement, waar de tijd verstrijkt ‘als een wiel dat steeds harder op onze botten drukte.’ Hoewel de beklemming en de onmacht van het gezin sterk voelbaar zijn, werd ik zelf onverwachts geraakt door nog iets anders: door de alledaagsheid van wat er in die uren voorvalt. Nog even een dutje doen. Iets eten. Blokje om lopen door de buurt. Praatje. Iemand tokkelt wat op een gitaar, speelt een computerspelletje. Kopje koffie. Kat die zich uitstrekt. Het leven, kortom, dat ‘gewoon’ doorgaat, met al z’n suffe trivialiteiten – terwijl dat van Jacobo op het punt staat te eindigen.
Twee tijdlagen
Naadloos schakelt González tussen de twee tijdlagen – Colombia en New York – alsof hij zich nog altijd in dat vagevuur vóór dat onafwendbare telefoontje bevindt. Dat gaat zo met trauma’s, die blijven levend, maar versterkt wordt het nu de verteller met zijn eigen sterfelijkheid wordt geconfronteerd. Ook nu bevindt hij zich in een vagevuur, waar de beelden, die hem langzaam verlaten, inmiddels ‘evenzeer van binnen als van buiten komen’.
Vanzelfsprekend roept de situatie compassie op met de verteller. Maar dat maakt hem nog niet onverdeeld sympathiek – en ergens geeft dat het boek de bite die het nodig heeft. De verteller is opvallend weinig bezig met wat er in andere mensen omgaat, op verantwoordelijkheidsgevoel valt hij niet te betrappen. Maar vooral de manier waarop hij over vrouwen schrijft vond ik lastig. Zijn eigen vrouw leren we kennen als iemand met een mooie donkere huid en een fraaie rug, die ‘s ochtends haar benen incrèmet, en die er ondanks wat littekens nog best jong uitziet voor haar leeftijd. Zijn schoondochter is ‘een kunstwerkje om op een plankje te zetten’. Over de jonge vrouw die hem in Colombia verzorgt fantaseert hij dat ze een badpak draagt. Natuurlijk, hij is schilder, hij heeft een bovengemiddelde focus op vormen en kleuren, en juist nu de beelden hem dreigen te ontglippen klampt hij zich vast aan de herinnering aan wat hij begeerde – maar zijn blik is zo reducerend. En dat terwijl hij in alles volstrekt afhankelijk is, júist van de vrouwen in zijn leven. Of zou zijn blik zo reducerend zijn omdát hij zo afhankelijk van ze is? Bij mij leverde het een gekke spagaat op tussen empathie en afkeer voor het personage.
Hoe zwaar de thematiek ook moge zijn, González slaagt er knap in de vertelling verteerbaar te houden, mede door die minder aimabele kanten van zijn verteller. Met een indrukwekkende beheersing weet hij de spanning, de beladenheid en de onmacht op te roepen van een op handen zijnd verlies. En maakt hij voelbaar hoe desondanks het leven triomfeert.
27-05-2022 Shira Keller
ISBN | 9789493169289 |
---|---|
Aantal pagina's | 144 |
Datum van verschijning | 20220119 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 132 mm |
Hoogte | 187 mm |
Dikte | 19 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres