‘Het leven van een heer is omringd door schoonheid en kunst in een smaakvolle omgeving. En toch ontbreekt er iets aan.’
‘Terugkijkend op mijn veelbewogen leven sta ik toch wel even paf. De biograaf die mijn onwaarschijnlijke lotgevallen beschreef, zal van tijd tot tijd beschuldigd worden van een overmaat aan fantasie, terwijl alles toch echt gebeurd is.
Tom Poes, mijn vriend en beschermeling, en ik: wij schrokken nergens voor terug! Geen zee ging ons te hoog, en samen grepen we iedere poel van verderf aan.
Even leek het erop dat het mijn lot was dat ik na alle avonturen alleen de herfst des levens in zou gaan. Een dwaze gedachte! Want u, beste lezers, had natuurlijk allang in de gaten dat Doddeltje, eh juffrouw Doddel, en ik voor elkaar voorbestemd waren.
Soms ligt het Geluk recht voor je neus, maar je ziet het niet, omdat je het te ver zoekt, als je
begrijpt wat ik bedoel.’
– zo meldde Rommeldams bekendste burger onze reporter ter plaatse