Het licht aan het einde van de loop
Je voelt het ongeduld van de kogel…
Martin Michael Driessen De monoloog van een kogel geeft Driessen de gelegenheid om het Amerikaanse vuurwapenfetisjisme aan te kaarten, maar ook de onberekenbaarheid van de mens.
Je voelt je een beetje zo’n ouderwetse privédetective, als je de nieuwe novelle van Martin Michael Driessen (1958) leest. Want als je het boekje voor je houdt, kun je door de stencilgaten in de bovenhoeken heen kijken en zie je precies wat er gebeurt achter het boek. Het lijkt verdikkeme wel alsof iemand er een kogel doorheen heeft geschoten.
Dat is dan ook wat Het licht aan het einde van de loop biedt: het verhaal van een kogel. Daadwerkelijk, want er wordt niet óver een kogel verteld, de kogel voert zélf het woord. Een echte ‘autobiografie’, zoals de ondertitel meldt, is het weliswaar niet, maar toch, met de monoloog wordt een aardig deel van het kogelleven samengevat. Dat begint in de la van een tandarts in Miami, belandt dan in de handen van een paar criminelen en gaat vervolgens mee in de bagage van een vertaler Nederlands-Engels. En al die tijd in het gezelschap van Henry, zoals de kogel de revolver die hem af zal vuren is gaan noemen.
Vuurwapenfetisjisme
Toch? Want je kunt toch niet als kogel op aarde gezet worden en niet worden afgevuurd? Dat zou de anticlimax ten top zijn. Waar je Martin Michael Driessen, die eerder onder andere de roman De pelikaan schreef en de met een ECI Literatuurprijs onderscheiden verhalenbundel Rivieren afleverde, sowieso mee moet complimenteren is dat hij je een kleine honderd pagina’s lang het ongeduld van de kogel laat voelen.
En ook is Driessen alert en vindingrijk, vindt hij telkens weer de ruimte om zijn gekozen perspectief te benutten. Zo steek je van alles op over wapens en munitie, maar laat hij de kogel bijvoorbeeld ook beweren dat hij zichzelf als ‘een soort volksvertegenwoordiger’ ziet: ik kan er zijn, hier in een nachtkastje in Miami, omdat de Amerikaanse kiezer dat toestond. Het is een interessante invalshoek op het vuurwapenfetisjisme van de VS. Hij is eigenlijk een spiegel, de kogel. Dat hij geproduceerd is en dat hij als gevolg daarvan teweeg wil brengen waar hij voor geproduceerd is, daar spreekt zoiets als de wil van de mens uit, van de mens uit de Amerikaanse cultuur welteverstaan.
De Nederlandse schrijver die op bezoek komt bij zijn vertaler foetert dan ook flink op het land. ‘Jullie vormen zo’n beetje de laatste primitieve samenleving die we nog kennen. De Unesco zou de VS tot werelderfgoed moeten verklaren…’
En toch draait het hier niet om drieste Amerika-haat, dat zou wat al te plat zijn. Waar het Driessen eerder om te doen lijkt, dat is zoiets als de wispelturigheid en de onberekenbaarheid van mensen in het algemeen, die veel te vaak van mening, inzicht of gemoed veranderen om zo’n definitief voorwerp als een vuurwapen te kunnen bedienen.
Mooie vorm, fijn boek, al worstelt Driessen met name in het begin van zijn verhaal wel opzichtig met de vraag wat hij de kogel wel en niet kan laten weten. Daar had wel een drupje olie bij gemogen.
29-04-2022 Sebastiaan Kort
ISBN | 9789028221048 |
---|---|
Aantal pagina's | 96 |
Datum van verschijning | 20220301 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 132 mm |
Hoogte | 212 mm |
Dikte | 11 mm |