Het bamboemeisje
De sfeer van Japan uit vervlogen tijden
Kinderboek Iedere man wil trouwen met het beeldschone bamboemeisje, maar zij blijft raadselachtig onbereikbaar. In deze beeldroman maken tekenaar en schrijver een eigentijdse, evocatieve versie van een oud Japans sprookje.
Het is vast geen toeval dat op de omslag van Het bamboemeisje de naam van Mattias De Leeuw vóór die van Edward van de Vendel prijkt. Wie de beeldroman, geïnspireerd op het Japanse sprookje over een bamboesnijder die een minimeisje tussen de bamboestaken vindt, openslaat, wordt direct gegrepen door de heldere inkttekeningen en energieke penseelstreken die doen denken aan kalligrafie-kunst. Ze ademen de sfeer van Japan uit vervlogen tijden. Tegelijkertijd zorgt de losse opzet van de prenten voor een eigentijdse uitstraling.
Dit hedendaagse er-was-eens zit ongemerkt ook in Van de Vendels knappe, bondige, poëtische sprookjestekst die prachtig samengaat met het beeld. Hij volgt het tiende-eeuwse origineel over het mooie meisje en haar oude ouders, en op de vermeende edele mannen die zich vergeefs als huwelijkspartner melden. Maar de zoektocht naar liefde van het meisje, de verhaalmotor, en haar romantische verlangen samen te vallen met ‘de enige die ooit haar hart had laten zweven’ (de keizer vermomd als gewone jongen) zonder daarbij haar vrijheid en individualiteit te verliezen, is typisch een perspectief van onze tijd. Subtiel gebruikt Van de Vendel het eigenlijke verhaalgegeven dat het bamboemeisje ‘niet van deze wereld is’ waardoor haar liefde geen bestaansrecht heeft, om haar drang naar authenticiteit en het innerlijke conflict dat dit veroorzaakt te benadrukken: ‘Het was onmogelijk. En dat het zo onmogelijk moest zijn, was ook onmogelijk’, verzucht ze betekenisvol.
Prinses
Die eigenheid blijkt uit de geweldig expressieve mimiek die De Leeuw de personages gaf. En Van de Vendel gaf haar de naam Jie, naar het geluid wat haar adoptievader hoorde voordat hij haar vond. Pas wanneer Jie’s schoonheid haar onbedoeld in een hartenbreekster verandert, leren we dat ze Nayotake no Kaguya-hime heet, ‘De Stralende Prinses Van Het Soepele Bamboe’. Maar in Het bamboemeisje is dit slechts een bijnaam, bedacht door Jie’s aanbidders. Ook veelzeggend is de liefdesverklaring van de keizer aan Jie: hij fluistert haar toe hoe ‘zijn land zijn keizerschap als boeien om zijn voeten had gelegd, als een kooi over zijn schouders gezet’, maar dat hij bij haar zichzelf is.
Van de Vendels taal is evocatief, met klinkerrijm en treffende vergelijkingen. Mooi zijn die van Jie’s bewonderaars over het blauw waarin zij zich hult: ‘Alsof de leeuwerik het zelf tevoorschijn heeft gezongen’, zegt de een. ‘O, vrouwe, die blauw draagt alsof het water zelf het heeft geverfd’, zegt de ander. Ondertussen biedt de lichte spot die soms doorklinkt een prettig tegenwicht aan de melancholieke ondertoon.
Eenzelfde effect heeft het maanmeisje in het groen waarmee het verhaal opent. Aanvankelijk is zij vooral een geestig commentator. Zo staat er als Jie haar aanbidders wegstuurt met opdrachten ‘tot aan de verste horizon’: ze wil toch een prins? ‘Is dit een sprookjesverhaal of niet?’ Wanneer de magische ontknoping nadert, blijkt haar leven echter nauw met dat van Jie verweven. Het bevrijdende antwoord op de vraag wat liefde is, ligt uiteindelijk opgesloten in die onverwachte symbiotische relatie.
26-02-2021 Mirjam Noorduijn
Tot er een jongen komt op wie Jie verliefd wordt. Hoe kan ze nu kiezen tussen hem en haar ouders? En wat moet ze doen als ook hij zijn onmogelijke taak niet volbrengt?
Edward van de Vendel baseerde Het bamboemeisje op het verhaal van de bamboesnijder, een Japanse vertelling uit de 10de eeuw. Mattias De Leeuw liet zich voor dit boek inspireren door oude Japanse prenten en kalligrafie.
Een betoverende vertelling voor iedereen vanaf 10 jaar.
ISBN | 9789021414836 |
---|---|
Aantal pagina's | 256 |
Datum van verschijning | 20210122 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 157 mm |
Hoogte | 240 mm |
Dikte | 23 mm |