Omdat Venus op de dag dat ik werd geboren een alpenviooltje passeerde
Deze Noorse schrijfster zou wel eens fanatieke fans kunnen krijgen
Mona Høvring De eerste vertaling van deze Noorse schrijfster vertelt het verhaal van twee zussen in een sanatorium. Een lief coming-of-age verhaal dat gelukkig niet te lief wordt.
De Noorse Mona Høvring (1962) heeft een behoorlijk oeuvre aan proza en poëzie op haar naam staan. Behalve haar gelauwerde roman Omdat Venus op de dag dat ik werd geboren een alpenviooltje passeerde werd er nog geen boek naar het Nederlands vertaald, maar het lijkt me sterk als dat zo blijft. Høvring zou zomaar een auteur kunnen worden met een kleine doch fanatieke schare liefhebbers, die na kennismaking geen letter meer van haar werk willen missen.
‘Mijn zus heet Martha. In fluorescerend licht lijkt haar haar wit. En hoe ik heet? Ik heet Ella en mijn ogen zijn bijna groen.’
Als een voiceover vertelt Ella over een korte periode in het leven van haar en haar zus, die na een mislukte relatie aan iets als een zenuwinzinking lijdt. Samen gaan ze, om Martha bij te laten komen, naar een chique hotel, een soort sanatorium eigenlijk. Op dat moment is Ella tweeëntwintig, haar zus op de dag af een jaar ouder.
Zenuwuiteinden
Martha is nogal delicaat, zo na die zenuwinzinking: ‘Haar een compliment geven was hetzelfde als haar een opdracht geven, een verplichting opleggen.’ Dat is moeilijk voor Ella, die aanvankelijk het liefst zou zien dat hun band – ze lijken wel ‘losgekoppeld’ – weer even symbiotisch wordt als in hun kindertijd. Maar het is niet dat Ella de stabielste in huis is; haar gevoelsleven is grillig, ze neemt de wereld fel en direct waar, met zenuwuiteinden die ‘knisperen’. ‘Er zat zo weinig lucht tussen het leven en mij’, observeert ze vanuit een onbenoemd achteraf.
Wat er gebeurt is allemaal niet wereldschokkend: er wordt gekibbeld, Ella beleeft iets als een romance met een vrouw die eruitziet ‘als een jongeling in een oude Engelse film’, Martha verdwijnt even, het sneeuwt meedogenloos – en toch boeit het mateloos. Misschien omdat de gebeurtenissen dat grillige innerlijk leven van Ella lijken te illustreren in plaats van andersom.
Haar observaties zijn soms klein, raak, grappig, zoals in een terugblik naar een ongemakkelijk diner met hun moeder: ‘Op dat punt in het gesprek vertoonde de ober duidelijke tekenen van onrust, zijn voorhoofd begon te glimmen, de warmte steeg eigenlijk al van tafel op voordat het eten er stond.’ Andere keren zijn ze haast Lispectoriaans in het zoeken naar precies de juiste woorden voor bepaalde sensaties, het stapelen van vergelijkingen: ‘O, verrukking. O, genade. En de stilte, de stilte in die droom was als een vriendelijke pijl, die als rechtvaardigheid was, bereikbaar en soeverein.’ En ja, vaak zijn ze ook een tikkie melodramatisch, impressionistisch: ‘Van waar ik zat, was het of het hele hotel van glas was en de bergen buiten van goud waren, gesmolten goud dat alle toppen, rotsen en kloven bedekte. Het sneeuwde goud, goudstof dwarrelde in de wind. En toen, door dat fonkelende vlies heen, door dat genot heen, voelde ik iets in mijn tas trillen.’
Appelflauwte
En wat is dat nu? Een mobieltje? Het is opvallend hoe Høvring er op een of andere manier in slaagt om een verhaal dat in alles iets ouderwets ademt, zich in het heden af te laten spelen. Ja, het hotel bereidt zich voor op een dansfeest met orkest, zo nu en dan krijgt er iemand een appelflauwte, men hult zich in wol en tweed, de zussen werkten ooit bij een parfumerie (Martha) en een ijzerzaak (Ella), maar ondertussen sturen ze elkaar ook gewoon appjes. Het wringt een beetje, dat verder bijna dwangmatig buitensluiten van het heden, maar past ook wel weer, met wat goede zin: tenslotte zijn de zussen in dat hotel om tijdelijk de wereld de rug toe te keren.
Om te veranderen ook, althans, dat is iets wat Ella steeds maar weer probeert. Rustiger, wil ze zijn, beheerster. Wat ze niet doorheeft is dat veranderingen ongemerkt plaatsvinden, gewoon terwijl je ouder wordt, je kop stoot, je verbaast over de liefde.
Speelsheid
Grillig dus, veel gevoel voor drama, maar nooit wordt het ondraaglijk. In tegendeel. Høvring is een uiterst beheerst schrijver, doseert de uitersten keurig. Bovendien schuwt ze naast het knipogen naar kitscherigheid ook de literaire speelsheid niet. Het hoofdstukje ‘Ik probeer de plotseling opgekomen begeerte te beschrijven’ bestaat volledig uit een citaat uit de jarenveertigfilm Mr. Blandings Builds His Dream House, en gebruikt zo het uitzoeken van de juiste kleuren voor een interieur, in zeer precieze bewoordingen (‘I want it to be a soft green, not as blue green as a robin’s egg, but not as yellow-green as daffodil buds.’) als metafoor voor het beschrijven van begeerte. De onmogelijkheid ervan. Høvring schreef een sympathiek, fascinerend werk. Een lief coming-of-age verhaal, dat nergens té lieflijk wordt.
10-09-2021 Roos van Rijswijk
'Deze Noorse vertelling over twee zussen boeit mateloos. Intrigerende lectuur, van begin tot eind.' - Lotte Jensen in de Volkskrant
Twee zussen, begin twintig: de zoekende vertelster Ella en de ongrijpbare, impulsieve Martha. Samen rijden ze naar een hotel midden in de Noorse bergen, waar Martha wil herstellen van een zenuwinzinking. In deze afzondering worden de zussen geconfronteerd met hun gevoelens en hun symbiotische relatie. Want in het hotel vinden geheime ontmoetingen plaats en ontstaan nieuwe verleidingen.
Door middel van Ella’s vertrouwelijke verhaal krijgen we een kijkje in de onderliggende conflicten van de twee zussen.
In een taal die even simpel als krachtig is, vertelt Mona Høvring het verhaal van Ella en Martha en de kracht die voortkomt uit de zoektocht naar de eigen identiteit. Een boek over jong zijn, banden en onafhankelijkheid, erotische verkenningen, emotionele verwarring en vooral over innerlijke vrijheid.
‘Een glanzende parel van een roman... Mona Høvring beschrijft het leven, ze pretendeert niet te weten waarom de dingen zijn zoals ze zijn. Høvring is een meester in beknoptheid, haar proza schittert en leeft.’ – Dagbladet
Voor de liefhebbers van de romans van Rune Christiansen en Antonio Moresco.
Mona Høvring (1962) debuteerde in 1998 als dichter en publiceerde sindsdien nog vijf poëziebundels en vier romans. In 2013 werd haar derde roman, Camillas lange netter, genomineerd voor de Nordic Council Literature Prize. Omdat Venus op de dag dat ik werd geboren een alpenviooltje passeerde betekende haar definitieve doorbraak: het boek won de Noorse Critics Prize en eindigde op de lijst van de beste boeken van 2018.
In 2021 werd ze bekroond met de Dobloug-prijs, de prestigieuze onderscheiding van de Zweedse Academie voor literatuur en literatuurwetenschap. De jury stelt onder meer dat ‘Høvring erin slaagt om met haar kenmerkende stilistische taal filosofisch en poëtisch inzicht in mensen te combineren tot een literair universum dat doet denken aan realisme en sprookjesachtige dromen tegelijkertijd’.
ISBN | 9789492068699 |
---|---|
Aantal pagina's | 144 |
Datum van verschijning | 20210721 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 125 mm |
Hoogte | 200 mm |
Dikte | 15 mm |