Strengel
Jona Oberski’s Kinderjaren is – je wilt het voor je aan het nieuwe Strengel begint toch even checken – 45 jaar na de eerste publicatie nog steeds een erg indrukwekkend boek. De bondige leeslijstklassieker, waarin Oberski (1938) de oorlogservaringen van een joodse kleuter beschrijft die zijn ouders in het kamp verliest, heeft nog weinig aan zeggingskracht ingeboet. Misschien is de wat sentimentele toon in het begin van de vertelling (er zitten nogal wat weekmakende verkleinwoordjes in) nu net even wat minder goed te pruimen dan in 1978, maar verder: wat een prestatie is het, zeker voor iemand die hiermee debuteerde, om dit in een paar hoofdstukken voor elkaar te krijgen. Dit moeten leerlingen lezen, ook nu nog. Pulp lees je maar in je vrije tijd.
Dat Kinderjaren nog zo recht overeind staat heeft onder meer met de soberheid te maken: geen woord of scène voelt overbodig en het taalgebruik is klassiek als een kledingstuk dat nooit uit de mode zal raken. Dat is in het nieuwe Strengel, waarin een oorlogsslachtoffer op leeftijd zich in zelfanalytische brieven tot een therapeut richt, wel anders. Dat Oberski’s uitgever van een ‘pakkende’ stijl rept mag opgevat worden als een staaltje ironische humor van de bovenste plank, want als lezer glibber je juist voortdurend uit de tekst. Dit wordt vooral veroorzaakt door Oberski’s neiging om iets vrij eenvoudigs zo omslachtig mogelijk te verpakken. Over een misgelopen loopbaan in de muziek staat er bijvoorbeeld: ‘Had ik mij in de muziek laten zuigen, dan waren mijn instelling en toewijding en ijver net zo geweest, maar dan was ik terechtgekomen, achteraf bezien, in een onvergelijkbaar moeilijker, hardere strijd om plaats, functie, uitvoeringspraktijk en inkomen voor mijn bestaan. Ik had de noodzaak daartoe onder ogen moeten leren zien en erkennen, om ertegenaan te kunnen gaan.’ Hier staat: ‘Ik ben blij dat ik niet in de muziek ben beland, ik heb er het karakter niet voor’. Over jezelf schrijven kan onderhoudend en zelfs vermakelijk zijn, maar dan moet de auteur wel een beetje willen doorbijten. De suffe laatste zin van zo’n epistel over de muziek: ‘Al met al vind ik hoe het met mijn muziek is gegaan jammer, maar heb ik er toch niet echt over te klagen.’
Wat ook niet goed werkt is dat de verteller zich in een eigenaardig vacuüm bevindt. Is hij getrouwd? Heeft hij werk? Of vrienden? Ik ben er voor de aardigheid op gaan letten en je hebt er zelfs nog een hele kluif aan om te bepalen of hij een man of een vrouw is. Context, een blik op het leven dat geleid is en thans geleid wordt, had het allemaal al een stuk opeisender gemaakt. Omdat ook Liz, de therapeut in kwestie, niet of nauwelijks aan het woord komt, direct noch indirect (er staat zelden ‘zoals je schreef…’, etc.) laat Strengel zich definiëren als een monologische litanie waarin het heel soms over de bètawetenschappen of over krachttraining gaat.
En dat is een moeilijke conclusie, omdat je vermoed dat Strengel met maar een heel dun laagje fictie bepoederd is en dat Oberski hier zijn eigen sores wereldkundig maakt. De kritiek dient daarom misschien wel aan de uitgever geadresseerd te worden, die óf Oberski carte blanche gaf óf die de moed niet heeft gehad om een schrijver van statuur afdoende te begeleiden of voor een flater te behoeden.
Strengel is een nieuw prachtwerk van Jona Oberski, 44 jaar na Kinderjaren.
Lieve Liz, Het zal jou niet verbazen dat ik je na zo lange tijd toch weer schrijf. Mij verbaast dat eigenlijk wel, want ik had echt gedacht het er verder zonder jou goed van af te zullen brengen. Al bleef bij mij op de achtergrond de vraag zeuren of ik er niet verkeerd aan had gedaan ons contact te stoppen.
Aan het woord is een man die zijn huidige leven probeert te omarmen, maar dwars wordt gezeten door zijn schrijnende verstrengeling met vroeger. In een pakkende stijl plaatst Oberski je als lezer echt in zijn hoofd en maakt je deelgenoot van zijn angsten, twijfels, overtuigingen en stappen in zijn zoektocht.
Ik moet, geloof ik, tot een vorm van zelfcompassie komen...
Over Kinderjaren:
‘Zijn relaas blijft sober en beknopt, maar behelst een wereld van verbijstering en pijn. Verpletterend.’ – Harold Pinter
‘Kinderjaren is een verbazingwekkend boek – onvergetelijk, confronterend. Het raakt je tot in het diepst van je ziel.’ – Chaim Potok
‘Een boek dat een schok veroorzaakt bij elke lezer die een hart heeft.’ – Isaac Singer
‘Dit is niet het boek van het jaar, dit is het boek van deze verdomde eeuw.’ – Alan Sillitoe
ISBN | 9789026360992 |
---|---|
Aantal pagina's | 240 |
Datum van verschijning | 20220926 |
NRC Recensie | 2 |
Breedte | 145 mm |
Hoogte | 223 mm |
Dikte | 28 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres