De minzamen
Is de minzame mens niet eigenlijk een hoogdravende charlatan?
Koen Peeters Een schrijver trekt eropuit om research te doen naar de mens die zich inzet voor het verbeteren van het lot van de medemens. Peeters zoekt het onzegbare, maar vertelt helder.
Als een schrijver een grote prijs heeft gewonnen, dan willen de mensen van de tv altijd weten waar het prijzengeld aan op zal gaan. Nooit luidt het antwoord: aan een Ferrari. Of aan een zwembad. Bijna altijd komt het er op neer dat de schrijver met het geld tijd koopt: er kan eindelijk eens in alle rust aan een volgend project gewerkt worden, in plaats van dat er allerlei werkzaamheden verricht moeten worden, die weinig met de romanschrijverij te maken hebben, om de vaste lasten of de merkbroeken van de kinderen te betalen. Zo verging het ook de Vlaming Koen Peeters (1959), die dik vier jaar geleden de ECI (nu Boekenbon) Literatuurprijs won en die mede daardoor kon stoppen met zijn werk op de communicatie-afdeling van een bank. Hij kon eindelijk fulltime schrijver zijn. Het was hem, dertig jaar na zijn debuut en elf romans onderweg, van harte gegund.
Peeters won de prijs voor De mensengenezer, een roman waarin een oudere en een jongere antropoloog vat proberen te krijgen op de ‘onzichtbare krachten’ in de Vlaamse Westhoek, een eeuw geleden het strijdtoneel van de Eerste Wereldoorlog, en in het door de Belgen lange tijd gekoloniseerde Congo. Onzichtbare krachten, zegt u? Ter illustratie de openingszinnen van de roman, waaruit enigszins blijkt wat de inzet van Peeters was: ‘Het wezen, er bestaat misschien zoiets als het wezen van de Westhoek. Misschien is het een geest, een daimon, een genius, die niet bestaat als lichaam maar toch sluipt en heerst in het West-Vlaamse landschap. […] Men kan hem horen hijgen tussen de woorden die de mensen zeggen, in het corpus van zinnen en verhalen die men elkaar vertelt.’
Zoals de wereld bij Peeters meer was dan een plek met meetbare elementen, zo was de mens die hij er liet rondlopen ook méér dan een calculerend wezen dat zich bij de uitstippeling van het levenspad louter liet leiden door zaken als rede, geld, streek of bijvoorbeeld de wens om een familie te stichten. Zo kwam Remi, de oudere antropoloog, uit een eenvoudig boerengezin, maar stuwden moeilijk benoembare krachten hem richting Afrika. Bewust of onbewust sloot Peeters’ boek – en het zal ook deels de appreciatie ervan verklaren – aan bij de westerse behoefte aan bezielde, ja mythische en geheimzinnige literatuur, aangezien onze eigen intellectuele traditie er vooral een is geworden van ontmaskering en ontmanteling, van ontnuchtering. Voor je het weet hou je niks van waarde over. En dat kan pijn doen, zo kaal kijken.
Koele pen
Opvallend was dat de pen van Peeters onder al deze meerdimensionale geestdrift toch aardig koel bleef. Goed, het onzicht- en onzegbare werd gezocht en overwogen, maar de vertelling zelf was helder, prima te volgen en, om het een beetje cru te stellen, zelfs wat aan de vlakke kant. Dat had vooral met de toonzetting te maken, die tegen het ondramatische aanzat en waarbij het toch niet per se het lot van de personages was dat je aangreep.
In het nieuwe De minzamen, een roman die gezien kan worden als de opvolger van De mensengenezer, is dat niet anders. Nota bene de dood speelt er een rol in (die van Remi), maar Peeters pakt daar niet echt mee uit. Wederom is het informatie, is het (toch) het verstandelijk onderzoek dat de boventoon voert: de schrijver Paul trekt er op aanwijzingen van zijn oude leermeester Remi op uit om research te doen naar de minzame mens, naar de mens die zich om welke reden dan ook inzet voor het verbeteren van het lot van de medemens.
In een nawoord verduidelijkt Peeters waar hij (en waar in het boek Paul) zijn licht opstak: bij onder andere antropologen, priesters en bij verzamelaars van Africana. Ook wijst Peeters erop, een leuke greep waarmee hij je mee stimuleert om ook weer niet al te klakkeloos mee te gaan, dat er ‘enkele sympathieke charlatans’ op zijn pad kwamen. Wie heeft in de roman een punt, wie een beetje en wie kletst echt volledig uit z’n nek? De romanreportages, die vrijwel nooit een ludiek karakter aannemen, worden afgewisseld met verslagen van intellectuele bijeenkomsten, waarbij academici uit de kring van Remi zich over de thematiek uitlaten.
Reportage
Paul zelf, ‘secretaris’ van Remi, doet een beetje aan Larry Gopnik denken, de man uit A Serious Man (2009) van de filmbroers Coen: hij vraagt in de rondte, zoekt naar wijsheid, noteert en notuleert, vermoedt ook wel dat er iets zou kunnen zijn dat hem zou kunnen verrijken… maar hij kan er toch niet helemaal met z’n verstand bij. Daarbij moet gezegd dat ook de over zijn schouder meekijkende romanlezer soms moeite heeft om de cryptische, overvolle taal van Remi of een minzame te vatten. Met de volgende zin bakent Remi bijvoorbeeld één van de bijeenkomsten af: ‘Het onzeglijk verlangen als onbekende, subtalige werkzaamheid en multi-sensoriële stuwing, die een ongekend weten of co-naissance voedt.’ En de rest maar knikken.
Is er iets als een antwoord te formuleren op de vraag wat een minzame ‘maakt’ of wat een minzame is? Nou, geen oplichter in elk geval; Peeters is er ook in dit boek niet het type schrijver naar om ons de minzamen als een verzameling hoogdravende paljassen te tonen. Je zou er niet alleen de minzamen mee tekort doen, je zou er ook de minzaamhéíd tekort mee doen, want die eigenschap, maar ook de positieve uitwerking van die eigenschap op andere mensen, op zij die genezen willen worden, relativeert Peeters geenszins. Hij is een schrijver die zoekt waar maar weinig andere Nederlandse schrijvers zoeken, en is alleen daarom al interessant.
Maar misschien zegt dat woord ‘interessant’ al hoe verstandelijk ook dit De minzamen zich laat lezen: als een geschrift waarmee je van iets op de hoogte wordt gebracht, als een journalistieke reportage langs zielenvorsers. Daarnaast kwam ik, als iemand zonder enige religieuze achtergrond, nooit helemaal vrij van de indruk dat je al een beetje in het kamp der bovennatuurlijken moet zitten om deze roman ten volle te kunnen omarmen.
07-01-2022 Sebastiaan Kort
In De minzamen werpt Koen Peeters vragen op over het mysterieuze, het menselijke en de alom aanwezige geschiedenis. Bovendien slaat Peeters op wonderlijke wijze een brug naar De mensengenezer, de betoverende roman waarmee hij de ECI Literatuurprijs won.
ISBN | 9789403130613 |
---|---|
Aantal pagina's | 240 |
Datum van verschijning | 20211125 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 146 mm |
Hoogte | 222 mm |
Dikte | 28 mm |