Erin is een politiepaard: zo mak als wat en nergens bang voor. Totdat ze wordt gegrepen door een agressieve hond. Ze houdt er een flinke wond aan over, die mooi geneest. Maar de wond in haar hart is minder makkelijk te genezen. Wat Jeanine, haar ruiter, ook probeert, Erin houdt een diepgewortelde angst voor honden.
Dat betekent dat Erin tot haar grote verdriet niet langer bij de politie mag blijven. Ze komt terecht bij Lieke, met wie ze meteen een klik heeft. Lieke wil net als Erin dolgraag buitenritten maken. Ze besluit om Erin te helpen met haar angst, maar hoe kan één meisje succes hebben waar alle specialisten van de politie hebben gefaald?