De Profeet
Het is honderd jaar geleden dat De profeet verscheen, het beroemde spirituele werk voor volwassenen van de Libanese dichter, filosoof en kunstenaar Kahlil Gibran (1883-1931). Gibran was vanuit zijn jeugd bekend met de oosterse verhalen en maakte later in de Verenigde Staten en Europa kennis met de westerse verlichting. In De profeet staan 26 lessen over tijdloze thema’s. Gibran keek over de verschillen heen en bracht oost en west samen in zijn werk. De profeet werd in meer dan twintig talen vertaald en ging miljoenen keren over de toonbank. Tiny Fisscher, die al eerder klassieke werken hertaalde, zoals Sindbad, Romeo en Julia en Alleen op de wereld, verzorgde voor het eerst een versie die toegankelijker is voor kinderen. Dat doet ze in een opvallend soepele stijl.
In de oorspronkelijke versie van De profeet vertelt Gibran over de wijze man Almustafa die na twaalf jaar ballingschap in de stad Orfaleze op het punt staat om terug te keren naar huis. De ouderen van de stad vragen hem nog een keer zijn inzichten met hen te delen. Liefde, vreugde en verdriet komen aan de orde. De ouderen horen Almustafa’s lessen aan, die Gibran in een melodieuze en poëtische tekst heeft gegoten.
Open blik
Voor haar hertaling heeft Fisscher van de luisterende ouderen op de kade kinderen gemaakt, die vragen stellen aan Almustafa. Ze maakte bovendien een lopend verhaal van de losse lessen. Pyhai, die eerder de bijbel voor kinderen op rijm illustreerde, maar ook het Kinderboekenweekgeschenk Tiril en de toverdrank, voorzag deze uitgave van warme kleurpotloodtekeningen, veelal in geel en lichtbruin of zachtblauw die de uitnodigende en toch ook mystieke sfeer van het boek goed vangen. In haar illustraties zien we kinderen met open blik de wereld tegemoet treden.
De kinderen stellen Almustafa vragen, de wijze man geeft antwoord. Die vorm biedt een heldere structuur. Fisscher maakt gebruik van haar eigen beeldspraak in eenvoudige zinnen – het huwelijk noemt zij bijvoorbeeld ‘nestje bouwen’. Het verhaal leest door al deze ingrepen opvallend makkelijk. Toch dringt de vraag zich op: waar eindigen de woorden van Gibran en beginnen die van Tiny Fisscher, als er zo vrijelijk is afgeweken van het origineel in vorm en taal? Gelukkig blijft de originele uitnodiging om na te denken over belangrijke vragen intact. Ook in deze bewerking voor kinderen nodigt De profeet de lezers nadrukkelijk uit om zelf na te denken. Het neemt kinderen diep serieus in al hun vragen. Vragen als: hoeveel geld moet je weggeven als je rijk bent? Kun je ook bidden als je niet in een god gelooft? En mogen grote mensen de baas spelen over kinderen?
Mijn kinderen
Zo legt Almustafa in Fisschers versie uit aan de kinderen op de kade: ‘Ouders praten vaak over “mijn kinderen”, maar kinderen zijn niet van hen, die zijn van zichzelf. Jullie komen wel úit je ouders, maar jullie zijn niet hun bezit. En jullie wonen wel bij je ouders, maar jullie moeten evengoed de kans krijgen om zelfstandig te worden.’ Een mooie les om mee te nemen en door te geven, en in essentie geheel trouw aan de oorspronkelijke versie. De bewerking van Fisscher is nog steeds een boek dat je hoofdstukje per hoofdstukje leest en waarover je met elkaar kunt discussiëren en filosoferen: daarin vinden we het origineel terug. Dat dat discussiëren en filosoferen nu ook met kinderen kan, is niet anders dan waardevol te noemen.
ISBN | 9789493301023 |
---|---|
Aantal pagina's | 160 |
Datum van verschijning | 20221031 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 176 mm |
Hoogte | 247 mm |
Dikte | 16 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres