De vrouw in het maanlicht

Herman Pieter de Boer
22,99
Op voorraad
SKU
9789463810425
Besproken in NRC
Bindwijze: Paperback / softback
Levertijd 1-2 werkdagen Verzendkosten € 2,95
  • Gratis verzending vanaf €50,-
  • Veilige en makkelijke betaalopties
  • Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
  • Makkelijk bestellen ook zonder account
Afbeelding vergroten
Productomschrijving

De verhalen van Herman Pieter de Boer spelen zich veelal af in een geheimzinnige, mystieke, soms ook boertige sfeer en zijn doorspekt met erotische, griezelige en humoristische fantasieën. Zo is er een vrouw die graag in haar doodskist gefotografeerd wil worden, achtervolgt een schaduw de nachtzuster en wordt een straatrover door zijn slachtoffer getrakteerd op een glaasje brandewijn.
Uit zijn vele bundels, met evergreens als De vrouw in het maanlicht en andere zonderlinge verhalen en Het damesorkest en andere stadsverhalen, zijn de allerbeste verhalen geselecteerd, waarmee zijn werk de onsterfelijkheid krijgt die het toekomt.

Meer informatie
Auteur(s)Herman Pieter de Boer
ISBN9789463810425
BindwijzePaperback / softback
Aantal pagina's240
Publicatie datum20210112
NRC Recensie3 ballen
Breedte141 mm
Hoogte191 mm
Dikte22 mm
NRC boeken recensie

Mannen in hansop en romig blanke dames

Herman Pieter de Boer Hij schreef maar liefst duizend liedteksten, maar nu is er weer een nieuw samengestelde bundel vol vermakelijke, niet zo politieke correcte verhalen dat een eigenzinnig universum verbeeldt.

‘Alles bonkte en tierelierde’, heet het in een van de verhalen van Herman Pieter de Boer (1928-2014) in de nieuw samengestelde verzamelbundel De vrouw in het maanlicht. En inderdaad, er bonkt en tiereliert een hoop in dit volstrekt eigenzinnige universum, ook nu nog.

Voor mij, in 1982 vertwijfeld voor de kast in de bibliotheek van de pas betreden middelbare school, vormden de verhalenbundels van De Boer een ingang tot de literatuur voor volwassenen. Ik ben niet de enige voor wie dat zo werkte. ‘Dit was Pietje Bell, de Kameleonvaarders en Billie Turf ver voorbij,’ schrijft Jean-Pierre Geelen, jong in de jaren zeventig, in het nawoord bij de bundel. ‘Mijn leven ging beginnen, zo voelde het.’ Zouden de verhalen nu nog zo kunnen uitwerken op wat Geelen ‘het romantische puberbrein’ noemt?

Vermoedelijk wel, al staan de verhalen intussen vast nog een stuk verder af van jonge lezers, drukbevolkt als ze zijn door figuren als morgensterren, straatmadelieven en hospita’s. Het is een kneuterige, oubollige, maar toch nog steeds verwelkomende wereld die tot leven wordt getoverd. Meer dan de inhoud van de verhalen beklijft de sprookjesachtige sfeer. Ze zijn nog steeds vermakelijk, mysterieus, een beetje griezelig en bovendien erotisch geladen.

Weelde in decolleté
De schrijver, vooral bekend van rond de duizend liedteksten zoals ‘Visite’ en enige van de ergste oorwurmen van Kinderen voor Kinderen, hield van eenvoud én van krullen. Zijn verhalen zijn rechttoe-rechtaan, simpel verteld, met een kop, een midden en een staart, maar wemelen van woorden als ‘wulps’, ‘loens’, ‘vuns’, ‘malheur’ en uitdrukkingen als ‘de bout hachelen’. Ook bij de eerste verschijning van de verhalen (een berg bundels vanaf 1973) was dit vermoedelijk al ietwat ouderwets taalgebruik.

Maar De Boer trekt je zo het verhaal in. Hij begint met een uitroep als ‘Haveloos!’ of met een doeltreffende binnenkomer als: ‘Opeens zag je overal in de stad…’, en voor je het weet ben je geboeid. Even later is het verhaal alweer uit. Het eindigt met een wonderlijke wending, een pointe, of juist ineens nadrukkelijk niet: ‘[…] hij wist nu wie ze was, en u, u weet het ook, maar u wilt het toch nog horen en ik vertel het u’. De vervelendste verhalen lijken te veel op moppen: er wordt van een zeeman gerust een verkeerd been afgezaagd.

Een beetje oubollig en zeker niet politiek correct zijn Herman Pieter de Boers verhalen intussen wel – maar dat geeft niet, het is zelfs wel lekker, zoals sprookjes met hun vaste karakters en achterhaalde rolpatronen dat kunnen zijn. De verhalen zijn nu misschien extra vermakelijk, omdat ze zo nadrukkelijk over een verdwenen wereld gaan – zo die ooit al echt bestond. Mannen met bol- of gleufhoed, in uniform dan wel hansop gehuld, verlustigen zich aan ‘romig blanke’ dames met een ‘weelde in hun decolleté’, en andersom. Af en toe duikt er zelfs onvermoed ‘een negerin’ op, waar je natuurlijk wel even van opkijkt. Maar De Boer beschrijft alles en iedereen even gekscherend, en is toch steeds vol compassie voor zijn figuren, ongeacht hun kleur, inborst, afkomst of beroep. De curieuze verhalen sprankelen nog steeds.

19-03-2021 Judith Eiselin

Back to top