Denkend aan Nederland

Remieg Aerts
35,00
Op voorraad
SKU
9789044641110
Besproken in NRC
Bindwijze: Hardback
Levertijd 1-2 werkdagen Verzendkosten € 2,95
  • Gratis verzending vanaf €50,-
  • Veilige en makkelijke betaalopties
  • Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
  • Makkelijk bestellen ook zonder account
Afbeelding vergroten
Productomschrijving
Nationale geschiedenis is volop in discussie, niet alleen in Nederland. Terwijl een canon ankerplaatsen en vensters probeert te bieden, brengt de multiculturele samenleving aanspraken op erkenning en inclusie met zich mee en eisen conservatieven behoud van het traditionele geschiedverhaal. Moet nationale geschiedenis verbinden, een thuis bieden, confronteren, aanklagen of verzoenen? In haar maatschappelijke functie is geschiedenis vooral een ‘willenschap’. Dat is altijd zo geweest. Van en voor wie is de geschiedenis eigenlijk? Remieg Aerts maakt zichtbaar hoe historici door de tijd heen de Nederlandse geschiedenis hebben vormgegeven. Welke keuzen structureren dat verhaal? In lange lijnen over vier eeuwen volgt hij het fenomeen van de natiestaat en laat hij zien hoe voorstellingen van identiteit, nationaliteit, tolerantie, burgerlijkheid, democratie en politiek hun schijnbare vanzelfsprekendheid hebben gekregen. Waarom heeft Nederland geen republikeinse traditie? Wat is er nationaal aan nationale geschiedenis? Door vragen te stellen, neemt Aerts de lezer mee in deze overdenkingen en trekt hij de lijnen door naar de actualiteit, bijvoorbeeld rond emotie in de politiek. Zo blijkt telkens de relevantie van het historisch perspectief voor het heden, want cultuur en samenleving bestaan voor een groot deel uit geschiedenis.

Remieg Aerts is hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn magistrale biografie Thorbecke wil het werd bekroond met de Prinsjesboekenprijs (‘beste politieke boek’ 2018) en de Nederlandse Biografieprijs (2020).
Meer informatie
Auteur(s)Remieg Aerts
ISBN9789044641110
BindwijzeHardback
Aantal pagina's400
Publicatie datum20220301
NRC Recensie4 ballen
Breedte162 mm
Hoogte240 mm
Dikte38 mm
NRC boeken recensie

Heeft de intrede van de trui Nederland verpest?

Geschiedenis Hoe zien en zagen Nederlanders de nationale identiteit, politiek en geschiedenis door de eeuwen heen? Historicus Remieg Aerts ging het na.

Alles werd minder. In de tweede helft van de achttiende eeuw raakte het denkende deel van de Republiek overtuigd van deze gedachte. Auteurs die destijds heden en verleden van de Lage Landen in kaart brachten erkenden dat internationale ontwikkelingen ‘wel enigszins’ een rol speelden bij dit machtsverval (denk aan de Oostenrijkse Successieoorlog), ‘maar hun analyse luidde toch vooral dat het machtsverval gevolg was van moreel verval.’

Het citaat komt uit Denkend aan Nederland, een fascinerende studie over de ontwikkeling van de Nederlandse blik op het eigen verleden, geschreven door Remieg Aerts, de gelauwerde Thorbecke-biograaf en hoogleraar Nederlandse geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Aerts zet direct een kanttekening bij de collectief gestelde analyse van moreel verval. Daar is ‘een probleem’ mee, schrijft hij, ‘want de “verbastering van onzen alouden landaart” gold als het resultaat van “vermenging” en van de toegenomen “weelde”, maar deze beide ontwikkelingen waren nu juist de vrucht van de zeevaart en de koophandel waarmee de Republiek groot was geworden.’

Aerts ziet het vaker gebeuren. Als het voorheen kosmopolitische land zich terugtrekt uit de internationale cultuur beginnen auteurs die naarstig op zoek zijn naar definities van het nationaal eigene, de oude, open, internationaal aangesloten handelsnatie de lucht in te steken.

Denkend aan Nederland staat vol met dit soort observaties en inzichten. Om nog maar even bij die geschriften uit de achttiende eeuw te blijven: met de klaagzang over zedenverbastering (waarvan destijds ook ‘verfransing’ deel uitmaakte, o schande) was de toon gezet voor de komende tweehonderd jaar. Tot het moment – tweede helft van de twintigste eeuw – waarop individuele vrijheid geen bedreiging meer vormde van de nationale identiteit, maar juist uitgroeide tot misschien wel het belangrijkste element ervan.

Abrupte omslag
Deze tamelijk abrupte omslag laat volgens Aerts goed zien hoe veranderlijk de voorstelling van ‘het echt nationale’ kan zijn. En daar gaat het Aerts om: welke verhalen hebben Nederlanders elkaar verteld, hoe veranderden ze en hoe kwamen ze tot stand? Aerts heeft daarbij een scherp oog voor macht. Want voorstellingen van de Nederlandse geschiedenis werden voortdurend gemaakt – de cursivering is van Aerts zelf – niet alleen door historici, ook door het publiek en zelfs door kiezers, met hun wensen, verlangens en gedrag.

Dat Aerts het de lezer hierbij niet al te gemakkelijk maakt, is eigenlijk wel verfrissend. Oneigentijds in ieder geval. Net als zijn keuze om zijn boek dezelfde titel te geven als een SCP-studie uit 2019, een bundeling van analyses die Aerts door een gehaktmolen draait, op beleefde wijze, in een voor Aerts kenmerkende mix: geleerd én vilein. Een citaat uit de molen: ‘Dat zij [de Nederlanders] de eigen taal, de vlag, Oranje, het volkslied, fietsen, oliebollen en de Elfstedentocht als “het meest typerend” herkennen, is een volstrekt tautologische vaststelling. Publieke nationale symbolen zijn nu eenmaal tamelijk typerend.’

Verrassende publicatie
Die van het SCP is een van honderden studies die Aerts doorneemt. Hij overziet het veld en juist als je denkt dat hij vooral schrijvers opvoert die vaker worden geassocieerd met het denken over de Nederlandse identiteit komt hij steevast met een verrassende publicatie, geregeld van een Nederlander die alleen bij leven bekendheid genoot.

Neem Alfons Chorus. De oprichter van de Rijks Psychologische Dienst schreef in 1964 de bestseller De Nederlander uiterlijk en innerlijk. Daarin somberde hij over individualisering, de nieuwe consumptiecultuur en een algeheel verlies aan decorum. Bekende zorgen, natuurlijk, maar wat te denken van de ‘vertruiing’ die Chorus eveneens waarnam? Met de kennis van nu zou je zeggen: feitelijk juiste observatie. Vraag is of de toenemende populariteit van de trui, zoals Chorus beweert, medeverantwoordelijk is geweest voor de verdere verdrukking van ‘de grondkenmerken van de Nederlandse aard’.

Of neem A.W. Byvanck, in zijn tijd een gerespecteerde oudhistoricus en toen de Duitsers Nederland bezetten, rector magnificus van de Rijksuniversiteit Leiden. In 1941 publiceerde hij De voorgeschiedenis in Nederland, een boek waarin Byvanck de Nederlandse volksaard sterk onderscheidde van die van de Duitsers. Hij deed dat aan de hand van archeologische voorwerken. Lovenswaardig, gezien het jaartal. Maar Aerts ziet de ‘onzinnige cirkelredenering’ en de ‘banale clichés’, die de vijand ongetwijfeld ook gebruikte bij het vaststellen van de eigen, superieure volksaard.

Voor maximale lof biedt Denken aan Nederland te weinig nieuwe tekst. Maar wat nieuw is, verdient die lof zonder twijfel. Neem de manier waarop Aerts koeltjes een kanttekening maakt bij de stapels tamelijk gelijkluidende, recente analyses over de invloed van immigranten op de nationale cultuur – en dus identiteit. Veranderen immigranten Nederland? Vast, maar ‘bij alle aandacht voor migratie wordt voorbijgezien aan de ontwikkeling die waarschijnlijk het meest van invloed is op de verandering van de nationale cultuur. Dat is de mondiale massa- en welvaartscultuur die sinds de jaren 1960 haar intrede heef gedaan.’

Nog even citeren: ‘De moderne samenleving adapteert al meer dan een halve eeuw welvaartsproducten, televisieseries, films, games, popmuziek en amusement uit voornamelijk de Verenigde Staten. Ongeveer alle lifestyletrends komen daar vandaan en Amerikaanse sporten, financiële producten en bedrijfsmethoden zijn model en inspiratiebron.’

Samengevat en anders geformuleerd dan in de onderkoelde, precieze stijl van Aerts: hoezo invloeden uit het Rifgebergte? Texas zul je bedoelen!

25-03-2022 Pieter van Os

Bestanden bij dit product
Inkijkexemplaar.pdf (808.93 kB)
Back to top