Een tamme gazelle
Eén avond met de dominee is genoeg
Barbara Pym De romans van de Britse schrijfster Barbara Pym doen denken aan die van Agatha Christie, maar dan zonder moord. De onzorgvuldig weggestopte onderbroek van een hulppredikant kan al voldoende zijn om het dorpse evenwicht te verstoren.
In een Engels dorp wonen twee ongetrouwde zussen van middelbare leeftijd, de schuchtere, vormelijke Belinda en de robuuste Harriet. Die laatste heeft een grote fascinatie voor de hulppredikanten die stuk voor stuk een aantal jaren in het dorp verblijven om de plaatselijke dominee bij te staan. Ze heeft geluk: er is net een nieuwe gearriveerd. ‘Het leek een heel aardige jongeman, de nieuwe hulppredikant, maar als hij ging zitten, kwam helaas zijn lange onderbroek tevoorschijn, nonchalant in zijn sokken gepropt.’ Deze zin, waarmee Barbara Pym haar roman Een tamme gazelle begint, zet meteen de toon, met de nadruk op het belang van juist gedrag en juiste kleding, en de lichte ironie die erin doorklinkt.
Een tamme gazelle was het debuut van Barbara Pym (1913-1980). De roman verscheen in 1951, maar Pym was er al aan begonnen toen ze in de jaren dertig in Oxford studeerde. Ze verzon een verhaal over hoe zij en haar zus als oude vrijsters zouden samenleven. Ook andere personages baseerde ze op mensen die ze kende. Die reageerden enthousiast. ‘Ik ga er dus mee door, wie weet wordt het een boek’, schreef Pym in haar dagboek. Dat werd het inderdaad, en nu is het in het Nederlands vertaald, door Anda Schippers, die ook het nawoord schreef waaruit ik de informatie over het ontstaan van de roman putte.
In de manier waarop het kleindorpse leven wordt afgeschilderd, met de centrale rol van de kerk en met alle sociale verhoudingen en regels die het bestaan reguleren en verstikken, is deze roman meteen al vintage Pym. Haar romans doen een beetje denken aan de detectiveromans van Agatha Christie over Miss Marple, maar dan zonder dat de ironische blik op het leven wordt verstoord door een moord die wordt gepleegd en een dader die moet worden aangewezen. Ogenschijnlijk gebeurt er dus weinig in de dorpse middenklassewereld die Pym haar lezers voorschotelt. Maar het sociale evenwicht is wankel genoeg om door het minste geringste verstoord te worden; soms is een hulppredikant die de pijpen van zijn lange onderbroek in zijn sokken propt al genoeg.
Tuinfeesten en dominees
Maar er gebeurt meer in Een tamme gazelle. Er worden tuinfeesten gehouden, er preken dominees, er arriveert een bisschop die zendingswerk in Afrika heeft gedaan. Er komen ook nog andere bezoekers langs die blijven hangen, zoals dr Parnell, de universiteitsbibliothecaris die de schuchtere Belinda nog van vroeger kent, en diens assistent de heer Mold, die zich niet aan de fatsoensregels houdt: op een gegeven moment wordt hij gespot wanneer hij overdag de plaatselijke pub verlaat. Al deze dingen verstoren het evenwicht waarin Belinda en Harriet zich bevinden. Ondertussen gaan ook de gebruikelijke dingen door: eens in de zoveel tijd wordt Harriet ten huwelijk gevraagd door de Italiaanse graaf die even buiten het dorp woont, en Belinda onderhoudt haar treurige liefde voor Henry, de plaatselijke predikant, op wie ze al sinds haar studietijd verliefd is maar die trouwde met de kordate Agatha.
Veel van de personages die deze roman bevolken hebben gestudeerd. Moeiteloos dan wel moeizaam citeren ze Griekse en Latijnse schrijvers of klassieke Engelse dichters. Dat heeft iets tragikomisch: ondanks de geleerde dan wel poëtische citaten van de grote meesters blijven ze gevangen in de kleine wereld waarin ze na hun studietijd zijn terechtgekomen.
Gaandeweg het boek begint het tragische het komische steeds meer te overheersen. Belinda lijdt schijnbaar niet erg onder haar vergeefse liefde voor dominee Henry. ‘Haar liefde voor hem voelde als iets makkelijks om te dragen – bedsokken bijvoorbeeld, of wollen ondergoed zelfs’. Maar we hebben eerder al gelezen dat het haar wel wat lijkt om, net als de vrouw van Lot, in een zoutpilaar te veranderen. ‘Het lijkt me heel vredig om geen gevoelens of emoties te hebben.’ Wanneer Agatha, Henry’s vrouw, naar het buitenland is vertrokken voor een kuur en Belinda een avond bij de dominee in de pastorie doorbrengt (alles in het nette), denkt ze achteraf: ‘Wat was het een heerlijke avond geweest. Alleen maar één zo’n avond, zo eens in de dertig jaar. Andere mensen leek dat misschien niet veel, maar eigenlijk was het alles wat je nodig had om gelukkig te zijn.’ Juist het feit dat Belinda het tragische van haar eigen tragiek niet inziet, maakt deze passage op een kalme manier hartverscheurend.
Ook het schrijversleven van Pym kende zijn tragische kanten. Op een gegeven moment kostte het haar zelfs grote moeite om een uitgever voor haar werk te vinden. In 1977, drie jaar voor haar dood, werd haar werk herontdekt. Met Quartet in Autumn haalde ze de shortlist van de Booker Prize. Gelukkig heeft ze haar eigen herontdekking nog meegemaakt.
Er komen dit jaar en volgend jaar nog meer vertalingen van Pym uit. Dat is iets om naar uit te kijken.
10-06-2022 Rob van Essen
ISBN | 9789083095998 |
---|---|
Aantal pagina's | 280 |
Datum van verschijning | 20220208 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 141 mm |
Hoogte | 211 mm |
Dikte | 24 mm |