Het leven van dingen
Voorkom dat spullen je leven overnemen, aldus Marie Kondo en tiny house-pioniers
Moderne jagers en verzamelaars Socioloog Warna Oosterbaan kijkt op een persoonlijke en wetenschappelijke manier naar wat dingen met ons doen. Het is op een briljante manier allemaal heel herkenbaar.
Er zijn de overzichtelijke gevallen. Het tijdschrift De boerderij publiceerde een aantal jaren geleden een interview met een verzamelaar van K.I.-spermarietjes. Hij vertelde trots over zijn collectie van duizenden varianten: ‘Kijk eens naar die prachtige kleuren.’ Aandoenlijke eenkennigheid. Er zijn de onoverzichtelijker gevallen, de hoarders, collectioneurs van alles. Even aandoenlijke stapelaars, die uit hun volgepropte woonst een zak vol oude kroonkurken tevoorschijn trekken en zeggen: ‘Kijk toch eens, al die kleuren!’
Wie bewaart, heeft wat. Wat? Apparaten, munten, brieven, gereedschap, (vul)pennen, grootmoeders kaduke klok of gevlochten haarlok – enzovoort tot in het schier oneindige. Over de relatieproblematiek van mens en object schreef Warna Oosterbaan het fascinerende Het leven van dingen. Wat wij met dingen doen, en zij met ons.
Oosterbaan is socioloog, we mogen hem nu tevens objectoloog, zo niet objectosoof noemen. Naast een opvallend brede kennis van de sterk uiteenlopende voorwerpen (hij lijkt een manus-van-alles) verkent hij in zijn jongste boekwerk de sociologische/psychologische aspecten van ‘mens en ding’ en houdt de opvallend uitgebreide literatuur over het onderwerp tegen het licht. Opmerkelijk is hoe hij daarbij voortdurend dicht bij zichzelf blijft, en gek genoeg ook zeer dicht bij ons allen, in ons eigen huis vol dingen: Het leven van dingen is persoonlijk, maar op vrijwel elke pagina herkenbaar. Want tussen spermarietjes en alles is veel ruimte, en daarin zweven wij allen ergens, ieder op een ander punt.
Typische Duitser
Warna Oosterbaan vertelt dat de ‘typische Duitser’ 10.000 dingen om zich heen heeft. En de Nederlander? We kijken in onze kamers rond. De boedel wellicht uitgedund na een aantal verhuizingen, maar nog steeds overal wat. Trek maar eens een dressoir- of bureaula open, tel de dingen die er voor ongeveer dezelfde functie zijn en men voelt zich algauw een dwaas. Oosterbaan biedt troost: men is door soortgelijke gekken omringd, hemzelf incluis, en daarmee best normaal.
Dingen brengen dingen mee, zo lezen we. Snoertjes, stekkers, van opeenvolgende apparaten. Geen idee op welk model ze ooit eens pasten, maar weggooien – nee. Het klassieke muntenpotje vol ouderwetse centen en stuivers, gemixt met munten uit IJsland, Marokko en Egypte. Men kan ermee bewijzen ooit eens weg van huis te zijn geweest, maar we maakten in al die landen ook foto’s van onszelf.
Een begrensder voorbeeld vinden we bij Oosterbaan: een van de voor dit boek geïnterviewden diept een Efteling-munt uit eenzelfde potje, uitgescheten door het ezeltje-dek-je als je er een geldstuk in gooide. Die ene keer dat je bij Kaatsheuvel drie uur in de file stond, de lucht van patat, het staat je weer helder bij.
Dingen kunnen dienen als hulpmiddel, denk aan geheugensteun, klusverkorting of persoonlijkheidspiegel, en dan is er nog zoiets als gezelligheid of afleiding. Maar het moet niet te gek worden met de objectofilie. Naast duizend andere dingen driehonderd kookboeken je woning binnenslepen, en geen ruimte overhouden om zelfs maar een ei te bakken. Verdwalen in het labyrint dat je uiteindelijke objectomanie van je huis heeft gemaakt, en geestelijk van het padje raken. Zie Frans Bromets meesterlijke, onlangs uitgezonden KRO/NCRV- documentaire Verstopt. Objectopathie ronduit: tragisch.
Scan met uw mobiel
Je moet de dingen je leven niet laten overnemen. Radicale ontspullings-goeroes als Marie Kondo en tiny house-pioniers verkondigen deze waarheid. We stuiten in dit verband op een fraai voorbeeld van de reikwijdte van Het leven van dingen: Oosterbaan signaleert een invloed van het Boeddhisme, waar Kondo schrijft: ‘Ik geloof echt dat onze bezittingen nog gelukkiger en levendiger zijn wanneer we ze laten gaan dan toen we ze kregen.’ Een vorm van animisme, zegt hij. Wie hierbij in lachen uitbarst (duistere krachten in je bureaula, kwade voorwerpgeesten in onze volgepropte bijkeuken?), er zijn wel degelijk dingen in de dingen waar we voor moeten uitkijken. Objectocratie dreigt. Een klein voorbeeld uit de horeca. Spaans restaurant, razend druk, je vraagt om het menu, men wijst op de QR-code in het tafelblad: ‘Scan met uw mobiel’. Er moet iets gedownload, waar vandaan? En dan wat? Je voelt je objectobeet, en praktisch: tussen onze honger en de paella staan dingen in de weg. Het verschijnsel dat zich hier openbaart wordt door Warna Oosterbaan met entanglement geassocieerd. Voor pronte bediening kan men niet zonder ding (de mobiel), met daarop een ander ding (de QR-scanner).
Via het verschijnsel netwerk legt Oosterbaan nog heel wat ingewikkelder dingverstrengeling bloot waar evenmin aan valt te ontkomen. Samenvattend: ‘Veel dingen leggen sinds kort via internet en op eigen houtje contact met elkaar of met de fabriek waar ze vandaan komen.’
Bij zulke regels bekruipt je onwillekeurig een soort objectofobie. Een verlangen naar een boerenbonte keuken wellicht, met naast de ouderwetse muurtelefoon een uitstalkast waarin de rijke kleurenpracht van spermarietjes. Voorwerpen in jouw macht, géén slaaf der dingen en van het eigen padje af. Maar er is geen weg terug, en Oosterbaan zegt terecht: ‘De dingen zitten in ons, wij zitten in de dingen, we zijn aan elkaar uitgeleverd. En tegenover alle zorgelijke aspecten van ons leven met de dingen staan talloze zegeningen.’ Nu nog zorgen dat de wereld niet stikt in ons en de dingen.
In de laatste regels van Oosterbaans indrukwekkend erudiete, meeslepende, tegelijk bevlogen en nuchtere Het leven van dingen pleit hij voor ‘een nieuw materialisme’. ‘De wereld zou gebaat zijn bij een beter besef van alles wat we aan de dingen te danken hebben. Hoe ze werken, hoe ze de mensen helpen. Maar ook hoe ze soms iets in gang zetten wat niemand wil.’ Een zowel liefdevolle als vruchtbare en bevruchtende uitsmijter.
05-08-2021 Atte Jongstra
ISBN | 9789045037233 |
---|---|
Aantal pagina's | 296 |
Datum van verschijning | 20210512 |
NRC Recensie | 5 |
Breedte | 138 mm |
Hoogte | 211 mm |
Dikte | 20 mm |