Lente met witte vlaggen. April 1945
Wegkijken van wat je niet weten wilt, ook al speelt het zich voor je ogen af. Het is een menselijke eigenschap die zich vooral in tijden van crisis voordoet. Zoals bij mevrouw Schrader, de bedrijfsleidster van een bioscoop in het Duitse Halberstadt, dat op zondagochtend 8 april 1945 op een geallieerde bommenzee wordt getrakteerd, die de 64.000 inwoners tellende stad met de grond gelijk maakt. De ochtendvoorstelling is net begonnen als een brisantbom het dak van het theater openscheurt. Het eerste wat in haar opkomt is dat ze het puin moet wegscheppen voordat de middagvoorstelling begint. Ze rent naar de nooduitgang bij de kelder. Daar treft ze de lijken aan van zes bezoekers van de matinee, die door de gesprongen verwarmingsbuizen met een straal stookwater worden overgoten. Om de orde in de keldergang enigszins te herstellen, legt mevrouw Schrader de gekookte en door de explosie afgerukte lichaamsdelen in de wasketels in de waskeuken. Daarna gaat ze uitgeput naar vrienden om een broodje worst te eten.
Die zakelijk beschreven, maar in wezen gruwelijke scène is typerend voor De luchtaanval op Halberstadt op 8 april 1945, het boek waarmee de bekroonde Duitse schrijver en filmmaker Alexander Kluge (Halberstadt, 1932) in 1977 doorbrak. Als geen ander had hij de traumatische gebeurtenissen van de luchtoorlog op een literaire manier verwoord. Op een indringende manier liet hij zien hoe de Duitsers uiteindelijk zelf slachtoffer waren geworden van de oorlog die Hitler met hun steun was begonnen, iets wat in die tijd nog taboe was. Samen met andere door Kluge en zijn Nederlandse uitgever geselecteerde teksten is dit belangrijke boek nu als Lente met witte vlaggen. April 1945 in een mooie vertaling verschenen.
Klassieker
De luchtaanval op Halberstadt op 8 april 1945 is zowel een belangrijke literaire tekst als een klassieker in de Duitse oorlogsliteratuur. In Nederland heeft alleen het tijdschrift Raster er jaren geleden aandacht aan besteed. Het belang ervan schuilt erin dat het niet alleen veel zegt over het overlevingsmechanisme van een mens in oorlogssituaties, maar ook de kille en zakelijke precisie toont waarmee militairen tot op de dag van vandaag hun opdrachten uitvoeren. Zie de recente burgeroorlogen in Irak en Syrië.
Kluges aanpak is die van de montage van feit en documentaire fictie en beeldmateriaal. Foto’s, technische tekeningen, militaire landkaarten en vluchtschema’s, kranteninterviews, conferentieverslagen, niets is hem te min voor zijn verhaal. Je weet nooit wat waargebeurd is of wat hij invult met zijn verbeelding. Want voor hetzelfde geld heeft mevrouw Schrader de gekookte ledematen van de slachtoffers niet in een wasketel gelegd, al heeft ze wel echt bestaan. Maar juist dat is juist de kracht van het boek, want het geheel krijgt er een hogere waarheid door, waarin menselijke gevoelens worden verweven met filosofische en antropologische verhandelingen, geschiedenis en wetenschap.
Een andere kenmerkende scène uit De luchtaanval op Halberstadt op 8 april 1945 gaat over een fotograaf, die door een militaire patrouille is aangehouden in de buurt van de ingang van een ondergronds complex, waar wapenproductie was ondergebracht. Ze beschuldigen hem van spionage, terwijl hij alleen maar vanuit de verte zijn brandende geboortestad ‘in haar ongeluk’ had willen vastleggen. De patrouille brengt de fotograaf naar de Kommandantur, maar die is door het bombardement vernietigd. Hij moet nu naar Maagdenburg worden gebracht, om daar geëxecuteerd te worden indien uit zijn filmpjes zou blijken dat hij inderdaad de ingangen van die complexen heeft gefotografeerd. Maar aan het einde van de scène blijkt hij ineens vrijgelaten, omdat er geen treinen naar die stad reden en ze hem hebben laten lopen. Maar het zou ook kunnen dat hij ontsnapt is op een moment dat de soldaten afgeleid werden.
Kluge versterkt de waarachtigheid van dit verhaal door er foto’s bij te plaatsen van mensen tussen de puinhopen van de stad, maar ook van de rokende stad vanuit de verte. Daar staat dan het onderschrift bij: ‘Laatste standpunt van de fotograaf.’
Eenzelfde gevoel heb je bij de 14-jarige Siegfried Pauli, die zo goed heeft geoefend op een bepaald pianostuk, dat hij staat te popelen om de volgende dag het laatste deel te kunnen instuderen. Maar als hij zijn lerares diezelfde dag in de vluchtende menigte tegenkomt, zegt zij die les af. Als na afloop van het bombardement zijn ouderlijk huis in puin ligt en de vleugel is afgebrand is de jongen ten einde raad. Hij vindt nu een door het oorlogsgeweld gespaarde villa met een vleugel. Hierop speelt hij net zolang totdat hij die laatste maten onder de knie heeft. De eigenaren van de villa vinden het de gewoonste zaak van de wereld dat hij aan hun vleugel zit, al kunnen ze dat stuk muziek na twee uur niet meer horen.
Dat benadrukken van het doorgaan van het gewone in tijden van verschrikkingen is wat Kluge beoogt. Hij wil laten zien dat de mens als het erop aankomt onverstoorbaar en veerkrachtig is. Die Pauli is hij duidelijk zelf, wat je kunt opmaken uit allerlei andere scènes.
Genadeloze efficiency
Een even opmerkelijke scène is het interview, in juni 1945, van de Halberstadtse verslaggever Kunzert met brigadier Frederick L. Anderson, die het door hem aangevoerde bombardement als een medische operatie omschrijft en de strategie van de aanval uit de doeken doet. Op een zeker moment zegt Anderson: ‘Dat spul moest op de stad worden gegooid. Die dingen zijn duur.’ Over genadeloze efficiency gesproken.
Als de verslaggever hem daarna vraagt of hij enig idee had van het doel van de aanval, zegt de brigadier: ‘Zoals ik al zei, niet echt.’
In het tweede deel van Lente met witte vlaggen komt de naoorlogse situatie aan bod. Vluchtelingen die doen alsof hun lot iets doodgewoons is, een Duitse maarschalk die na overgave meent dat hij nog altijd iemand van aanzien is, totdat zijn maarschalkstaf door een geallieerde soldaat wordt gebroken en van zijn goudversierselen ontdaan (die de soldaat vervolgens in zijn zak steekt), nazi-bestuurders die hun straatje schoonvegen, het Duitse meisje dat een huwelijksadvertentie zet voor emigratie naar Amerika, de filosoof Heidegger die met een groep aanhangers op een kasteel woont en doet alsof er na april 1945 niets veranderd is, Duitse militairen die de Joden onder hun Amerikaanse krijgsgevangenen selecteren om ervoor te zorgen dat ze niet in handen van de geallieerden vallen, de lijfarts van Hitler die in 1943 vertelt dat Hitler toen als gevolg van encefalitis een hersentumor had gekregen en ten dode was opgeschreven. Die verhalen vloeien allemaal natuurlijk in elkaar over om uiteindelijk een totaalbeeld te geven van hoe mensen op een oorlog reageren.
Aan het einde van Lente met witte vlaggen probeert Kluge in zijn dagboek uit 2013 met de ogen van het heden naar die verwarrende aprildagen van 1945 te kijken. Hij schrijft dan dat hij de oorlog, toen hij die als scholier beleefde, niet begreep, maar dat hij toen de Amerikanen kwamen als geen ander besefte wat vrijheid betekende en dat hij wel dood had kunnen zijn. Hij beschrijft het op zo’n manier dat hij het universeel weet te maken.
ISBN | 9789059369603 |
---|---|
Aantal pagina's | 256 |
Datum van verschijning | 20210415 |
NRC Recensie | 5 |
Breedte | 158 mm |
Hoogte | 237 mm |
Dikte | 29 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres