North Woods
Wanneer op een dag vader Osgood een appel geeft aan zijn vijfjarige dochters, voltrekt zich een ramp. De twee meisjes, die zoveel op elkaar lijken dat ze nauwelijks uit elkaar te houden zijn, kijken hun vader verwachtingsvol aan. Hij zegt: ‘Voor de mooiste!’ Nooit had hij onderscheid gemaakt tussen de twee, tot op die ene dag: ‘Dat fatale jaar zou niet anders zijn geweest als ze niet allebei gevoeld hadden dat hun vader, vlak voor hij zich zijn vergissing realiseerde, zich heel even, bijna onmerkbaar, tot Alice had gewend.’
Deze passage is een van de vele prachtige verhalen in North Woods, de vijfde roman van Daniel Mason (1976). Het kleine neigen naar de ‘mooie’ dochter en de vernietiging van het zelfbewustzijn van de ander, loopt er als een rode draad doorheen. Hoewel de lotgevallen van de dochters maar één van de vele verhalen in het boek vormen, heeft de minieme vergissing gevolgen voor alle daarop volgende bewoners van het afgelegen huis waarin de zusters ooit woonden.
Het huis is de feitelijke ‘hoofdpersoon’ in North Woods – dat ruim drie eeuwen omspant. Kleine drama’s van verschillende bewoners vormen samen een verhaal dat begint met toe-eigening van land door de Europese kolonisten en eindigt met de invloed op de natuur door klimaatverandering. Alle personages zijn op hun manier obsessief in het vastleggen van hun omgeving en het zoeken naar houvast. Zo wil Osgood een boomgaard creëren, een schilder wil de bossen op doek vereeuwigen, de schizofreen Robert wil de geesten die door het huis spoken op film bewaren. Hun pogingen zijn vergeefs, niemand ziet wat zij hebben gezien, maar merken wel op dat er sinds hun creatie veel verloren is gegaan. Wat ze hebben willen scheppen, wordt door de anderen gezien als leegte die is overgebleven. Die hele omgang met kunst maakt North Woods niet alleen tot een tragisch verhaal rondom de geschiedenis van een huis en haar bewoners, maar ook tot een poëtische roman waarin kunst leegte schept.
Obscure geschiedenissen zijn Mason niet vreemd. Hij plaatste eerder romans in negentiende-eeuws Myanmar, een onbestemd Latijns-Amerikaans land en de Karpaten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Van al die boeken spatte de eruditie.
Tragisch decor
Voor North Woods heeft hij zich grondig verdiept in de geschiedenis van Massachusetts. Maar het is niet de eruditie die deze roman zo goed maakt. Ja, de geschiedenis speelt een belangrijke rol, maar het tragische decor van het gele, eenzame huis gaat pas echt leven dankzij de vele details. De schilderijen, gedichten, recepten, kalenders die in het verhaal opduiken, een voetnoot over de exotische gewassen, een doorsnede van groeiende takken, ga zo maar door. Allerlei soorten levens vormen zich in de nabijheid van dat gele huis in een afgelegen bos, waar de winters niet alleen koud zijn, maar ook lang duren.
In dat opzicht heeft de roman wel iets weg van Richard Powers’ roman Tot in de hemel. Daarin draaide het niet om een huis, maar om een boom die gekoppeld wordt aan mensen van verschillende generaties. Bij Powers fotografeert een kunstenaar elke keer op een vast moment de kastanjeboom in zijn tuin, onderzoekt een wetenschapper de communicatie tussen bomen en strijden activisten voor het behoud van de boom en de leefomgeving. Bij Powers was de boom, net als bij Mason het huis, een personage waar je van gaat houden. Zijn boodschap was echter eenduidiger: Tot in de hemel ging vooral over hoe mensen de wereld proberen te redden. Bij Mason is het behouden van wat kostbaar is ook belangrijk, maar tegelijkertijd denken zijn personages dat het ware leven daar is waar je bent losgezongen van de dagelijkse werkelijkheid. Het zal de reden zijn waarom van hun werk alleen leegte overblijft.
Mason lijkt te willen zeggen dat je onmogelijk, zowel de mens als de kunstenaar, aan de wereld kan ontsnappen. Zo loopt vader Osgood weg van zijn oorlogtrauma’s en lijkt hij aan een onmogelijke missie te beginnen met zijn boomgaard in een afgelegen gebied. Hij sterft echter als anti-held die aan de verkeerde zijde vocht in een oorlog. Het lot van de anderen na hem in dat beladen huis is minstens even treurig. Verandering bereik je niet in een afgelegen bos, al wil je dat nog zo graag.
Een nadeel is wel dat Mason in alle verhalen erg nadrukkelijk is met zijn symboliek. Dat begint al bij de oorsprong: het huis is gebouwd met een platte steen uit een rivier, die er als basis werd neergelegd op de ‘zevende dag’ nadat een stel op de vlucht is geslagen. De symboliek van de appel en schoonheid is evident, en aan de plek refereren als Eden is eveneens wat overdreven.
Toevluchtsoord
Het streven naar verandering valt namelijk niet te verenigen met berusting in een plek, dat geldt zowel voor een kolonist, een native American, de appelkweker, de vergeten schilder, de schizofrene Robert of een vrouw met suikerziekte. Mason toont dat het geen zin heeft je verleden te ontvluchten of te negeren.
Het indrukwekkendst komt dat naar voren in het verhaal over Robert die zijn hallucinaties wil vastleggen op film als hij de vorige bewoners ziet. Zijn moeder is machteloos, geen psychiater krijgt vat op hem en wanneer de filmspoelen na zijn dood eindelijk bekeken worden door zijn zusje ontdekt deze vooral dat het woud dat hij filmde er niet meer is.
Sterk is ook het verhaal over de natuurschilder – ‘ooit beroemd, tot hij in zijn eentje in de bossen verdween’. In zijn tijd is hij verstoten om zijn homoseksualiteit, maar ruim een eeuw later krijgt zijn werk herwaardering. Wat de museumbezoekers vooral raakt zijn de geluiden op hun koptelefoon van de vogels op de schilderijen die nu niemand meer kent.
Mason schreef een roman over een lege plek om te blijven, de rol van kunst die niet in afzondering gezocht moet worden, over klimaatverandering en vergane werelden. Daarnaast is North Woods een prachtige geschiedenis over eenzaamheid. Zijn personages hopen dat eenzaamheid een heilzame werking heeft en dat ze zich zo kunnen bevrijden van het verleden. Helaas ontdekken ze allemaal dat eenzaamheid geen inzichten in het leven biedt of diepere lagen aan het bestaan geeft, maar vooral confronterend is, en niets anders betekent dan eenzaam zijn.
Wanneer twee jonge geliefden ontsnappen uit een puriteinse kolonie, beseffen ze allerminst dat hun eenvoudige blokhut de thuisbasis zal gaan vormen voor een uitzonderlijke reeks bewoners. Een Engelse militair, voorbestemd voor eeuwige roem, verlaat de slagvelden van de Nieuwe Wereld om zich aan appels te wijden. Een stel ongetrouwde tweelingzussen overleeft de oorlog en de hongersnood, maar gaat ten onder aan jaloezie en begeerte. Een misdaadverslaggever graaft een massagraf op en merkt dat de eeuwenoude bomen weigeren hun geheimen prijs te geven. Een hopeloos verliefde schilder, een oplichter, een rondsluipende panter, een wellustige bij: allemaal zien ze de mysteries van de noordelijke bossen onder ogen, en komen erachter dat het duistere, rauwe en mooie verleden nog steeds springlevend is.
Door cycli van de geschiedenis, de natuur en zelfs literatuur te doorkruisen toont North Woods ons de ontelbare, magische manieren waarop wij verbonden zijn met onze omgeving en met elkaar, dwars door tijd, taal en ruimte heen. Deze onvergetelijke roman, die de seizoenen en de twaalf maanden van het jaar volgt, gaat over geheimen en het lot, en werpt de tijdloze vraag op: hoe leven wij verder, ook als we er niet meer zijn?
ISBN | 9789048869282 |
---|---|
Aantal pagina's | 400 |
Datum van verschijning | 20230926 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 137 mm |
Hoogte | 210 mm |
Dikte | 34 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres