Reformatie in de Lage Landen, 1500-1620

Christine Kooi
27,50
Op voorraad
SKU
9789044652925
Besproken in NRC
Bindwijze: Paperback
Levertijd 1-2 werkdagen Verzendkosten € 2,95
  • Gratis verzending vanaf €50,-
  • Veilige en makkelijke betaalopties
  • Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
  • Makkelijk bestellen ook zonder account
Afbeelding vergroten
Productomschrijving
In dit toegankelijke, algemene overzicht van de Reformatie in de Lage Landen behandelt Christine Kooi de sleutelmomenten van zowel de protestantse als de katholieke Reformatie zoals die zich in de zestiende eeuw voltrok in de Noordelijke én de Zuidelijke Nederlanden. Na de overvloed aan detailstudies over dit onderwerp biedt Kooi nu een schitterende synthese die het complete en complexe verhaal in samenhang vertelt, voor het eerst sinds zestig jaar.
Reformatie in de Lage Landen, 1500-1620 is een onmisbaar en uitstekend geschreven standaardwerk voor liefhebbers van de vroegmoderne geschiedenis. Een prachtige geschiedenis van de woelige zestiende eeuw vanuit het perspectief van de religie.

Christine Kooi (1965) is hoogleraar Europese geschiedenis aan Louisiana State University. Zij studeerde aan Yale University en is gespecialiseerd in vroegmoderne Nederlandse religiegeschiedenis, waarover ze, naast talloze artikelen en essays, twee boeken heeft gepubliceerd: Liberty and Religion. Church and State in Leiden’s Reformation (2000) en Calvinists and Catholics in Holland’s Golden Age. Heretics and Idolaters (2012).

‘Dit boek verdient een groot lezerspubliek: het is het resultaat van grondig onderzoek, het biedt een uitstekend overzicht en het verwerkt de actuele stand van het onderzoek.’
Mirjam van Veen, hoogleraar Vroegmoderne kerkgeschiedenis aan de Vrije Universiteit van Amsterdam

‘Een echte intellectuele krachttoer: Christine Kooi brengt een heldere synthese van zowel de katholieke als de protestantse reformatiebewegingen in zowel de Zuidelijke als de Noordelijke Nederlanden en dat voor een lange periode.’
Guido Marnef, hoogleraar Vroegmoderne geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen
Meer informatie
Auteur(s)Christine Kooi
ISBN9789044652925
BindwijzePaperback
Aantal pagina's364
Publicatie datum20230605
NRC Recensie3 ballen
Breedte137 mm
Hoogte213 mm
Dikte27 mm
NRC boeken recensie

Nog maar zo’n zestig jaar geleden was België voor meer dan negentig procent katholiek, in Vlaanderen lag het percentage katholiek gedoopten zelfs boven de 95 procent. In Nederland was op dat moment de ontkerkelijking al aardig op stoom gekomen; een kwart van de bevolking leefde zonder kerk en verder hielden katholieken en protestanten elkaar ongeveer in evenwicht. Dat was te danken aan een enorme inhaalspurt van het katholieke volksdeel in de decennia daarvoor, toen er geen rem stond op grote roomse gezinnen.

Nederland geldt al eeuwen als een protestants, of zelfs calvinistisch landje, maar percentages zoals de katholieken die in België bereikten, zijn voor protestanten in Nederland nooit in zicht gekomen, ook niet in de zeventiende of achttiende eeuw. België was eeuwenlang een echt katholiek land, en Nederland was al die tijd in de kern pluriform.

In Reformatie in de Lage Landen 1500-1620 laat Christine Kooi overtuigend zien dat het katholieke België en het religieus pluriforme Nederland in slechts enkele decennia gestalte kregen, zo tussen 1580 en 1600. De kaarten werden toen geschud; al had het ook nog heel anders kunnen lopen. Nog maar enkele jaren daarvoor, zo omstreeks 1565, brandde het protestantse vuur vooral in de Zuidelijke Nederlanden. In Antwerpen, Gent, Valenciennes en Brussel stuurden militante aanhangers van Calvijn rechtstreeks aan op een radicale omwenteling. De Beeldenstorm van 1566 was er het directe gevolg van. De noordelijke gewesten kregen daar ook hun deel van, maar nergens was de ravage in kerken en kloosters zo groot als in het zuiden. Nog weer tien jaar later ontstonden er in Gent, Brussel en Antwerpen zelfs calvinistische republiekjes.

Dat nog weer tien jaar later alle vormen van protestantisme in het zuiden in het defensief werden gedrongen, en de contouren van het huidige België zich al begonnen af te tekenen, was te danken aan het militaire vernuft van landvoogd Alessandro Farnese, die in opdracht van landsheer Filips II geduldig de ene zuidelijke stad na de andere op de knieën bracht. De soldaten verjoegen de troepen van de opstandelingen, en meteen erna kwamen priesters de kerken en kloosters weer inwijden. Degenen die meenden aan het calvinisme, lutheranisme of de doperij te moeten vasthouden, kregen de tijd om hun boeltje te pakken. Zo kwam er een enorme uittocht naar met name Holland op gang, waar ze de rijke en ondernemende Vlaamse en Brabantse protestanten graag zagen komen. De opmars van Farnese stokte, kort na de val van Antwerpen in 1585, ter hoogte van de grote rivieren.

Compleet verhaal

Kooi schreef haar boek voor een Engelstalig publiek; het is vooral een algemene introductie op het verloop van een eeuw waarin de Nederlanden binnen Europa een broeinest van religieuze vernieuwing werden. Het bevat niet meteen veel nieuwe feiten, maar geeft wel een verrassend compleet verhaal. Het begint nu eens niet in 1517 met het aanslaan van Luthers 95 stellingen aan de kerkdeur in Wittenberg, maar schetst heel overtuigend de periode die eraan voorafgaat, waarin de verstedelijkte en ontwikkelde Nederlanden een speciale vorm van ‘burgerlijke religie’ ontwikkelen. In de late Middeleeuwen bloeide de kerk als nooit tevoren: de vroomheid leek collectief bezit te hebben genomen van de bevolking. Gilden richtten rijk gedecoreerde kapellen in, er ontstonden lekenorden, religieuze broederschappen en begijnhoven. In het begijnhof van Mechelen zouden op het hoogtepunt zo’n 1500 vrouwen hun devote en kuise leven geleid hebben.

Een religieuze beweging kon niet dominant worden zonder de steun van de macht van het zwaard

Zoals wel vaker gebeurt in beschouwingen over de Nederlandse reformatie wijst ook Kooi Erasmus aan als degene die een aantal wezenlijke veranderingen in gang zette. De belangrijkste was wel dat religie niet iets moest zijn van allerhande religieuze ordes en broederschappen, maar vooral van het individu. Collectieven versterkten onderling het bijgeloof en allerhande gemakzuchtige praktijken, zoals de aflaathandel en het aanbidden van heiligen. Erasmus pleitte voor religieuze verdieping in plaats van verbreding. De Bijbel werd leidend, een boodschap die vooral door Erasmus’ rivaal Luther werd uitgedragen. Een hele stoet hervormers ontwikkelde een eigen versie van hoe het verder moest. Het wemelde in de eerste helft van de zestiende eeuw van de sektes. Daarvan bleven alleen de best georganiseerde over, strenge genootschappen waarvoor Luther, Zwingli, Calvijn, Beza en ook Menno Simons de fundamenten hadden gelegd. In de Nederlanden kreeg vooral Calvijn veel aanhang.

Willem van Oranje

Het duurde vervolgens nog vele decennia voor deze beweging in de Nederlanden zoveel kracht had dat ze de gevestigde macht kon uitdagen. Ze werden daarbij geholpen door Willem van Oranje en zijn adellijke vrienden, die zo hun eigen conflicten over medezeggenschap met het Habsburgse bewind hadden uit te vechten, en die de religieuze onvrede handig kanaliseerden.

Dat is die andere constante in het boek; religie en politiek zijn altijd innig verstrengeld. Een religieuze beweging kan niet dominant worden zonder zich te verzekeren van de steun van de zwaardmacht. Nadat Willem van Oranjes rebellie na 1572 aan kracht won, kwam er een vernuftige transactie op gang; in ruil voor calvinistische steun moest Oranje ze toestaan om waar ze maar kansen zagen, hun kerk en als het even kon hun lokale dominantie te vestigen. Oranje hoopte dat katholieken en calvinisten elkaar zouden verdragen. Een politieke wensdroom die weinig kans had in een oververhit religieus landschap goed te gedijen.

Het bijzondere van Koois aanpak is dat ze niet alleen kijkt naar de opmars van het protestantisme, maar ook naar het langzaam ontwaken van de katholieke kerk, die een eigen contrareformatorisch tegenoffensief begint, dat in het zuiden opvallend succesvol blijkt. Rituelen, heiligenlevens en ook al het goud en zilver worden grondig opgepoetst. Tegenstemmen worden niet geduld. Inhaken of wegwezen.

In het protestantse noorden gaat dat anders. De gereformeerde kerk is en blijft kieskeurig in wie ze in de eigen gelederen wil opnemen. Geloofsijver en toewijding moeten voorop staan. De meerderheid van de bevolking bleef in de Republiek buiten de kerk. Katholicisme was niet publiekelijk toegestaan, maar floreerde intussen volop in ondergrondse circuitjes. En dat gold ook voor doperij, lutheranisme en het jodendom. In liberale steden als Amsterdam mochten andersdenkenden zelfs godshuizen bouwen, als ze zich verder maar koest hielden. Zo kreeg Willem van Oranje in de jaren en eeuwen na zijn dood, toch wat hij wilde: een land waar religies elkaar verdroegen. Zoals Filips II innig tevreden kon zijn over hoe België zich ontwikkelde tot het meest katholieke land van Noordwest-Europa.

Back to top