Vaders die rouwen
De dochter eet stiekem de sla van het konijn
Carmien Michels Onvoorspelbaar, overvol en uitdagend: als er in deze verhalen sprake lijkt van een traditionele spanningsboog, blijkt dat er gaandeweg één van elastiek.
Wat gebeurt er telkens heerlijk veel, in de verhalen van Carmien Michels! Onvoorspelbaar zijn ze, en je kunt ze ook overvol en uitdagend noemen – en of dat positieve of negatieve kwalificaties zijn, hangt sterk van de lezer af. Maar haar literaire lef overtuigt. Ze toont heerlijke verteldurf én het vermogen om van ogenschijnlijk ontsporende verhalen toch beklijvende ervaringen te maken.
‘Verhalen’ staat op het omslag van haar eerste verhalenbundel Vaders die rouwen – en het zou ook absurd zijn ze kórte verhalen te noemen, want onbeschaamd rijgt Carmien Michels (1990) de pagina’s aaneen: het kortste verhaal beslaat 24 pagina’s, het langste 62. Een oorzaak van het welslagen van haar verhalen ligt vermoedelijk juist in die lengte: het spannendst zijn de wendingen die Michels neemt. Niet door een knal of een overdreven dramatische tournure, maar doordat gaandeweg verschuift waar het verhaal in de kern om lijkt te draaien. Anders gezegd: als er in een verhaal sprake lijkt van een traditionele spanningsboog, blijkt dat er gaandeweg één van elastiek. Ondanks de onverwachte bochten springt het verhaal uiteindelijk terug in zijn vorm.
Sla en groenteresten
Zes verhalen bevat haar bundel, en het eerste verhaal, dat weer is opgedeeld in acht hoofdstukjes, kun je gerust een novelle op zich noemen – ook omdat Michels zich weinig gelegen laat liggen aan de eenheden van plaats, tijd en handeling. Ook kun je terugzien dat ze eerder (slam)poëzie schreef: haar proza biedt, zoals haar poëzie, heel veel tegelijk – het heeft de buitelende volheid van gedichten, en tegelijk schrijft Michels met het gevoel voor tempo en de helderheid van een prozaïst.
Binnen de drie pagina’s van het eerste hoofdstukje introduceert ze een hoofdpersoon die een gespannen verhouding heeft met haar zus (die een gevoelig boek over haar familie aan het schrijven is), een notoir zwijgzame vader, een overleden grootvader (op z’n Vlaams aangeduid als Groteva), een vermoedelijke abortus en een koloniaal verleden in Congo. Michels heeft fraaie en vaak geestige observaties (‘Mijn vader volgt het gesprek als een tennistoernooi. Hij moet mijn tegenspeler niet, maar er gebeurt iets waarvan hij geniet’) en toont mooie beelden. Dat de voorruit van een auto uit ‘een film polyvinylbutyral’ bestaat, ‘waardoor hij niet uit elkaar kan spatten, alleen kan barsten’, weerklinkt in de karakterisering van familieverhoudingen. Waar het verhaal eerst om de familiesores van de hoofdpersoon lijkt te draaien (wat overigens al nauwelijks conventioneel wordt: ‘Een enkele keer at ik de sla en groenteresten die voor Antje, het konijn, bedoeld waren’), schakelen we dan een generatie terug. Het verhoopte effect wordt meteen bereikt: het verhaal verdiept zich erdoor.
Zo gaat dat telkens. ‘Het kippenhok van de buurvrouw’ begint bruut, bijna slapstickachtig: een volwassen dochter trekt in bij haar slappe, alleenstaande vader en neemt steeds meer ruimte in, dringt hem zelfs zijn huis uit. De wending maakt de vader op een onverwachte en aandoenlijke manier krachtiger – iets wat je bij (de wat potsierlijke) aanvang echt niet verwachtte. In ‘Hannibal’, waarin een oude, onfortuinlijke boef en zijn surrogaatdochter een stroeve autorit ondernemen, verandert er iets als een paardentrailer voor hen op de weg plots begint te zwenken en kantelt. Dan verrast Michels door juist géén noodlot uit te spelen: ‘In de gietende regen klimt uit het wagenskelet een gewond dier omhoog, een zwangere merrie, zo zwart als het paard van Zorro.’
Nog een nietsnut duikt op in ‘De geur van verdrietige mannen’: Hugo zucht onder de zorg voor zijn ex-vrouw, die terminale kanker heeft, wat haar onuitstaanbaar kwaad heeft gemaakt – tot ook dat weer een geweldige wending krijgt. ‘Alles wat volgde voelde als een ellenlange trip op te straf spul’, schrijft Michels, en dat krijgen we dan ook. Tegelijk kristalliseert zich dan ook uit waarom de bundel Vaders die rouwen heet: Michels is er duidelijk niet op uit om het te houden bij slampampers van vaders, wier rol in het leven van hun kinderen vooral ‘afwezig en onbezield’ is; dat zou wellicht wat al te traditioneel zijn. Michels zet de mannen neer met compassie.
Stagiaire
Wat niet betekent dat het zachte eieren worden: tegenover iedere dosis compassie staan gelijke delen wreedheid en wildheid. Zo ontkomt Vaders die rouwen ook aan een overkoepelende boodschap, die de boel maar zou versimpelen en versmallen – hier wordt literatuur bedreven om de vertellust, om de vervoering, om levendige beschrijvingen in een taal die daarvoor net toereikend is. Michels zoekt die grenzen op met haar laatste verhaal, ‘Paarden eten mijn dromen op’. De hoofdpersoon is een man die zichzelf vreselijk in de nesten werkt – en voor die eigen schuld nauwelijks oog heeft. De lezer weet beter, dankzij deze wreed-cynische zin, over een affaire die de man had met een stagiaire: ‘Nadat de wraaklustige Amaryllis de belastende mails naar mijn personeel had gestuurd, en ook naar de algemeen directeur en de raad van bestuur, kwam ik er nog mee weg – ik had simpelweg niet de middelen om haar aan te nemen – en omdat iedereen maar al te goed op de hoogte was van Mila.’
Mila is zijn gehandicapte dochtertje dat op sterven ligt – wat de zaken weer flink compliceert, en de hoofdpersoon in een van paarden vergeven psychose doet belanden. Daarmee ontspoort het verhaal volledig, kun je vinden (‘de osteopate begon te gillen en veranderde in een hamster’), maar veelzeggend eindigt Michels zo: ‘Vastgebonden kon ik de taal weer vergeten. Vastgebonden kon ik er weer op uit trekken en alles roze zien, zachtroze, en op zeldzame dagen fuchsia.’ En om die fuchsia momenten lezen we Michels.
17-12-2021 Thomas de Veen
Wraak krijgt gekke staartjes, wereldnieuws sijpelt binnen. Liefde en mededogen winnen langzaam maar zeker terrein.
ISBN | 9789021426914 |
---|---|
Aantal pagina's | 296 |
Datum van verschijning | 20211130 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 136 mm |
Hoogte | 216 mm |
Dikte | 25 mm |