Antwerpen

Michael Pye
20,00
Op voorraad
SKU
9789403134215
Besproken in NRC
Bindwijze: Hardback
Levertijd 1-2 werkdagen Verzendkosten € 2,95
  • Gratis verzending vanaf €50,-
  • Veilige en makkelijke betaalopties
  • Aangesloten bij Thuiswinkel Waarborg
  • Makkelijk bestellen ook zonder account
Afbeelding vergroten
Productomschrijving
De stad die Antwerpen ooit geweest is, is vandaag de dag haast onherkenbaar. Verwoest door de vlammen en bombardementen van de wereldoorlogen is haar geschiedenis goed verstopt achter een façade van herbouwde monumenten. Toch was de havenstad ooit het middelpunt van de wereld.
Als handelscentrum kende Antwerpen in de zestiende eeuw geen evenbeeld, en haar rijkdom en weelde leken ongeëvenaard. De stad van Plantijn en Brueghel stond bol van de bedrijvigheid. Bezoekers kwamen met hun koopwaar uit alle uithoeken van de wereld naar de stad waar de geldhandel floreerde.
Tegelijkertijd kende Antwerpen ook een schaduwkant: rellen, muiterijen en de inquisitie, die als een donkere wolk boven de joodse en protestante inwoners hing, lieten de uitzonderlijke welvaart van korte duur zijn. Desalniettemin blijkt de invloed van Antwerpen blijvend.
Met Antwerpen ontsluit bestsellerauteur Michael Pye het verhaal van een stad die tegen alle verwachtingen in opkwam als het kloppend hart van de zestiende eeuw, en in korte tijd de wereld wist te veranderen. Eén ding is volgens Pye zeker: zonder de Antwerpse geschiedenis zou vandaag niets hetzelfde zijn.
Meer informatie
Auteur(s)Michael Pye
ISBN9789403134215
BindwijzeHardback
Aantal pagina's400
Publicatie datum20210819
NRC Recensie4 ballen
Breedte162 mm
Hoogte236 mm
Dikte34 mm
NRC boeken recensie

Het Silicon Valley van de 16de eeuw

Metropool Geld, meisjes en vrijheid: wie jong en ambitieus was in de 16de eeuw trok naar het Antwerpen. In zijn nieuwe boek (●●●●) neemt de Britse historicus Michael Pye je mee naar de stad van toen.

Het is een grap die iedere Vlaming kent: ‘Antwerpen is ’t stad en al de rest is parking.’ Daar bedoelen ze mee dat Antwerpenaren graag denken dat hun stad het centrum van de wereld is. Een trekje dat wel meer inwoners van hoofdsteden hebben. Alleen: Antwerpen is geen hoofdstad.

En toch. Antwerpen wás wel een tijdje het centrum van de wereld, betoogt de Britse historicus Michael Pye in zijn nieuwe boek Antwerpen. De gloriejaren.

Michael Pye zegt het niet zo, maar je denkt het wel als je zijn boek leest: Antwerpen was het Silicon Valley van de zestiende eeuw. Iedereen die jong en ambitieus was, wilde erheen. Je kon er fortuin maken. Er heerste relatieve vrijheid van godsdienst. En, zo schreef Giovanni Zoncha, een stoffenverkoper uit Venetië die op zijn twintigste naar Antwerpen trok, de meisjes waren ‘heerlijk vrijmoedig’. ‘Tijdens de maaltijd zat je tussen twee meisjes in die je af en toe een kusje gaven, en na het eten ging je op de grond zitten, in de armen van je meisje’, schrijft Pye. ‘Je praatte over van alles, ook als je geen taal gemeen had, en ging wandelen zonder dat er iemand mee moest.’

Wie vorig jaar de roman Wildevrouw van Jeroen Olyslaegers las, dat ook speelt in zestiende-eeuws Antwerpen, is meteen terug in de stad aan de Schelde. Pye weet bijna net zo beeldend een sfeer te schetsen: je ruikt de geur van bier, hoort het rumoer van de haven en ziet de fijne tapisserieën schitteren met hun goud- en zilverdraad.

De val van Antwerpen
Michael Pye is geen romancier, een schrijver is hij wel. Neem bijvoorbeeld de zinnen waarmee hij een hoofdstuk begint over de beeldenstorm in Antwerpen:

‘Er waren een paar jongens rotzooi aan het trappen in de kathedraal (…). Ze beschimpten de vrouw die altijd bij de Mariakapel om een aalmoes vroeg. Zij werd woedend, ze gooide water naar hen, de jongens belaagden haar en de gewijde stilte werd ruw verstoord.’

Het verschil tussen Jeroen Olyslaegers en Michael Pye: de personages van de Brit zijn echt.

Hoe verder je teruggaat in de tijd, hoe politieker de geschiedschrijving vaak wordt. Bronnen over het dagelijks leven zijn nu eenmaal schaars. Maar Pye wil het niet te veel hebben over ‘economische factoren’ en ‘institutionele veranderingen’, want: ‘eigenlijk gaat het om de mensen daarachter: wat die wisten, waarover ze praatten en wat ze zich herinneren’.

Maar toch even heel in het kort de hoofdlijnen. De glorietijd van Antwerpen begint rond 1500 met de komst van de eerste Portugese schepen met specerijen. De stad viel onder het gezag van Karel V. Het einde van de bloeiperiode is arbitrair. Je kunt 1566 nemen (de Beeldenstorm), 1577 (toen Antwerpen zich aansloot bij de Opstand), of 1585 (toen de Spanjaarden de stad heroverden). Pye eindigt zijn verhaal in het laatste jaar.

In die tijd liepen er nogal wat beroemdheden rond in de stad en Pye geeft hen één voor één een gezicht. Thomas More bijvoorbeeld die zijn Utopia niet zonder reden liet beginnen op de Grote Markt, waar een zeeman vertelde over een afgelegen eilandenrijk met die naam. Antwerpen was immers de plek waar je verhalen kon horen ‘over de steeds verder opengelegde wereld’. Antwerpen was ook een plek waar je nieuwe talen kon leren. En dus is het niet gek dat je elementen van de stad kunt herkennen op De Toren van Babel, het beroemde schilderij dat Pieter Bruegel er maakte.

Internationale bestseller
Christoffel Plantijn, de drukker, Abraham Ortelius, de kaartenmaker, Albrecht Dürer, de schilder – allemaal kozen ze Antwerpen voor langere of kortere tijd als uitvalsbasis. De dichteres Anna Bijns, die, bijzonder voor een vrouw in die tijd, onder haar eigen naam publiceerde: ook een Antwerpenaar.

Net buiten de stad in Borgerhout legde Peeter van Coudenberghe een bijzondere tuin aan met exotische en geneeskrachtige planten en kruiden. Zijn Dispensatorium, een compendium van medicinale planten, werd een internationale bestseller.

Dat Antwerpen in de zestiende eeuw zo belangrijk was, dankte het aan de gunstige ligging aan de Schelde, en aan het feit dat concurrent Brugge langzaam dichtslibde. Antwerpen kon Brugge ook overvleugelen omdat er meer vrijheid heerste: de gilden hadden er minder macht en er waren minder voorschriften die de handel belemmerden. Engelse lakenhandelaren betaalden er bijvoorbeeld geen belasting over goederen die ze importeerden en ze mochten onderlinge conflicten afhandelen volgens Engels recht. Hoewel Antwerpen viel onder het gezag van het (katholieke) Spaanse Rijk, bood de stad onderdak aan rijke Portugese Joden die vluchtten voor de Inquisitie.

Antwerpen deed wat het wilde. Die laatste zin past trouwens wel bij de stijl van Pye, die de stad ook regelmatig opvoert als personage. Over de opkomst van de stad schrijft hij: ‘Antwerpen probeerde tegelijkertijd zichzelf én de toekomst uit te vinden.’ En over de vernielingen tijdens de Beeldenstorm: ‘Het was alsof de stad zelf verbaasd was dat ze zich niet verdedigde.’

Machtige bankier
Soms zou je willen dat Pye in zijn verhalen over mensen iets meer uitleg geeft. Bijvoorbeeld in het geval van Gaspar Ducci, een Italiaanse bankier in Antwerpen die als één van de eersten in de geschiedenis doorzag dat je geld kon verdienen met geld, door wisselkoersen scherp in de gaten te houden en op het juiste moment beslissingen te nemen. In 1540 kocht Ducci geld in ‘zoals anderen op een markt een bepaald product inkochten’. Op een moment beheerste hij alle contanten in Antwerpen, schrijft Pye. ‘Hij toonde Antwerpen dat alle handel, al het leven van de stad door één man tot stilstand kon worden gebracht.’ Fascinerend, denk je als lezer, en daar wil je eigenlijk nog veel meer over weten.

Antwerpen was dus even het centrum van de wereld. Maar wat is in retrospectief het belang van Antwerpen voor de wereldgeschiedenis? Antwerpen was misschien niet de plaats waar het kapitalisme werd uitgevonden, een rol die vaak wordt toegedicht aan Amsterdam of Londen in een latere periode van de geschiedenis. Maar het was wel de stad waar geld meer werd dan munten, betoogt Pye, door de levendige handel in wisselbrieven. Er verschenen voor het eerst gedrukte prijslijsten van goederen, een voorloper van de financiële pagina’s van kranten. Michael Pye citeert uit een prachtige brief van de bankier Erasmus Schetz die probeerde het nieuwe concept van geld uit te leggen aan een ‘zeer dierbare vriend’, de filosoof Desiderius Erasmus uit Rotterdam. ‘Schetz moest Erasmus vertellen dat er geld in munten bestond en geld op papier, en dat de waarde van beide kon veranderen, dat andere mensen het verschil tussen de geldmarkten konden “aanwenden tot hun eigen voordeel en uw nadeel”.’ De grote filosoof kon het allemaal blijkbaar maar moeilijk vatten. Schetz verzuchtte: ‘Ik zou liever hebben dat u deze materie beter snapte dan u kennelijk doet.’

Nadat Antwerpen weer in Spaanse handen viel, moest de stad heropgebouwd worden. En erger dan dat: een groot deel van de bevolking trok naar het noorden. Pey besluit: ‘Wat in Antwerpen gebeurde, droeg bij tot de verandering van de wereld en hoe we daarover denken. Maar het was alleen een stad, een plek met muren, die met de tijd kon opkomen en weer vervagen. De stad kon worden uitgehold en werd dat ook.’

03-09-2021 Jeroen van der Kris

Bestanden bij dit product
Inkijkexemplaar.pdf (162.82 kB)
Back to top