Bob en ik, de hoofdpersoon van BOB, verhuizen naar een woning boven een tankstation in Kopenhagen. Bob weet niet wat hij wil studeren, maar wel dat hij een baantje moet zien te vinden. In Sømandshotellet gaat hij aan de slag als receptionist en daarnaast springt hij bij waar hij kan. Wat Bob zeker weet, is dat hij een toekomst wil met ik en zich ook kan voorstellen kinderen met haar te krijgen. Hij klemt haar hand zo stevig vast dat die knak zegt en zoent haar haren. Maar ‘ons’ komt nauwelijks aan de orde, de ik beschrijft alleen Bobs wereld, niet die van haarzelf en amper die van hen samen.
Helle Helle is een meester in het beschrijven van menselijk drama en de absurditeit van het alledaagse. Haar onderkoelde proza wordt vergeleken met dat van Ernest Hemingway en Raymond Carver.