Totaal
Marcel van Roosmalen is de anti-Ivo Niehe
Marcel van Roosmalen Uit een nieuwe bundel reportages blijkt dat Van Roosmalen bijzonder veel los kan krijgen uit de mensen die hij spreekt.
Vier jaar geleden verscheen Je moet opschrijven dat hier niets gebeurt, een 350 pagina’s tellend boek met ‘de beste reportages’ van journalist Marcel van Roosmalen. En omdat het nu verschenen Totaal, dat eveneens ‘de beste reportages’ van Roosmalen zegt te bevatten, liefst 800 pagina’s omvat, kun je eerst alleen maar denken dat Van Roosmalen en zijn uitgever vinden dat Van Roosmalen er de afgelopen vier jaar enorm veel briljante reportages bij heeft zitten schrijven. Want die 450 pagina’s extra moeten toch ergens vandaan komen.
Maar zo zit het niet, want Totaal bevat amper veertig pagina’s die in of na 2018 tot stand kwamen en zelfs welgeteld nul uit 2020, 2021 of dit jaar. Kortom, de lezer dient iets ánders te concluderen, namelijk dat Van Roosmalen altijd al veel briljanter schreef dan de vorige bloemlezing deed vermoeden. Bloemlezingén, want ook Je moet opschrijven dat hier niets gebeurt was niet Van Roosmalens eerste best of.
Is de uitgave van Totaal desondanks gerechtvaardigd? Of beter: is die dikte ervan (het boek kan mee naar het strand, maar je kunt er ook prima de tentharingen mee in de grond slaan) gerechtvaardigd? Krijg je er niet ontzettend veel overschatte reportages bij? Wordt het onmiskenbare momentum van Van Roosmalen, die anno 2022 werkelijk overal columns lijkt te schrijven en bij elke radio- of tv-studio aanschuift, hier niet ontzettend uitgemolken? Nou, er wordt op z’n minst van geprofiteerd, zoveel is duidelijk. Wat daarbij verbaast is dat er wederom voor een bundeling reportages is gekozen en niet voor columns, het genre dat hij nu al ruim een decennium voor allerlei media beoefent en waar hij ook een groot deel van zijn roem aan te danken heeft. Wie bijvoorbeeld de website van deze krant een beetje in de gaten houdt zal beamen dat de columns van Van Roosmalen regelmatig tot de best gelezen stukken behoren. Maar goed, reportages dus weer. Geschreven in krap 20 jaar journalistiek en beginnend met ironische stukken over Pim Fortuyn en diens kliek en een tamelijk verbijsterend stuk uit Jeruzalem, waar de inmiddels wat weggezakte, maar destijds zeer prominente correspondent Conny Mus werd opgezocht. Mus, die acht jaar later aan een hartstilstand zou overlijden, bevindt zich op de rand van een zenuwinzinking, al in de eerste zin van het artikel ‘starend naar het plafond als hij over het leven praat’.
Observaties
Wat opvalt is wat verderop in Totaal wel vaker zal opvallen, namelijk hoe los en mededeelzaam iemand is in Van Roosmalens gezelschap. Aangevuld door observaties die Mus ook al niet echt van zijn beste kant belichten lees je een verhaal over een grove, opgejaagde, onevenwichtige man die weinig remmingen meer kent. ‘Ik ben net als André Hazes, vind je ook niet? Ik denk dat ik echt ben. Ik ben echt! Ik ben Conny Mus, gewoon open en eerlijk. Mooi toch?’ Ja, je bent Conny Mus. Maar ook een wrak.
Je gaat vermoeden dat Van Roosmalen overkomt als een stuk onbenul en dat de mensen die in zijn reportages figureren zichzelf daardoor zo overschreeuwen. Voor een deel zal dat tactiek van Van Roosmalen zijn, maar voor een deel ook niet. Niet dat ik daarmee wil zeggen dat hij een stuk onbenul ís, maar dat hij mensen uit de tent lokt door met tegenzin ergens op te duiken. Aan het begin van het chronologisch geordende Totaal, als hij nog keurig in loondienst is bij HP/De Tijd, lezen we in een stuk hoe Van Roosmalen zich min of meer naar mensen of gebeurtenissen toe láát sturen in plaats van dat hij er in een redactievergadering naar solliciteert. Het is de journalistiek van de flessenlikker, van een kruimeldief: goed, dat ligt er dus nog, laat ik daar dan maar naartoe gaan. En ook dan, nadat de knoop eenmaal is doorgehakt, gaat het allemaal niet per se van harte.
Heel evident is dat in de reportage over tv-programma Barend & Van Dorp, waar Van Roosmalen opduikt zonder de voorbereiding die in het métier gebruikelijk is. Wat is je insteek?, wil Barend weten. Tja, god, insteek, zegt Van Roosmalen, ik ben hier ook maar gewoon naartoe gestuurd. Barend boos. Amateur!
Knipselmap
Dit werkt, deze vorm van journalistiek, doordat Van Roosmalen na zo’n obligaat bezoek, inmiddels achter het toetsenbord gekropen, niet gaat lopen verbloemen dat hij zo onprofessioneel is geweest, maar dat hij wat er dan wél gebeurde allemaal opschrijft. Waardoor je meer van zo iemand als Barend te zien krijgt – of in elk geval een keer iets anders – dan van een journalist die vastberaden aan kwam waaien met de knipselmap in z’n achterhoofd. Door dat laatste te doen neem je mensen of situaties zogenaamd serieuzer, maar die houding heeft tegelijk ook iets nederigs – alsof je al bij voorbaat van plan bent een gouden lijst om het schilderij te plaatsen. U kent Ivo Niehe? Van Roosmalen is de anti-Niehe.
Huist er een misantroop in Van Roosmalen, een sadist die de mensen voor z’n lol in hun hemd zet? Die gedachte is te makkelijk. Mede doordat je met dit boek in een keer zo enorm veel Van Roosmalen op je bord krijgt ga je zien waar hij eigenlijk over schrijft: over de terreur van het initiatief. Al die mensen, ze willen of moeten de hele tijd iets nieuws. Van zichzelf (het wereldduurrecord vissen met een lange hengel verbeteren; de sterkste man van Nederland worden; wietolie leren maken), van de organisaties waar ze zich bij aan hebben gesloten (ambtenaren die naar de workshop ‘Spelen met waardering’ moeten; bouwvakkers die de cursus ‘Veiligheid, Gezondheid, en Milieu Checklist Aannemers’ dienen af te ronden), een vermenging van die twee (‘Op de warmste dag van het jaar kwam Barbara Barend bij het De Mirandabad in actie voor smeerkaas van La Vache Qui Rit.’) en zelfs, zogenaamd dan, uit naam van de benadeelde ander, zoals Fortuyn(isten). Er is – omwille van het geld, de roem of onze algehele zucht naar betekenis – steeds iets nieuws aan de hand en het lullige is dat het meeste ervan kan worden gemist als kiespijn. Van Roosmalen stond erbij, keek ernaar en zag wat de betrokkenen zelf pas later zouden zien: de overbodigheid ervan.
24-06-2022 Sebastiaan Kort
‘Ik heb het achter elkaar en met tranen in mijn ogen gelezen. Zo grappig en zo goed geschreven.’ Radio 1 Nieuwsweekend, Onno Blom
De allerbeste reportages van Marcel van Roosmalen
Journalist, schrijver en columnist Marcel van Roosmalen gold lang als een geheimtip voor iedereen met een goed gevoel voor humor, maar inmiddels horen zijn columns voor NRC tot de best gelezen van de krant, is hij een van de spraakmakendste Druktemakers bij De Nieuws BV op Radio 1 en maakt hij met Gijs Groenteman de uiterst populaire podcast Weer een dag én het alom bejubelde televisieprogramma Media Inside.
Niemand weet zo genadeloos het menselijk tekort weer te geven als Marcel van Roosmalen in zijn reportages. Of hij nu op pad is met de Pimmels (de volgelingen van Pim Fortuyn), op campagne is met de Oranjes, de winterpresentatie van de EO bezoekt of verslag doet vanaf het hondenpoepsymposium onder het systeemplafond van het NBC Congrescentrum in Nieuwegein: niets of niemand wordt ontzien, ook hijzelf niet.
Totaal bevat zijn beste reportages van de afgelopen twintig jaar: een must-have die garant staat voor uren leesplezier.
In de pers
‘Bijna elke zin die Van Roosmalen schrijft is raak. Elke droge zin is een mengeling van irritatie, opstandigheid en berusting, en ook kregelig mededogen.’ **** de Volkskrant
‘Soms is het alsof Marcel de kloof dicht tussen verslaggeverij en moderne poëzie. In drie zinnen meer zeggen dan waar menig collega een bladzijde voor nodig heeft, dat is het. Literaire journalistiek.’ **** NRC Handelsblad
ISBN | 9789029095273 |
---|---|
Aantal pagina's | 800 |
Datum van verschijning | 20220524 |
Out Of Stock Text | In herdruk , verwacht op 30-06-2022 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 185 mm |
Hoogte | 246 mm |
Dikte | 68 mm |