Een vrouw is bezig de Goldbergvariaties van Johann Sebastian Bach in te studeren. Ze doet dat met de rug naar de toekomst, de blik gericht op wat geweest is. Haar pianostudie lijkt allereerst een verdovend middel. Maar waarom?
Variatie voor variatie ontvouwt zich het landschap van haar verleden. Momenten van geluk en pijn, vrolijkheid en razernij, onbekommerdheid en zorg wisselen elkaar af. Onder dat alles dringt zich gaandeweg een verontrustende ondertoon naar de voorgrond. Een onstuitbare melodie, als een aanzwellend noodlot dat alles overstemt.