De Bourgondiërs
Filips de Stoute, Jan zonder Vrees, Filips de Goede en Karel de Stoute: namen als tijdmachines. Wie ze leest, reist als vanzelf naar een andere wereld met spectaculaire ridderspelen, bandeloze banketten, hoofse amourettes en bloedige veldslagen. Het viertal heerste van 1363 tot 1477 over het hertogdom Bourgondië en bepaalde de loop van de Europese geschiedenis.
Het is dit jaar precies honderd jaar geleden dat Herfsttij der Middeleeuwenverscheen. Johan Huizinga schilderde in dit boek in felle tinten de Bourgondische hofcultuur, die in de loop der tijd in de vergetelheid was geraakt. Er is sindsdien veel onderzoek gedaan naar de Bourgondiërs en er zijn ook boeken verschenen – onder meer van de Belgische historicus Wim Blockmans – die deze geschiedenis voor een groter publiek toegankelijk maken. Maar het ontbrak nog aan een vlot geschreven overzichtswerk waarin de geïnteresseerde leek de Bourgondische historie in al zijn facetten krijgt voorgeschoteld.
De Belgische schrijver en conferencier Bart Van Loo (1973) heeft met De Bourgondiërs. Aartsvaders van de Lage Landen nu een boek afgeleverd dat in deze behoefte voorziet. In zijn beste werk tot nu toe koppelt hij vertelkracht aan een gedegen historische analyse. In zijn vorige boek – over de Franse keizer Napoleon – schortte het nog wat aan dat laatste, maar met De Bourgondiërs overstijgt hij het niveau van causeur en ontpopt hij zich tot de ideale geschiedenisleraar: iemand die je met behulp van fraaie verhalen wijzer maakt over het verleden, en daardoor over het heden.
Denemarken
Van Loo neemt een flinke aanloop voordat hij in de late Middeleeuwen belandt. Het epos van de Bourgondiërs begint op het eilandje Bornholm/Burgondarholm, voor de kust van Denemarken. De stam die daar woont, gaat in de eerste eeuw na Christus aan de wandel en komt vier eeuwen later terecht in het gebied in het zuidwesten van Frankrijk waaraan ze hun naam zullen geven.
Het koninkrijk Bourgondië gaat in de loop van de Middeleeuwen als hertogdom op in het koninkrijk Frankrijk. Een rol van betekenis krijgt het na de slag bij Poitiers in 1356, een door de Fransen verloren gevecht tijdens de Honderdjarige Oorlog met Engeland. Filips, de jongste zoon van koning Jan II van Frankrijk, heeft zich tijdens deze veldslag zo heldhaftig gedragen dat zijn vader hem beloont met het hertogdom Bourgondië.
Het gebied rondom de stad Dijon is zeker niet de parel in de Franse kroon, maar dankzij zijn huwelijk met Margaretha van Male, enige dochter en erfgename van de graaf van Vlaanderen, slaagt Filips erin zijn territorium uit te breiden met een gebied waarin de rijke steden Gent en Brugge liggen. Dit is een belangrijke stap voor de hertog in het streven naar een eigen, onafhankelijke machtspositie.
Filips’ zoon Jan zonder Vrees tracht die positie verder uit te bouwen door het gezag van de nieuwe koning, zijn oom Karel VI, te ondergraven. Karel kent lange periodes van krankzinnigheid waarin zijn broer Lodewijk van Orléans de facto de macht heeft in Frankrijk. Jan zonder Vrees besluit in 1407 Lodewijk te laten vermoorden, waarop er een burgeroorlog uitbreekt. De Bourgondische hertog lijkt aanvankelijk aan het langste eind te trekken, maar sterft in 1419 op zijn beurt door moordenaarshand.
Onder Jans zoon Filips de Goede bereikt de glorie van Bourgondië zijn hoogtepunt. Door slimme familiepolitiek vallen hem het hertogdom Brabant en de graafschappen van Holland en Zeeland in de schoot. De gebieden die later de Nederlanden zouden vormen, maken onder Filips de Goede zo voor de eerste keer deel uit van dezelfde staat.
Filips’ opvolger Karel de Stoute vergooit met zijn onmatige veroveringszucht binnen tien jaar de erfenis van zijn vader. Als hij 1477 bij een veldslag tegen de Zwitsers het leven laat, slaat de Franse koning Lodewijk XI bliksemsnel toe en trekt het hertogdom Bourgondië weer bij de Franse kroon. De Nederlandse gebiedsdelen van het Bourgondische rijk komen via het huwelijk van Karels dochter Maria terecht bij het huis Habsburg. Dat zwaait een kleine eeuw de scepter over dit gebied, totdat de Opstand de Zeven Verenigde Provinciën losrukt uit de handen van Maria’s achterkleinkind Filips II.
De kunsten
Van Loo beschrijft al deze dynastieke verwikkelingen trefzeker. Daarnaast besteedt hij veel aandacht aan de talrijke aanvaringen tussen de Vlaamse steden en de hertogen van Bourgondië. Brugge en Gent trachten keer op keer onder het juk van hun heer uit te komen, en keer op keer slaagt de hertog erin de Vlamingen met harde hand weer in het gareel te krijgen. Gezien al dit geknok mag het een wonder heten dat de Bourgondische eeuw ook een tijdvak is waarin het hofleven tot grote bloei komt. Zeker onder Filips de Goede is er sprake van een ongekende weelde. Dichters en schilders wedijverden met elkaar om met hun werken de heerschappij van de hertog luister bij te zetten. Tijdens copieuze banketten van tientallen gangen genieten de gasten van spectaculaire culinaire creaties en de verrukkelijkste wijnen. Je merkt aan het enthousiasme waarmee Van Loo het beschrijft dat dit deel van de Bourgondische geschiedenis hem het meest kan bekoren.
Een boek dat zo omvangrijk is als De Bourgondiërs kan nooit zonder fouten zijn. Zo vergist Van Loo zich als hij schrijft dat de Romeinse keizer Constantijn in 312, aan de vooravond van een gewonnen veldslag, een visioen van Christus had; het verhaal wil dat hier sprake was van een visioen van een kruis. Ook meldt Van Loo ten onrechte dat de Engelsen bij de slag bij Brouwershaven in 1426 met metershoge kruisbogen op de Bourgondiërs schoten. De Engelsen waren echter berucht om hun gebruik van manshoge longbows.
Dit soort foutjes zijn in het grote geheel niet erg storend, net zomin als de soms wel erg uitbundige schrijfstijl van Van Loo. Na weer een in roomboter gebakken zin waarin de hyperbolen en beeldspraken over elkaar heen buitelen, heb je soms even last van oprispingen, maar na een hik lees je toch weer verder. De Bourgondiërs is een rijk banket waarvan je blijft eten, omdat je aan alles merkt dat er een meesterkok aan het werk is geweest.
De Bourgondiërs vertelt de geschiedenis van de vroege Nederlandse eenwording. Het is een wonderlijk relaas van ontbolsterende steden, ontwakend individualisme en uitstervende ridderidealen. Van schizofrene koningen, doortastende hertogen en geniale kunstenaars. Terwijl de Bourgondische hertogen met veldslagen, huwelijken en hervormingen de versnipperde Lage Landen tot één geheel smeedden, ontstonden onder hun impuls de onvergetelijke werken van Klaas Sluter, Jan van Eyck en Rogier van der Weyden.
Bart Van Loo’s even spannende als leerrijke verkenning van de middeleeuwen groeit gaandeweg uit tot een indrukwekkende cultuurgeschiedenis. Meeslepend en erudiet vertelt hij waar wij vandaan komen.
Een wervelend verhaal van brandstapels en banketten, pest en steekspelen, Jeanne d'Arc, Jan van Eyck, Filips de Goede en het Gulden Vlies.'‘Van Loo’s kracht is zijn enthousiaste verteltrant. In zijn boek zit een tv-serie van minstens vier seizoenen à la ‘The Crown, of een film als The Favorite over de verwikkelingen aan het Britse hof van Queen Anne.’' Vrij Nederland 'Liefhebbers van etymologie zullen genieten.' En route
'Van Loo vertelt je als een goede vriend over een historische reis vol opwindende gebeurtenissen die vaak een verrassende wending nemen.' Maison en France
ISBN | 9789403139005 |
---|---|
Aantal pagina's | 560 |
Datum van verschijning | 20181221 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 160 mm |
Hoogte | 237 mm |
Dikte | 46 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres