De enige dochter
In juni 2022 overleed de Israëlische schrijver A.B. Yehoshua op 85-jarige leeftijd. Hij liet een bijzonder mooi oeuvre na van onder meer twaalf romans, waarvan De vijf jaargetijden van Molcho en Meneer Mani zonder meer tot de wereldliteratuur behoren.
Onlangs kwam daar een klein cadeau bij in de vorm van een postuum verschenen dertiende roman met de titel De enige dochter. Het is een boek waaraan hij in zijn laatste levensjaar moet hebben gewerkt en dat hij op de valreep heeft voltooid.
Het verhaal speelt zich af rond de millenniumwisseling in de welgestelde Joodse familie Luzzatto in Noord-Italië. Hoofdpersoon is het meisje Rachele, de enige dochter van advocaat Riccardo Luzzatto en zijn tot het jodendom bekeerde katholieke vrouw. Rachele is elf en moet binnenkort het bat mitswa-examen doen, waarna ze volgens de Joodse wet meerderjarig is.
Dat ze anders is dan haar klasgenoten, merkt Rachele aan de vooravond van de kerstvakantie als ze op school niet mee mag doen aan het kerstspel. Terwijl haar dramajuf juist voor haar de glansrol van de moeder van God had bestemd, omdat ze zulke mooie krullen en een heldere stem heeft. Maar Racheles vader vindt dat de christenen al genoeg Joden hebben uitgeroeid en dat ze het nu niet ook nog eens moeten wagen om de overgeblevenen te ‘stelen’.
Zo’n uitspraak had de opmaat kunnen zijn voor een verhaal over het lot van de Italiaanse Joden in de Tweede Wereldoorlog, die door hun met de nazi’s collaborerende landgenoten massaal in de steek werden gelaten. Maar Yehoshua doet dat niet en laat de oorlog hoogstens op de achtergrond een rol spelen.
Nep-pastoor
Zo krijgt Rachele van haar patriarchale grootvader Sergio Luzzatto, de oprichter van het succesvolle advocatenkantoor, te horen dat hij zich destijds voor priester heeft uitgegeven om aan de greep van de nazi’s te kunnen ontkomen. Als nep-pastoor is hij zelfs een beetje in de katholieke heiligen gaan geloven, omdat die hem het leven hebben gered. En precies daarom, zegt hij, zou haar vader bang zijn dat Rachele zich ook tot de katholieke kerk aangetrokken voelt. Maar er is nog iets. Want terwijl Racheles grootvader de mis opdroeg, zat zijn vrouw ondergedoken in een bergdorpje in de Dolomieten, waar ze in 1943 van Riccardo beviel, in het geheim en met hulp van een lokale arts.
In plaats van de verhouding tussen vader en zoon Luzzatto uit te diepen, richt Yehoshua zich nu op de belevenissen van Rachele die, als de schoolvakantie begint, met haar vader en moeder gaat skiën in de Dolomieten. Eenmaal daar neemt Riccardo zijn dochter ook mee naar zijn geboortedorp, waarvan hij na een halve eeuw eindelijk de naam heeft vernomen. Hij ontdekt er zelfs de arts die hem indertijd gehaald heeft en inmiddels een rancuneuze Oostenrijkse ex-nazi is.
Ook op deze verhaallijn gaat Yehoshua niet verder in. Alsof Riccardo, die een hersentumor heeft en tot ieders vrees binnenkort geopereerd moet worden, rekening houdt met zijn dood en wil dat zijn dochter weet waar hij vandaan komt. Op haar beurt zou zij zich extra bewust moeten worden van haar komaf, die haar eigenlijk niet zoveel kan schelen.
Na haar verblijf in de Dolomieten gaat Rachele zonder haar ouders naar een carnavalsbal bij haar Joodse grootmoeder, die, al jaren gescheiden van Sergio, in een groot huis in Venetië woont. Op dat bal komt de wereld in al haar diversiteit voorbij. En daar lijkt het Yehoshua wél om te doen. Eindelijk snap je ook waarom Rachele zo verslaafd is aan de negentiende-eeuwse sentimentele, moralistische roman Jongensleven van Edmondo De Amicis, een boek over een schooljongen uit de betere kringen van Turijn, die met zijn leraar allerlei moralistische gesprekken voert. Op elke bladzijde straalt het menselijke goedheid, tolerantie en solidariteit uit. Juist vanwege die waarden kreeg menigeen het in de beginjaren van de staat Israël voor zijn of haar religieuze meerderjarigheid cadeau. Voor Yehoshua was het zelfs een van de belangrijkste boeken uit zijn leven. De invloed ervan kom je in zijn hele oeuvre tegen.
Dat Rachele met Jongensleven dweept, zegt dan ook alles over de ware bedoelingen van Yehoshua. Op de valreep van het leven wilde hij duidelijk nog een keer de humanistische waarden uitdragen die zijn betere werk zo bijzonder maken. Dat die behoefte om onderling begrip te wekken tussen mensen van de meest uiteenlopende gezindten, impliciet ook tussen Palestijnen en Joden, geen geweldig boek heeft opgeleverd, dien je daarom maar voor lief te nemen. Want ondanks alle zwakke kanten is De enige dochter toch de moeite waard. Al was het maar omdat je tussen de regels door aanvoelt wat Yehoshua van dit verhaal had kunnen maken als hij meer tijd van leven zou hebben gehad.
Een stad in Noord-Italië, tijdens de kerstvakantie rond de millenniumwisseling. Rachele Luzzatto is het enige kind in een joods gezin. Ze is nieuwsgierig en niet bang voor haar mening uit te komen. Rachele bereidt zich voor op haar bar mitswa en dompelt zich onder in de gebeden en voorschriften van het joodse geloof. Tegelijk wil ze dolgraag met haar klasgenoten meedoen aan het kerstspel op school, met haar in de rol van Maria. Daar is haar vader faliekant op tegen. Dat zijn dochter 'de moeder van God' zal spelen gaat volkomen in tegen zijn geloof.
Maar niet alleen de overtuiging van haar vader verwart Rachele. Er zijn de avontuurlijke en gruwelijke verhalen van haar grootvader van vaderskant, die zich in de Tweede Wereldoorlog voordeed als priester om aan deportatie te ontkomen. En de overtuigingen van haar atheïstische grootmoeder van moederskant en het vurige katholicisme van grootmoeders echtgenoot. Wie ben ik, vraagt Rachele zich af. Wat is mijn identiteit? Dan wordt haar vader gediagnosticeerd met een ernstige ziekte.
ISBN | 9789028452930 |
---|---|
Aantal pagina's | 176 |
Datum van verschijning | 20230724 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 136 mm |
Hoogte | 210 mm |
Dikte | 17 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres