De ongetrouwde Abelke Bleken is trotse eigenaar van een boerderij in de marslanden ten zuiden van Hamburg. Ze leeft met het weer, dat ze beter kan lezen dan haar buren; ze trotseert ontberingen en de afgunstige mannen die op haar land loeren in deze gevaarlijke tijd voor eigengereide vrouwen. Tot de rampzalige dijkbreuk tijdens de Allerheiligenvloed van 1570, die haar alles zal kosten. Abelke wordt gebrandmerkt als heks; de afgunstige mannen krijgen hun zin.
Bijna vijfhonderd jaar later verhuist Britta Stoever met haar gezin naar dezelfde streek. Het is niet haar keuze, maar ze volgt haar man die zijn droomhuis met tuin gevonden heeft. Ooit opgeleid als geografe raakt ze geboeid door het opvallende landschap en ontdekt er sporen van het verleden en Abelke. Gefascineerd duikt Britta steeds dieper in het leven van Abelke en ontdekt ze meer en meer over zichzelf in het leven van de andere vrouw.