De fantastische vliegwedstrijd
Dachten we met Maar eerst ving ik een monster al één van de beste prentenboeken van dit jaar binnen te hebben, komt Tjibbe Veldkamp amper drie maanden later met een nieuw boek dat een geduchte zelfconcurrent is. Hij bewijst er in elk geval mee de beste prentenboekenmaker te zijn die we momenteel in Nederland hebben. De fantastische vliegwedstrijd heeft al een sterke grap als uitgangspunt: een groep vogels houdt een vliegwedstrijd – en daarvoor stapten de vleugelbezitters in vliegtuigen, straaljagers en luchtballonnen. Het verhaal wordt verteld door een gejaagde sportcommentator: ‘… en iedereen is weg! Nee, niet iedereen: Team Flamingo blijft achter. De roze vogels stijgen niet op! Wat is daar aan de hand?’
Dat is een leuke en heel slim gekozen vorm, want zo vlieg je door het boek (pun intended), terwijl ondertussen op elke pagina een vliegmachine averij oploopt. Daardoor heb je al halverwege het boek zin om even niet meer mee voort te denderen, maar af te remmen, om te zien wat je mist. Waarom vallen alle vogels uit de lucht? Hoe kwam er plots een gat in de luchtballon van Team Struisvogel-Pinguïn? Wat gebéúrt er op die volle tekeningen? De vogels hebben het niet in de gaten, en als toeschouwer zie je het al evenmin. De Vlaamse illustrator Sebastiaan Van Doninck (1979) maakte vernuftige waterverfschilderijen die echt niet overvol lijken (je ziet meteen wat je moet zien), maar waarop telkens iets gebeurt wat je gemakkelijk over het hoofd ziet.
Dát is het echte verhaal, waarmee je als toeschouwer deelgenoot van de sabotage wordt. Telkens nét buiten beeld – als het ware wanneer de bladzijde wordt omgeslagen: je ziet de oorzaak ervoor, het resultaat erna – wordt een team uitgeschakeld door Team Kip, geestig genoeg vogels die echt niet kunnen vliegen en misschien daarom wel valsspelen. Dat moeten ze bezuren: de andere vogels halen ze in, handig gebruikmakend van hun vleugels, en halen de hennen neer voor de finish.
De verslaggever-verteller beent het allemaal niet bij: ‘Team Kip krijgt straf – ik vraag me af waarom. Hebben ze iets gedaan dat niet mag?’ Prentenboeken zijn er niet om één keer te lezen; dat weet elk kind, en dat weet Tjibbe Veldkamp, zoals hij briljant bewees in het prentenboek-perpetuum mobile Maar eerst ving ik een monster. Dit verhaal eindigt met de aankondiging van ‘de herhaling’, die ‘nu voor in dit boek’ begint. Dat is ongeveer dezelfde herhaaltruc als in Veldkamps vorige boek, maar nu ook op een geinige, treffende manier van toepassing. Want het klopt, die herhaling is welkom – en onontbeerlijk. En dat heeft het boek aan Van Do-ninck te danken: op zijn tekeningen raak je niet uitgekeken.
Een fantastisch, groot prentenboek boordevol komische details, waarin de kijker het ware verhaal van de race zelf mag ontdekken…
ISBN | 9789045124063 |
---|---|
Aantal pagina's | 32 |
Datum van verschijning | 20200416 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 262 mm |
Hoogte | 347 mm |
Dikte | 10 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres