De onbeduidende Jude
Gruis zijn ze, vermalen door het leven
Thomas Hardy Lage komaf, grote ambities: de nieuwe titel van deze 19de-eeuwse klassieker geeft je al iets mee van de frictie die het leven van Jude zal tekenen. Maar hij legt zich er niet bij neer.
Vergeet de illustratie op het omslag. De vriendelijk ogende, lichtharige jongeman die zijn vriendin omhelst, lijkt in niets op de Jude die de hoofdrol speelt in de bijna vijfhonderd pagina’s die volgen, met zijn intense blik en ‘donkere wenkbrauwen, krullende zwarte haar en baard’. Eigenlijk zou je bij aankoop van dit boek een zwarte viltstift moeten krijgen waarmee je de afbeelding zelf kunt aanpassen.
De coverillustratie daargelaten is het natuurlijk prachtig dat Jude the Obscure van Thomas Hardy nu eindelijk in een Nederlandse vertaling verschijnt. Vertaler Arie Storm koos voor de titel De onbeduidende Jude en dat is een interessante keuze. ‘Onbeduidend’ roept veel meer op dan het misschien meer voor de hand liggende ‘onbekende’; in de Nederlandse titel krijgt de lezer meteen al iets mee van de frictie tussen Judes ambities en het leven dat uiteindelijk voor hem is weggelegd.
Jude Fawley groeit op bij zijn oudtante, in een dorpje in het zuiden van Engeland. In het begin van de roman is hij elf jaar, een intelligent jongetje van lage komaf, dat nergens heen kan met zijn leergierigheid. Hij leert zichzelf Grieks en Latijn, als puber staart hij verlangend naar de horizon wanneer zich daar de door de avondzon beschenen contouren van de universiteitsstad Christminster aftekenen; dáár wil hij terechtkomen. Hij zal er ook terechtkomen, als steenhouwer mag hij meehelpen bij de restauratie van de gevels van de universiteitsgebouwen die hij zo graag als student had bezocht.
Verpletterende kracht
De mooie, aardse Arabella manipuleert hem een slecht huwelijk in, maar het tij lijkt te keren wanneer Judes hyperintelligente en vrijgevochten nicht Sue in zijn leven komt. ‘Ze lijken één persoon te zijn die in tweeën is gesplitst!’ wordt over hen gezegd, degene die het zegt is Judes voormalige dorpsonderwijzer die met Sue zal gaan trouwen – niets zal goed aflopen in deze roman, Jude en Sue zullen één huishouden vormen, maar dat is niet het einde van het verhaal. De hele roman zal Jude blijven worstelen: met zichzelf, met de instituties, het geloof, zijn zwakheden, zijn ambities.
Jude the Obscure verscheen in 1896, en was de laatste roman van Thomas Hardy (1840-1928). In zijn nawoord nuanceert vertaler Storm de legende dat Hardy ophield met het schrijven van romans vanwege de storm van kritiek die het boek veroorzaakte. Die kritiek kreeg hij vanwege zijn aanvallen op de Victoriaanse christelijke en seksuele moraal. Met Jude en Sue schiep hij twee personages die weigeren zich bij die moraal neer te leggen. Wanneer die twee zich uitspreken tegen de heersende opvattingen over vrouwen en het huwelijk, krijgt de roman iets prekerigs, waardoor je er met een afstandelijke, historische blik naar gaat kijken; met spreekbuizen leef je niet mee. Maar wanneer Sue en Jude na een gruwelijke gebeurtenis elkaar dreigen kwijt te raken, begint de roman opeens te ontroeren. Dan zijn we geëngageerd als lezer: het gaat niet langer om zaken waar we met een intellectuele blik naar kijken, maar om persoonlijke verhoudingen, manmoedige en wanhopige pogingen intens verdriet te verwerken, dan blijkt ook de verpletterende kracht (en aantrekkingskracht) van de instituties die eerder nog zo resoluut werden verworpen. Jude en Sue worden vermalen door de molenstenen van traditie, lot en moraal, tot er alleen nog gruis over is. Wie van hen op het eind nog leeft en wie niet maakt weinig meer uit, ze zijn gruis.
Strijdend ten onder
Met eerdere vertalingen van onder andere John Banville heeft Storm laten zien dat hij het kan; daarom verbaast het dat hij in deze vertaling toch veel steken laat vallen. Vooral door haast, zo lijkt het. Dat levert zinnen op als: ‘Zoals daar altijd al had gestaan bevond zich een wegwijzer aan de kant van de weg’, en: ‘Het was een van die onbewolkte dagen die Wessex, en elders, soms kende tussen dagen van kou en nattigheid door.’ Bij sommige langere zinnen zou een eenvoudige verschuiving van woorden al helpen om ze leesbaarder te maken zonder het origineel geweld aan te doen. Hier en daar kiest hij voor de meest gangbare betekenis – ‘gordijn’ voor ‘curtain’ waar ‘[toneel]doek’ beter zou zijn, ‘vuur voor ‘fire’ waar ‘brand’ beter op z’n plaats is, ‘inderdaad’ voor ‘indeed’ waar dat woord toch eerder als uitroep van verrassing wordt gebruikt. Soms klopt de vertaling gewoon niet. Eén voorbeeld uit een lijstje dat nét iets te lang is: ‘I would have died game’ betekent toch eerder ‘ik zou strijdend ten onder zijn gegaan’ dan ‘ik ben helemaal in verlegenheid gebracht’ – wat tijdens een ruzie sowieso niet geloofwaardig klinkt uit de mond van Jude.
Deze vertaling had dus meer zorg verdiend. Hetzelfde gold twee jaar geleden voor de vertaling van Our Mutual Friend van Dickens, van dezelfde uitgever. Het vertalen van klassiekers valt te prijzen, maar het mag met iets meer aandacht.
2020-09-25 Rob van Essen
Dan komt het aardse plattelandsmeisje Arabella Donn in zijn leven, en hij raakt op een zijspoor. Jude trouwt met Arabella, maar zij verlaat hem. Vervolgens wordt hij verliefd op zijn nicht, Sue Bridehead. Met haar lijkt hij het geluk te vinden. Maar als het noodlot toeslaat, blijkt verrassend genoeg de moderne en geëmancipeerde Sue eraan onderdoor te gaan.
Deze roman, gepubliceerd in 1895, zou Hardy’s laatste zijn. De openheid over seksualiteit, de kritiek op het huwelijk, op het universitaire systeem en op de Kerk schokten het publiek. Hardy richtte zich de rest van zijn leven uitsluitend op zijn poëzie.
De taal van Thomas Hardy is prachtig, geestig, scherp en eigenzinnig. Zijn decorbeschrijvingen zijn fenomenaal.
ISBN | 9789025309916 |
---|---|
Aantal pagina's | 560 |
Datum van verschijning | 20200818 |
NRC Recensie | 3 |
Breedte | 125 mm |
Hoogte | 201 mm |
Dikte | 46 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres