De onmisbaren
Lang leve de vakkenvuller en de vuilnisophaler
Politiek In een ode aan ‘zijn’ sociale klasse kritiseert ex-SP-voorzitter Ron Meyer de groeiende ongelijkheid in Nederland, maar beseft hij ook dat hij ver van de wereld van zijn ouders verwijderd is geraakt.
Op het Binnenhof werden er soms grappen over gemaakt: zoals SP-voorzitter Jan Marijnissen zijn achtergrond als metaalarbeider had om indruk te maken op zijn achterban, zo had zijn opvolger Ron Meyer het gezin waarin hij opgroeide, in een arme buurt van de oude mijnwerkersstad Heerlen. Als hij wilde uitleggen wat hij te zoeken had in de politiek en bij de SP, begon hij steeds weer over zijn vader – die koelmonteur was, maar ziek werd en in de bijstand terechtkwam. En over zijn moeder die schoonmaakster was en in de thuiszorg werkte, en ook ziek was geworden. En hoe hij als scholier elke dag langs het treinstation kwam en de ellende zag van zwervers en heroïnehoertjes.
Meyer trad in 2019 af als voorzitter, na de nederlaag van de SP bij de Europese verkiezingen. Hij nam de verantwoordelijkheid op zich voor het fel bekritiseerde campagnefilmpje over Eurocommissaris Frans Timmermans (‘Hans Brusselmans’). Voor kiezers hoeft hij niets meer te bewijzen, maar Meyer blijft het verhaal van zijn ouders en zijn oude buurt vertellen. En misschien is het omdat de politieke druk eraf is: hij doet dat nu beter en indringender dan in zijn tijd bij de SP.
Luizenbaan
Zoals de eerste scène: Ron Meyer is twaalf en belt, zonder dat zijn ouders het weten, zijn oma om te vertellen dat ze uit huis gezet dreigen te worden. Er zijn te veel onbetaalde rekeningen. ‘Ik kan niet praten en probeer mezelf af te leiden door de wikkeldraad van de telefoon om mijn arm te draaien.’ Zijn oma belooft dat ze het oplost. En ze zegt: ‘Het is ons geheim.’ Dat was ook Ron Meyers bedoeling.
De volgende dag belt oma met zijn vader om te zeggen dat ze hem alvast een deel van de erfenis wil geven. ‘Ik denk’, zegt zijn vader na dat gesprek, ‘dat het Herregudje toch bestaat.’ Dat vindt ‘Ronnie’, zoals zijn familie hem noemde, wel even oneerlijk. Dit wonder, schrijft hij, kwam niet door Hem. En als dat wél zo was: ‘Wat een luizenbaantje heeft die Kerel dan in hemelsnaam?’
Meyer noemt zijn boek ‘Een ode aan mijn sociale klasse’. Zijn belangrijkste boodschap is de groeiende ongelijkheid en onrechtvaardigheid in Nederland en de wereld. Hij beschrijft hoe Nederland in de coronacrisis vooral overeind werd gehouden door de mensen die niet thuis konden werken – vrachtwagenchauffeurs, vuilnisophalers, maaltijdbezorgers, vakkenvullers, caissières – maar meestal een veel lager en onzekerder loon hebben dan wie ‘in korte broek en in een verwarmde kamer achter zijn laptop kruipt’.
Dat was hijzelf: achter de laptop. Want ‘mijn’ sociale klasse? Het is niet meer die van hem. Meyer geeft het toe, met pijn en moeite. Dat hij vier keer in de week ’s ochtends vroeg naar de sportschool gaat, noemt hij ‘een van die middenklasmanieren’ die hij prettig vindt, maar ook ‘verafschuwt’. Alsof zijn eigen moeder ‘nog even op de loopband van de sportschool ging staan’ voordat ze vloeren ging boenen. Iedereen zou haar voor gek hebben verklaard. Zoiets doe je alleen als je daarna achter je laptop zit.
Dát verwacht hij van zijn vrienden: dat ze de ellende zien van mensen zoals zijn ouders.
Mooi is de scène waarin bij hem thuis de stroom is uitgevallen en hij in het huis van zijn ouders een online-werkgroep aan de Harvard Kennedy School gaat volgen, Meyer studeert daar. ‘Als ik als een ware consultant met twee laptops, een dubbele oplader en een volledig opgeladen smartphone arriveer, zitten jullie klaar.’
Zijn ouders hebben een vaste internetkabel klaargelegd en de eettafel vrijgemaakt als bureau. De buren weten dat hij er is, de deurbel staat uit. Dat hij de cursus ook wel eens vanuit de auto volgt, durft hij dan niet meer aan zijn ouders te vertellen. Zijn moeder kijkt mee op het scherm – ‘alsof zich een wonder voltrekt’. Daarna zegt ze: ‘Ik verstond er niet veel van, maar wauw, wat was dat interessant.’
‘Klas-suh’
Meer dan een ode is het boek een raam met een rijk uitzicht op een wereld waar de meesten uit Ron Meyers nieuwe sociale klasse maar weinig van weten. Al weet je na dit boek nog lang niet alles, want als je alléén afgaat op Meyers boek kun je denken dat die wereld vooral bestaat uit lieve mensen die solidariteit het allerbelangrijkst vinden. Zo is het natuurlijk niet, het hóéft ook helemaal niet. In Meyers vroegere sociale klasse maken mensen net zo goed keuzes waar je kritisch over kunt zijn.
Hoe Meyer dat zelf ziet, blijkt als hij zijn opwinding beschrijft over een verkiezingsdebat. Een stelling gaat over de belofte dat ‘minimaal 10 procent van de bewindslieden van kleur zijn of een niet-westerse achtergrond hebben’. ‘Klasse!’ roep ik naar de tv. Klas-suh, verdomme.’
Meyer vindt dat de belofte moet gaan over een kabinet met ‘onmisbaren’ als een schoonmaker of een buschauffeur. Dat het hem zelf als SP-voorzitter niet was gelukt om mensen met zo’n achtergrond in de Tweede Kamer te krijgen, vertelt hij niet. De debat-scène gebruikt hij om zijn overtuiging te onderbouwen: dat je ‘alle ruimte creëert voor verdeel- en heerspolitiek’ als je doet alsof er geen sociale klassen zijn. ‘Geert Wilders begrijpt dat als geen ander. Met zichtbaar genoegen antwoordt hij dat in zijn kabinet een ministerspost voor Zwarte Piet gereserveerd is’.
Meyers ouders hadden de Zwarte Pietendiscussie ‘lastig’ gevonden. ‘Er was jullie al zoveel afgepakt en nu ook nog deze traditie.’ Maar ze hadden zich volgens hem ingeleefd in de pijn van anderen. En precies dát verwacht hij van zijn vrienden uit de sportschool: dat ze de pijn en ellende zien van mensen zoals zijn ouders.
Het is een verhaal dat de SP voluit had kunnen omarmen. Maar in die partij zijn de omgangsvormen vaak hard, en Meyers rol lijkt er te zijn uitgespeeld. In de week dat De onmisbaren uitkwam, twitterde SP-leider Lilian Marijnissen uitgebreid over het SP-succes van een verbod op het jaarlijks doden van 40 miljoen pasgeboren haantjes. Geen woord over Ron Meyers boek.
16-07-2021 Petra de Koning
ISBN | 9789044648836 |
---|---|
Aantal pagina's | 192 |
Datum van verschijning | 20210706 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 126 mm |
Hoogte | 200 mm |
Dikte | 15 mm |