Een man vertrekt naar Indonesië. Daar is hij geboren, daarheen wil hij terug. Hij reist over zee: zo is hij ooit vertrokken. In Jakarta wacht hem op de plek waar zijn wieg stond een macabere ontmoeting; in Yogyakarta volgt hij lessen Oud-Javaans en eet hij vleermuis; in Bandung, waar hij als kind heeft gewoond, moet hij accepteren dat ‘alles van vroeger’ weg is. Hij trekt door Sumatra, Celebes en de Molukken. Hij verdwaalt in een oerwoud, overleeft het ternauwernood, en keert terug naar zijn geboortestad.
Want daar is hij, zonder het zich aanvankelijk bewust te zijn, verliefd geworden. Zijn zoektocht naar Indonesië verandert in een verhaal over de verzengende liefde tussen een man en een jongen. ‘Heb ik me op de valreep in de jongen verloren en wil ik hem nooit meer kwijt omdat ik Java niet nogmaals wil verliezen? Gebruik ik de jongen? Doet het ertoe?’
Niets in De zachte held is verzonnen, en toch komen alle grote Indische thema’s aan bod: ziekte en dood, godsdienst en politiek, herinnering en verlangen. Maar bovenal is De zachte held een hartverscheurend liefdesverhaal.