Fonkelrozen
Hoe kan het dat onze identiteit op onze vingertoppen zit?
Essays Geertjan de Vugt onderzoekt in Fonkelrozen de geschiedenis en maatschappelijke betekenis van de vingerafdruk. Een obsessieve tocht langs levens die zich vervlechten via huidrichels op een duim.
Chicago Airport. 2015. Hij legde zijn hand op de plaat van de vingerafdrukkenscanner. Het apparaat herkende hem niet. Hij probeerde zijn andere hand, drukte zijn duim steeds dieper op de plaat. Niets.
Het angstzweet dat hem bij de controle op de luchthaven uitbrak, leidde poëziecriticus Geertjan de Vugt tot zelfinspectie van zijn vingertoppen. ‘Hoe komt het dat hierin onze identiteit zit?’, vroeg hij zich af.
Zeven jaar later verschijnt Fonkelrozen, een bundel met negen essays die cirkelen rond die vraag. Via de levensbeschrijving van 19de-eeuwse westerse geleerden en de manier waarop ze gefascineerd raken door de vingerafdruk als uniek tekensysteem op het lichaam van ieder individu, ontvouwt het boek zich tot een onderzoek van de vingerafdruk als classificatiesysteem, handtekening en forensisch middel. De Vugt eindigt in de twintigste eeuw bij kunstenaars als Arnulf Rainer en Piero Manzoni en komt zo in de draaikolk van zijn persoonlijke obsessie: de wens spoorloos te verdwijnen.
De Vugt, coördinator Wetenschap & Kunst bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, is met grote geestdrift gedoken in de persoonlijke geschriften van wetenschappers, eugenetici, kunstenaars, goochelaars, handlezers, schrijvers en koloniale ambtenaren. Hij blijkt een uitstekend sporenzoeker naar hun esthetische obsessies en wetenschappelijke fantasie. Fascinerend is zijn beschrijving van het leven van de Tsjechische Purkinje (1787-1869), medicus met poëtische ambities en de eerste die rond 1800 in de vingerafdruk een lichamelijk bewijs van de individualiteit van de mens ziet.
Draaimolens
Purkinje hunkert van jongs af aan naar draaiingen: eerst op draaimolens, dan als pionier in de onderzoeksmethode van zelfmedicatie. In zijn jeugd kreeg hij al regelmatig toevallen. Op latere leeftijd geeft hij zich over aan het hallucinogene vingerhoedskruid. Twee weken lang is hij duizelig en ligt er een sluier van lijnenpatronen over de wereld. Purkinje noemt ze ‘Fonkelrozen’. De weg naar zijn onderzoek van de vingerafdruk heeft vele bochten. Als medicus is hij ervan overtuigd dat iedere patiënt een unieke wereld is die grondige observatie verdient. Hij onderzoekt de huid, de waarneming en het tastorgaan. Hij ziet plattegronden in een handpalm. Hij beschrijft de patronen op de vingertoppen en merkt op dat die niet alleen tussen mens en dier maar ook tussen mensen onderling verschillen.
Ook roept de Vugt de tragische vetes op tussen de Engelse graveur Ralph Beilby en zijn leerling Thomas Bewick (1753-1828), beiden werkten aan geschiedenisboeken van Britse vogels en viervoeters. Bewick illustreerde met zijn houtgravures. Later werkte hij aan een graveersysteem om de vervalsing van bankbiljetten te voorkomen. De angst om vergeten te worden leidt Bewick naar de eerste gravure van de vingerafdruk als handtekening. ‘Radeloosheid, zo wil een ijzeren wet van het kunstenaarschap, leidt tot vindingrijkheid’, aldus De Vugt.
De Vugt schrijft zwierig en maakt sterke associaties
Ook verdiept De Vugt zich in de 19de-eeuwse drang tot categoriseren. Deze had funeste gevolgen en mondde uit in de droom van het staven van een hiërarchische rassenleer, waarbij de ene mens minder zou zijn dan de andere. Zo werd de hand- en vingerafdruk een controle- en registratiemiddel. De koloniale beambte William James Herschel sloot in 1858 een contract met een Bengaalse handelspartner die hij niet vertrouwde. Hij pakte onverwacht diens hand vast, bette die in inkt en drukte die op het papier. Het werd een mijlpaal in de geschiedenis van de ‘dactyloscopie’ of de leer van het maken en ontcijferen van vingerafdrukken. Herschel zocht contact met de neef van Darwin, Francis Galton (1822-1911), en stuurde hem regelmatig pakketjes met vingerafdrukken van Bengali.
Galton, vader van de term eugenetica, had een toevoer van vingerafdrukken van alle continenten nodig waarmee hij zijn leer over het rassenonderscheid wilde staven. Hij verzamelde zijn indrukken in 1892 in het boek Fingerprints. Een boek dat in de kast van vele schrijvers uit die tijd stond, waaronder in die van Mark Twain die in zijn detective Puddn’head Wilson (1894) een warm pleidooi houdt voor de vingerafdruk als de sleutel tot het oplossen van een moordzaak. Ook Virginia Woolf kende dat werk van Galton. In Londen werd haar de hand gelezen door Charlotte Wolff, een uit Berlijn uitgeweken arts die over Woolf noteerde: ‘Een diep verontruste, ontregelde persoon die voor haar emotioneel evenwicht en balans moet vechten.’
Patchwork van levens
Fonkelrozen levert een schitterende inkijk in de manier waarop wetenschap, kunst, politiek en maatschappelijke denkbeelden elkaar beïnvloeden. De bundel is een patchwork van levens met schitterende en gevaarlijke obsessies, zowel over het vastleggen van het bestaan als het verdwijnen ervan. De Vugt schrijft zwierig en maakt sterke associaties, alsof de lussen van de vingertoppen zich ook in zijn schrijfstijl weerspiegelen. Hij citeert en parafraseert, met gevoel voor poëtische kracht, uit de bewaarde notities van zijn hoofdpersonages. In de manier van geschiedschrijving waarin fictie en non-fictie zich vermengen, vertragen zijn veronderstellingen het lezen af en toe. Maar evengoed zijn er sterke, filmische beschrijvingen van de manier waarop onderzoeksdrift vele vormen kan krijgen. ‘Wat als iemands vingers iedere vorm van tekening ontberen?’, vraagt De Vugt zich tot slot af. ‘Wat begon als een koloniaal-administratieve en forensische technologie, is tot in de haarvaten van het dagelijkse leven doorgedrongen: smartphones en deuren worden ermee geopend, bankrekeningen en accounts mee beveiligd en grenzen gepasseerd.’
De Vugts digitale onzichtbaarheid bij de luchthavendouane moet te wijten zijn geweest aan een technische detectiefout, niet aan de richels op zijn vingertoppen. Die zijn niet zomaar weg te branden, ze groeien altijd terug. En dan kunnen ze als een onuitwisbaar levensverhaal afgedrukt worden.
10-06-2022 Anna Luyten
ISBN | 9789028213159 |
---|---|
Aantal pagina's | 296 |
Datum van verschijning | 20220224 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 131 mm |
Hoogte | 211 mm |
Dikte | 22 mm |