Geschiedenis van het dagboek
Otto Frank leefde na de oorlog door voor het dagboek van zijn dochter Anne
Geschiedenis Dat het dagboek van Anne Frank wereldberoemd werd was mede te danken aan de Amerikaanse presidentsvrouw Eleonor Roosevelt. Deze en andere anekdotes zijn te lezen in een vlot geschreven boek over de geschiedenis van Het Achterhuis.
Je kunt het je nu moeilijk voorstellen, maar het kostte Otto Frank destijds veel moeite om het dagboek van zijn dochter Anne uitgegeven te krijgen. Querido, H. Meulenhoff, De Bezige Bij – de ene na de andere uitgeverij wees het af. Dat veranderde toen het typoscript van het dagboek via een kennis van Frank terecht kwam bij Jan Romein. Op een avond pakte de beroemde historicus het op en las het in één ruk uit. Vervolgens schreef hij een stuk dat op 3 april 1946 op de voorpagina van Het Parool verscheen onder de kop ‘Kinderstem’:
‘Toen ik het uit had, was het nacht en het verwonderde mij, dat het licht nog brandde, dat er nog brood en thee te krijgen waren, dat ik geen vliegtuigen hoorde ronken en geen soldatenlaarzen klonken op straat, zóó had de lezing mij gevangen en teruggevoerd naar de onwezenlijke wereld, die nu al bijna weer een jaar achter ons ligt. (…) Voor mij echter is in dit schijnbaar onbeteekenende dagboek van een kind, in dit door een kinderstem gestamelde ‘de profundis’ alle afzichtelijkheid van het fascisme belichaamd, méér dan in alle processtukken van Neurenberg bij elkaar.’
En nu is er een boek verschenen met als titel Geschiedenis van het dagboek, van journalist en filmresearcher Sandra van Beek. Over wélk dagboek het gaat, dat weet iedereen dan wel. Het dagboek van Anne Frank is inmiddels vertaald in meer dan zeventig talen, en het staat op nummer tien van de top 10 meest gelezen boeken in de wereld, schrijft Van Beek. Háár boek gaat niet over de onderduikgeschiedenis of over het veelbesproken verraad. Het gaat vooral over de naoorlogse geschiedenis van het dagboek. En is daarmee ook een beknopte biografie van Otto Frank, wiens leven na de oorlog volledig in het teken stond van dat dagboek.
‘Dit is de erfenis van uw dochter Anne’, zei Miep Gies, een van de helpers van het achterhuis, toen ze het dagboek na de oorlog aan Otto Frank gaf. Hij was als enige van de acht onderduikers levend teruggekeerd uit de kampen. Frank las het dagboek niet meteen. Aan zijn moeder in Zwiterland schreef hij dat hij daar de kracht niet voor had. Maar in de herfst van 1945 begon hij er toch in, en al snel werd het een ritueel, schrijft Van Beek. Na het avondeten trok hij zich terug in een onverwarmd achterkamertje in het huis van Miep en haar man Jan, waar Frank verbleef, om te lezen.
Later zou hij daar over zeggen: ‘Uit de dagboeken kwam een heel andere Anne tevoorschijn dan het kind dat ik verloren had. Ik had werkelijk geen idee van haar diepere gedachten en gevoelens. Ik moest erkennen dat ik nooit had geweten wat er in haar omging. Nooit had ik vermoed hoe intens Anne bezig was geweest met het lijden van de joden door de eeuwen heen en welke kracht ze ontleende aan haar geloof in God.’
Ook in de VS, waar Anne Frank nu bijna nog beroemder is dan in Nederland, was het aanvankelijk niet eenvoudig het dagboek uitgegeven te krijgen. Barbara Zimmerman, editorial reader bij uitgeverij Doubleday & Co, zelf ook Joods en maar een jaar eerder geboren dan Anne, was enthousiast. Maar haar bazen zagen er weinig in. Hun antwoord bleef, ondanks aandringen, nee, tenzij ze presidentsvrouw Eleanor Roosevelt kon overhalen een voorwoord te schrijven. Dat lukte. Na een lovende recensie op de voorpagina van The New York Times volgden al snel een tweede en een derde druk. Daarna volgden een toneelstuk en een film. En rechtszaken. Over de rechten, over de authenticiteit van het dagboek (waarover geen twijfel is).
Wat Sandra van Beek vertelt is niet allemaal nieuw. Maar ze heeft op basis van al het beschikbare materiaal – Van Beek gebruikte onder meer interviews die werden gemaakt voor de film Otto Frank, de vader van Anne van David de Jongh uit 2010 – een vlot verhaal geschreven. Geschiedenis van het dagboek is een boek voor wie iets meer wil begrijpen van de iconische waarde van Anne Frank.
Evenwichtig beeld
Van Beek schetst ook een mooi, en vermoedelijk evenwichtig beeld van Otto Frank. In nagedachtenis van zijn dochter stelde hij zijn leven in dienst van een boodschap van vrede en verdraagzaamheid, maar voor zijn omgeving was hij niet altijd makkelijk. Zoals voor Sylvia, de kleindochter van Otto’s tweede vrouw Fritzi. Sylvia hield van schrijven en Otto greep dat vaak aan om het over Anne te hebben. Later vertelde zij daarover: ‘Op een bepaalde manier voelde ik dat hij mij zag als een soort Anne-figuur. Hij vroeg me of ik een dagboek bijhield en zo. Daar voelde ik me niet prettig bij.’
Maar Otto Frank had ook een groot hart, blijkt uit de brieven die mensen uit heel de wereld hem stuurden en die hij trouw beantwoordde. Zoals een 17-jarig meisje uit Japan dat Frank vroeg of zij zijn ‘letter-daughter’ mocht zijn. Ontroerend is ook de anekdote die Van Beek vertelt over een ander meisje dat correspondeerde met Frank, uit Griekenland. Op een regenachtige dag stond ze bij hem voor de deur in Zwitserland. ‘Ik ben Teti uit Athene, mag ik bij u blijven?’ vroeg ze. ‘Ik wil niet meer thuis wonen, u bent mijn vader.’
Frank en zijn vrouw lieten het meisje binnen, gaven haar thee en maakten een bed voor haar op. Volgens Otto’s neef Buddy Elias zocht hij vervolgens werk voor haar in Bern. Later keerde ze terug naar Griekenland en stichtte een gezin.
01-07-2022 Jeroen van der Kris
ISBN | 9789493256781 |
---|---|
Aantal pagina's | 272 |
Datum van verschijning | 20220705 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 135 mm |
Hoogte | 209 mm |
Dikte | 26 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres