Grensverkenningen
Het vroegere Nederland komt tot leven als je wandelt met historische kaarten
Nederland in kaart Een boek vol eeuwenoude kaarten levert een reeks verslavende geschiedenislessen op.
Het lijkt een eenvoudig idee, en dat is het natuurlijk ook: met eeuwenoude kaarten op stap door Nederland, om te zien wat er van toen is overgebleven in het nieuwe landschap dat zich in de loop der tijden heeft gevormd. Maar het resultaat is een verbluffend rijk boek vol historische details, topografische en taalkundige inzichten dat laat zien hoe de geschiedenis en de geografie onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden.
Basis voor dit boek is de collectie van Johannes Tiberius Bodel Nijenhuis, een 19de-eeuwse Leidse verzamelaar van kaarten en atlassen. Bij zijn overlijden in 1872 schonk deze pionier zijn indrukwekkende verzameling van honderden atlassen en tienduizenden kaarten en prenten aan de universiteit van Leiden, waar ze sindsdien achter slot en grendel en in klimatologisch perfecte omstandigheden worden bewaard. Martijn Storms, conservator Kaarten & Atlassen van de Universitaire Bibliotheken Leiden, selecteerde voor dit boek kaarten met bijzondere grenzen, en met de digitale kopieën trok Kester Freriks op stap.
Al is dat wat mager uitgedrukt, want Freriks doet meer dan zomaar wat wandelen. De kaarten zijn een aanleiding voor ware geschiedkundige ontdekkingstochten, op zoek naar restanten van oude grenslijnen, nog bestaande of nieuwe grenzen, naar hoe het landschap en dus Nederland is geëvolueerd. En samen met telkens een andere mede-wandelaar neemt hij de tijd om zo te reflecteren over hoe Nederland is gevormd, niet alleen door mensen, maar vooral door de natuur.
Waterschapskaarten
En grenzen zijn er natuurlijk genoeg te verkennen. Ze zijn overal, de sloten, de wakerdijken en slaperdijken, waterkeringen, lunetten, kolken, wielen en wierden. De opsomming verraadt het al: water speelt een zeer belangrijke rol in dit boek, Nederland is nu eenmaal voor een groot deel buitgemaakt op en gevormd door het water, en de waterschapskaarten zijn een belangrijke bron. Het water en het landschap hebben voor een heel eigen woordenrijkdom gezorgd, en Freriks speelt er gretig mee, zodat we samen met hem het landschap leren ‘doorgronden’. Want we slaan vaak geen acht op de grenzen waarmee we nog dagelijks geconfronteerd worden, we zijn ze zo gewoon dat we hun functie uit het oog zijn verloren. Freriks brengt ze weer tot leven, zijn verhalen en essays zijn een eerbetoon aan de natuur en haar grenzen.
En zo brengen de oude kaarten ook de geschiedenis weer tot leven. Een kaart met de veilige vaargeulen en de gevaarlijke ondiepten in de Zuiderzee ter hoogte van Urk, uit 1649, is aanleiding om te herinneren aan de tijd dat het vissersdorp eigendom was van de gemeente Amsterdam. Zonder Urk en zijn doorgang naar de zee was er van een Amsterdamse gouden eeuw nooit sprake geweest. En in Katwijk gaat Freriks op zoek naar Brittenburg, het ‘Atlantis van Holland’, de vermoedelijk meest noordwestelijke nederzetting van het Romeinse rijk. Brittenburg en de ‘Callas Toorn’, een naar keizer Caligula vernoemde vuurtoren, staan op een kaart uit vermoedelijk 1778, maar de nederzetting is weggespoeld en van het fort is nooit een spoor gevonden.
En dan zijn er nog de kaarten gebaseerd op onzichtbare grenzen, zoals de klokslagkaart van Leeuwarden. Wie de klokken uit Leeuwarden kon horen luiden, woonde binnen het rechtsgebied van de stad. De oude klokslaggrens van Leeuwarden afwandelen bleek iets te ambitieus, maar ook voor een educatieve fietstocht van 30 kilometer is Freriks ook niet te beroerd. Het verhaal voert ons van historische kerkklokken naar hedendaagse industrieterreinen.
Vergeten vaderlandse historie
Zo brengt Grensverkenningen ons van de ene verrassing naar de andere. Het is een boek vol bijna vergeten vaderlandse historie, van de bus-kruitramp in Leiden van 1807 over de moerassige grensgeschillen tussen Groningen en Drenthe die in 1615 werden beslecht met het trekken van de Semslinie, de eerste kaarsrechte grens ter wereld, tot de ‘oorlogen’ tussen stadjes als Gouda en Delft over de aanleg van sluizen en dammen. Onderweg leren we ook wat we écht onder het poldermodel, waar de waterschappen model voor stonden, moeten verstaan. Het poldermodel is niet zozeer het eindeloos praten om tot een overeenstemming te komen, zoals we nu vaak aannemen, maar het ene systeem waarmee alle belanghebbenden een stem hebben in dienst van het algemeen belang.
En zo is er in dit boek nokvol geschiedenis en taalkunde ook nog ruimte voor wat filosofische bedenkingen over het belang van grenzen. Omdat grenzen niet alleen afschermen, maar ook nieuwsgierig maken, hongerig naar wat er aan de andere kant is te vinden. Het is een boek om zuinig te lezen, in stukjes, ter voorbereiding van een wandeltocht, of gewoon ter plekke, mee op zoek naar de geschiedenis van een landschap.
Het knappe aan de verhalen is dat ze ondanks de hoge informatiewaarde niet overladen aanvoelen. Dat is omdat Freriks de kaarten het werk laat doen, hij laat zich leiden, en hij vertaalt de kaarten voor ons, komt zo tot een nieuwe vertelling. Altijd boeiend en vaak verrassend.
Eén minpuntje toch: hoewel prachtig uitgegeven, is het normale romanformaat hier een nadeel. De details op de kaarten zijn niet altijd even duidelijk, zelfs niet als ze worden uitgelicht. Hier had een koffietafelboekformaat uitkomst kunnen bieden.
15-07-1976 Dirk Vandenberghe
In de Universitaire Bibliotheken Leiden bevindt zich een rijke collectie oude kaarten en atlassen die de Leidse verzamelaar Johannes Tiberius Bodel Nijenhuis honderdvijftig jaar geleden aan de universiteit schonk. Een groot aantal kaarten in deze collectie beeldt grenzen af. Grenslijnen, waterlinies, riviergrenzen, staatsgrenzen, dijken en sloten, zelfs de grens tussen eb en vloed of tot waar klokgelui hoorbaar is. Natuurschrijver Kester Freriks en conservator Martijn Storms brengen de papieren collectie tot leven.
Kester Freriks ging door heel Nederland op zoek naar de grenzen van vroeger in het landschap van nu. Hij volgde oude grenslijnen die in het verre verleden getekend zijn, kon ze aanraken en er langslopen. Gaandeweg ontstaat een caleidoscopisch beeld van de omgang van de mens met het landschap. Hoe kleiner en dichter bevolkt het land, hoe meer grenzen. Ook de ligging van Nederland, deels onder de zeespiegel, vraagt om het trekken van grenzen. Na lezing is er maar één conclusie: grenzen zijn onlosmakelijk verbonden met het échte Nederland en het Nederlandse landschap.
ISBN | 9789025314637 |
---|---|
Aantal pagina's | 248 |
Datum van verschijning | 20220602 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 136 mm |
Hoogte | 215 mm |
Dikte | 21 mm |
Je bent al ingeschreven met dit
e-mailadres