Bertram Koeleman
Het dreigbed
{$dispatch('toggle-review', { isOpen: true })}" class="min-h-5 flex items-center md:mt-auto gap-0.5 mb-5 cursor-pointer"> NRC Recensie
NRC Recensie
Een indrukwekkende, kraakhelder geschreven bundel
Bertram Koeleman De personages van Bertram Koeleman zijn op zoek naar het temmen van de chaos. Zijn nieuwe verhalenbundel Het dreigbed is kraakhelder geschreven en leest soepel.
Betekenen dromen iets? Je hebt mensen die ze als pure onzin afdoen: die hechten geen waarde aan iets wat zo overduidelijk het resultaat is van de afvalverwerking van indrukken en gedachten, te weten een irrationele chaos van verzinsels. De schrijver die in ‘Aantekeningen over schrijven – een verhaal’ uit Bertram Koelemans verhalenbundel Het dreigbed zijn werkwijze en programma uit de doeken doet, denkt er anders over. Deze schrijver legt uit dat hij in zijn verhalen altijd ‘een absurd, vreemd, angstaanjagend of gewelddadig element’ invoegt. Want: ‘Alleen dan wordt het verhaal zodanig op scherp gezet dat de emotionele waarheid ervan duidelijk wordt. Alleen het onwerkelijke kan het werkelijke aantonen, alleen het irrationele het rationele.’ Onzin misschien, maar interessánte onzin.
Voorbeeldje. Een personage, een vader, haalt in zijn hoofd dat zijn vrouw, van wie hij ontdekt heeft dat ze een affaire heeft, ‘is gestopt met het voeden van de baby omdat ze haar minnaar zoogt.’ Een verzinsel, want een ‘(dag)droombeeld’, maar ‘de symbolische lading ervan is krachtig en direct’. Het vertelt wat de vader denkt, vreest. Om droomduiding gaat het hier niet; een droom betekent in de eerste plaats iets omdat de dromer er betekenis in zoekt.
Dat dit verhaal behalve programmatisch en een tikje schools ook sterk en beklijvend is, komt door die mengeling van theorie en praktijk: dit verhaal staat in een bundel waar alle verhalen wel zo’n absurd element bevatten. Het moedigt de analyticus in de lezer aan om zijn best te doen: deze verhalen moet je niet alleen lezen, maar ook interpreteren, openbreken. Tegelijk gáát het verhaal over interpreteren, en hoe gemakkelijk we daar eigenlijk toe te verleiden zijn, hoe menselijk dat is. We willen dolgraag zin maken, zoals de verteller een paar verhalen eerder al concludeert: ‘Dit hoefde niets te betekenen. Maar terwijl ik me tegen de rugleuning liet zakken en mijn armen over elkaar vouwde, bedacht ik hoe fijn het zou zijn als het wél iets betekende.’ Conclusies bieden comfort, weet ook de hoofdpersoon in het volgende verhaal: ‘Nu dit is afgerond heb ik kortstondig een gevoel van orde, van een getemde werkelijkheid.’
Daar zijn de personages van Bertram Koeleman (1979) telkens naar op zoek – het temmen van de chaos. En Koeleman is erop uit om het verhaal daaróver te vertellen: wie de chaos denkt te temmen, is vooral bezig zichzelf een verhaal te vertellen. Maar de chaos blijft.
Falende liefdesrelatie
Koeleman doet dat in proza dat minder ‘meta’ en theoretisch aanvoelt dan het nu misschien lijkt. De verhalen – die in zijn uitstekende eerste verhalenbundel Engels voor leugens (2016) en die in de tweede, nieuwe bundel Het dreigbed – zijn kraakhelder geschreven en lezen steevast soepel: er gebeuren eigenaardige dingen zonder dat die als eigenaardig worden ervaren; dat gevoel komt voor de personages pas achteraf. Bovendien gáán de verhalen niet alleen over de absurde elementen. Ze zijn instrumenteel, die geheime deur naar jeugdherinneringen waarop twee inbrekers stuiten, dat lustopwekkende bedframe, die opgloeiende grote insecten. Die zijn er vooral om die ‘emotionele waarheid’ over te brengen.
Het sterkste punt van de bundel is de opbouw van het geheel: er is hier goed nagedacht over de lijn en volgorde van de verhalen. Je kunt zeggen dat er, de losse verhalen overstijgend, een emotionele ontwikkeling in Het dreigbed beschreven wordt, een overkoepelend narratief. De grote lijn van de zoektocht naar zekerheid en geborgenheid krijgt gestalte in verhalen rond falende liefdesrelaties: in het eerste verhaal ontdekt een stel dat hun ouderschap de romantiek en lust heeft doen verwateren, het volgende verhaal toont een man die buitenshuis zoekt naar nieuwe zin van het leven, in een later verhaal is de breuk een feit – net als de wanhoop over de ontheemding die dat oplevert.
Sterk is de lijn in het driedelige verhaal ‘Een aardige jongen’, dat verspreid door de bundel staat en telkens een andere vrouwennaam als subtitel heeft. In het eerste deel raakt Herbert in de ban van Malika, die hem met verleidelijke berichtjes aan het lijntje houdt. Daarna komt Regina, die zeer aanhankelijk is, maar hem ook verwondt. Tot slot houdt Zhansaya hem voor dat het ‘heel moeilijk te bepalen [is] wat goede afhankelijkheid is’. Koelemans personages neigen soms naar vrijheid, soms naar geborgenheid; zoals conclusies wel zekerheid bieden, maar ook de levendigheid van de chaos tenietdoen. De lijnen komen op ontroerende wijze samen in de twee slotverhalen, over een gescheiden man die hopeloos faalt als kattenoppas en de bejaarde schrijver ‘meneer K.’ die na zijn scheiding in een depressie belandde (‘Want wat moest ik doen? Werk zoeken? Eten? Schrijven? Lezen? Waarvoor? Niets bood me troost? Nergens geborgenheid’), maar op zijn oude dag de geest weer krijgt – dankzij een bovennatuurlijk element.
Verzonnen
De verhalen hebben en houden iets kunstmatigs: niet alleen door de bovennatuurlijkheden, maar ook door zinnetjes die iets gezochts hebben (‘De maan verzilverde de graslanden’). Maar kunstmatigheid is hier geen diskwalificatie. ‘Daglicht bloedt door de verduistering heen. Woordgebruik is hier van belang’, schrijft de schrijver in ‘Aantekeningen over schrijven’, zich bewust van het effect. Dat is de kracht van Koelemans proza, ook al in Engels voor leugens: dat de overduidelijke kunstmatigheid toch de overtuigingskracht niet in de weg zit.
Dat gegeven sluit ook wonderwel aan bij het thema van de bundel: de geborgenheid die de personages zoeken is ook maar een idee, een verzonnen verhaal – dat niettemin wérkt. Dat Koeleman niet alleen op technisch vlak indruk weet te maken, maar tegelijk ook een verhaal met gevoel weet te vertellen, is de overtuigende stap die hij met Het dreigbed heeft genomen.
2020-08-28 Thomas de Veen
€ 21,99
Levertijd 1-2 werkdagen Verzendkosten € 2,95
Omschrijving
In een stad in verval stuit een zwerver op een man die lezingen houdt over het einde van de mensheid. Een docent neemt overspel als onderwerp voor een schrijfoefening en ziet zijn college veranderen in een wraakoefening. In een uitzichtloze oorlog wordt een strijder opgezadeld met een mysterieuze missie. Wanneer een vriendin een ‘dreigbed’ voorstelt als opvoedingstip, ontketent dit onvermoede verlangens in de wanhopige ouders. Ondertussen zwerft de schrijver zelf van het ene logeeradres naar het volgende, worstelend met vragen die hij nooit eerder hoefde te stellen. Bertram Koelemans thema’s en obsessies zijn op iedere pagina voelbaar: de uitdagingen van het ouderschap, de complexiteit van familiebanden, en uiteenlopende vormen van afhankelijkheid, waarvan de liefde niet de minste is. Het dreigbed is Koeleman op zijn best. Duister, geestig, ontroerend en verontrustend. Wat misschien nog het meest beangstigend is: het is zijn meest persoonlijke boek tot nu toe.
Meer informatie
ISBN | 9789025458072 |
---|---|
Aantal pagina's | 256 |
Datum van verschijning | 20200808 |
NRC Recensie | 4 |
Breedte | 135 mm |
Hoogte | 210 mm |
Dikte | 23 mm |
Bijlage
Inkijkexemplaar.pdf (1.79 MB)
{$dispatch('toggle-review', { isOpen: true })}" >
NRC Recensie