Karel Hamer (1882-1958), ooit handelsreiziger van beroep, verhaalt over het noodlot dat een stempel heeft gedrukt op zijn persoonlijk leven, maar ook over de wereldrampen, die de loop van de 20e eeuw hebben bepaald. Karel heeft zijn jong overleden vrouw, de opstandige Guusje Maes, aanbeden maar wist zich geen raad met haar verlangen naar emancipatie. De oorzaak van Guusjes dood is bijzonder lang het goed bewaarde familiegeheim geweest, dat Karel de rest van zijn leven met zich heeft meegedragen en dat pas tientallen jaren na zijn dood aan de openbaarheid is prijsgegeven.